Waar waren al die adagia ook alweer goed voor?

Delen:

Menig jurist is communicatief sterk – zowel verbaal als schriftelijk – en schroomt niet voor onnodig complexe zinsconstructies voor de meest dagelijkse scenario’s, waarbij (alsof het voorgaande niet genoeg is) de zinsnede nog eens zo lang mogelijk wordt gehouden, welke onder doorsnee omstandigheden niet voor de rede vatbaar zijn. En dan de mokerslag: het gebruik van adagia.

ada·gi·um (het; o; meervoud: adagia)

1 zegswijze, spreuk                                                            (bron: Van Dale)

 De opleiding van een jurist is een talige. Dat is je vast niet ontgaan. De te bestuderen literatuur en je wettenbundel[1]vertalen naar normaal Nederlands kan soms een flinke opgave zijn. Op een hongerige dag lijkt zo een lastige zin op een mooi versierd ijsje; eerst grondig gedoopt in chocoladesaus, oftewel: de zinnen worden eerst goed uitgerekt. Vervolgens de spikkeltjes: de dure – veelal archaïsche – woorden. Het figuurlijke kersje op jouw ijsje is de Latijnse adagium. Eet smakelijk.

A priorizul je denken dat de factohet gebruik van adagia vrijwel nihilis. En eigenlijk …valt dat inderdaad mee. Maar de vraag resteert waarom we überhaupt woorden uit een dode taal nog gebruiken. Proberen de hooggeleerde of weledelgestrenge heren en vrouwen een beetje fancy te doen, of is er hier een meer voor de hand liggende verklaring voor? Ik kom op de volgende drie theorieën.

  1. Het is onoverkoombaardat je de taalgebruik overneemt waar je dagelijks mee bezig bent.

Eerlijk toegegeven zijn er bepaalde woorden en standaardformuleringen die ik zonder de opleiding Rechtsgeleerdheid niet opgepikt zou hebben. Ik betrap mijzelf er bijvoorbeeld vaak op dat ik weer aan het verwijzen ben naar de “inachtneming van alle omstandigheden van het geval”. In een ander leven had ik dat snotvervelend gevonden. Dus als je tijdens jouw studie of werk dagelijks geconfronteerd wordt met Latijnse adagia sijpelt het jouw onderbewustzijn in. Voor je het weet gebruik je die termen zelf omdat het simpelweg het eerste woord is dat in jou opkomt.

  1. Als hommage naar het Romeins recht.

Veel van de adagia in de studieboeken stammen af van de Romeinse oudheid. Leuzen als unus testis nullus testis gingen daar op het Forum als warme broodjes over de toonbank door de grote redenaars zoals Cicero en Quintilianus. Tot op heden behoren hun werken nog tot de standaardwerken van de retorica en als eerbetoon aan deze grondleggers houden wij deze woorden nog in ons vocabulaire.

  1. Het is allemaal niks anders dan laten zien dat je niet van de straat bent.

Als je serieus genomen wilt worden, moet je gezag uitstralen. Dit gezag op papier laten blijken kan in eerste instantie niet veel anders dan met geraffineerd taalgebruik. Vanzelfsprekend is de inhoud van jouw idee doorslaggevend, maar als jouw verhaal ook esthetisch oogt op papier weet de lezer vanaf het begin al dat wat er op papier staat van hoog intellectuele waarde is.

Ik heb hierboven mijn best gedaan het gebruik van adagia te verantwoorden. Toch ben ik zelf nog steeds niet overtuigd dat één van deze theorieën het leed van de moderne rechtenstudent rechtvaardigt en blijf dus van mening dat wij zo snel mogelijk af moeten van oubollig taalgebruik in de literatuurboeken en wettenbundels.

[1]In een wettenbundel kom je hoogstwaarschijnlijk geen Latijn tegen. Om dit te compenseren wordt er vaak genoeg grondig doorverwezen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven