De 71-jarige Amsterdamse oud-officier van justitie werkte tussen december 2011 en juli 2015, gedetacheerd vanuit het Openbaar Ministerie, als secretaris-generaal bij de International Association of Prosecutors (IAP), een internationale organisatie waarin aanklagers zijn verenigd. Hij was daar verantwoordelijk voor het dagelijkse management en de financiën. In die periode maakte hij voor privéaankopen vaak gebruik van de betaalpassen van de IAP. Zo betaalde hij er een vliegticket mee, de huur van een auto tijdens zijn vakantie, de huwelijkslunch van zijn dochter en zijn bezoeken aan een seksclub en fetisjbar. In totaal ging het om bedragen van zo’n twaalfduizend euro. De zaak kwam in 2017 aan het licht na een melding van de IAP.
Tekenend
De eerder afgelegde verklaringen van de man – onder meer dat bij een conferentie in het buitenland na een bezoek aan een bar de bankpas zou zijn gestolen – vindt de rechtbank niet geloofwaardig. Tijdens de zitting gaf hij toe “te makkelijk” te zijn geweest in het gebruik van de bankpassen van zijn baas. “Tekenend voor het naar eigen goeddunken ten nutte maken van de bedragen”, vindt de rechtbank.
Chantabel
De rechtbank vindt het zeer kwalijk dat de man dit deed als ex-officier van justitie, ex-advocaat-generaal en secretaris-generaal bij een internationale organisatie van officieren van justitie, functies die juist een hoge mate van integriteit vragen. Hij had moeten weten dat zijn gedrag zeer schadelijk zou kunnen zijn voor het OM en de IAP. Door de betalingen voor zijn werkgever te verzwijgen zorgde hij er bovendien voor dat hij chantabel was. Zijn handelen getuigt van een lichtzinnige houding ten opzichte van de financiële verantwoording en het toe-eigenen van geld van zijn werkgever, aldus de rechtbank. Dit rekent de rechtbank hem gelet op zijn ervaring en achtergrond aan.
Taakstraf
De rechtbank weegt bij het opleggen van de straf wel mee dat het om een oud delict gaat, en ook dat de man inmiddels met pensioen is en dat hij door alle media-aandacht beperkt is in zijn sociale contacten. Ook houdt de rechtbank er rekening mee dat het om een beperkt bedrag gaat dat is verduisterd. Een taakstraf van 160 uur vindt de rechtbank daarom een passende straf. Compensatie is hierbij op zijn plaats, omdat het OM de redelijke termijn waarbinnen de zaak voor de rechter had moeten worden gebracht ruimschoots heeft overschreden. De rechtbank heeft de straf daarom verminderd met twintig uur.
De volledige uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant lees je hier.