De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) is onaangenaam getroffen door het plan van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) om de rechtersvakbond flink te korten. “Het effect van die korting is een druppel op een gloeiende plaat voor de financiën van het departement”, zegt NVvR-voorzitter Rosa Jansen. “Maar voor de taken van de NVvR zijn de gevolgen enorm.” De subsidie is bedoeld om de stem van de magistraat te laten horen in bijvoorbeeld wetgevingsadviezen.
Het ministerie van V & J de wil NVvR dit jaar al met 87.000 euro korten, en en per 1 januari 2017 met de helft van de subsidie (340.000 euro). Volgens Jansen kwam het eerste informele signaal over de subsidiekorting bij het bestuur binnen in december, direct aansluitend aan de discussie over het Meerjarenplan. “Vervolgens is het doodstil gebleven,” zegt Jansen. “Wij gingen er daarom vanuit dat dit plan niet zou doorgaan. Je mag immers verwachten dat er een redelijke termijn van subsidieafbouw in ogenschouw wordt genomen.”
Hoewel de verbazing overheerst, werkt het bestuur tegelijkertijd aan verschillende scenario’s voor de toekomst. Want als de subsidiekorting van deze omvang doorgaat, zal dit grote gevolgen hebben voor de NVvR. Jansen: “We zullen heldere en moeilijke keuzes voor de toekomst moeten maken, in activiteiten en in aandachtsgebieden. En niet te vergeten: dit kan tot gevolg hebben dat het bureau van de NVvR te maken krijgt met gedwongen ontslagen. Het zijn dus geen lichtvaardige keuzes.”
Tegelijkertijd zal de NVvR moeten strijden voor het behoud van haar positie als vakbond. Dit naar aanleiding van de discussie over het overeenstemmingsvereiste (artikel 51 Wrra). De minister heeft onlangs een (overigens eigen) amendement ontraden waarin werd gepleit dit overeenstemmingsvereiste voor de rechterlijke macht om te zetten in een adviesrecht. Jansen: “Hoewel het overeenstemmingsvereiste gebruikelijk is voor vakbonden in overheidsland, lijkt de minister er niet erg gelukkig mee, want hij kondigde tegelijkertijd aan een apart wetgevingstraject te willen starten voor dit onderwerp. Daarmee zou de overheid rechtstreeks, zonder instemming van de NVvR, kunnen ingrijpen in de rechterlijke macht en kan de onafhankelijkheid van rechters en officieren in gevaar komen.”
Rosa Jansen constateert dat de minister het de NVvR niet makkelijk maakt. ”Hij voert een heftige korting door voor de beroepsvereniging én wil tegelijkertijd ons bestaansrecht als vakbond aan banden leggen. Gelukkig zijn wij een kritische beroepsgroep met een grote achterban die zich niet zomaar monddood laat maken. Een NVvR is juist in deze tijd meer dan ooit belangrijk.”
SP-Tweede Kamerlid Michiel van Nispen eist dat Van der Steur zijn plan intrekt. “Dit besluit deugt niet, maar het zegt veel over de werkwijze van de minister. Tegenspraak die hem niet bevalt wordt de kop in gedrukt. Het monddood maken van de rechtersvakbond is onacceptabel.”