Als anderen een traditionele weg of veilige optie kiezen, is een andere richting inslaan een waagstuk. Dát is ook precies waar venture capital voor staat: investeringsmaatschappijen zien potentie in startups en nemen een groot risico door geld te investeren in deze jonge veelbelovende ondernemingen. Vervolgens begeleiden ze die startups. Marie Weijler, Investment Manager bij investeringsmaatschappij Cottonwood Technology Fund, is de eerste Nederlandse vrouw die als hardware-investeerder werkt. Haar drijfveren: technologie toegankelijk maken voor de samenleving en werkgelegenheid creëren.
Bewuste keuze
“Ik wilde al vanaf mijn twaalfde rechten studeren”, benadrukt Marie Weijler op de vraag waarom zij rechten heeft gestudeerd. “Ik wilde namelijk kinderrechter of diplomaat worden. Beide ben ik niet geworden, maar ik heb dus wel heel bewust voor een rechtenstudie gekozen.”
Weijler heeft – in tegenstelling tot haar studiegenoten – voor een onalledaags carrièrepad gekozen. Hoe is dit zo gekomen? “Ik heb tijdens mijn rechtenstudie een bijbaan gehad bij een notaris die gespecialiseerd was in vermogensbeheer. Onze cliënten waren vermogende families. Toen ik later naar België verhuisde om daar een masteropleiding te doen, zocht ik een bijbaan om mijn studie te kunnen betalen. Ik zag op de website www.erasmusintern.org een studentenbaan bij een fintech startup, die diensten verleende aan vermogende families. Ik dacht: dát is iets wat ik eerder heb gedaan, dus wie weet willen zij mij aannemen.”
Vervolgens neemt Weijler contact op en krijgt te horen dat het een pré is dat zij eerder met vermogende families heeft gewerkt. “Hoewel de functie niet juridisch was, zeiden zij: ‘Jij begrijpt in ieder geval onze klantengroep’. Ze wilden ook graag een Nederlander aannemen, omdat ze vanuit België de Nederlandse markt wilden betreden. “Bij die fintech startup hielpen wij vermogende families met het vinden van investeringsprojecten. Dat vond ik zo gaaf om te doen dat ik dacht: hierin wil ik me ontwikkelen!”
Veelzijdig zijn
Wat voor soort werkzaamheden doe je als investeerder?
“Het hangt er een beetje vanaf wat jouw functie is binnen een investeringsmaatschappij. In mijn geval ben ik veel bezig met netwerken. Ik help bijvoorbeeld bij het ophalen van geld voor ons investeringsfonds. Dat geld wordt gebruikt om in startups te investeren. Daarnaast help ik onze portfoliobedrijven – de startups waarin wij al geïnvesteerd hebben – met het vinden van vervolgfinanciering. Ook help ik bij alle juridische en financiële rapportages. Wij moeten elk kwartaal een rapport schrijven voor de mensen die geld in ons fonds hebben geïnvesteerd. Ik zoek tevens naar nieuwe investeringsprojecten.”
Welke skills die je tijdens je rechtenstudie hebt geleerd, komen nu van pas bij je werk als investeerder?
“Allereerst het vermogen om analytisch te denken. Dat vind ik toch wel heel handig, want dat komt van pas als ik startups objectief moet beoordelen. Tevens kan ik mij heel snel door de due diligence documenten heen werken, want die zijn bij uitstek juridisch van aard.”
Als een investeringsmaatschappij geïnteresseerd is in een startup, volgt een periode waarin zij onderzoek doet naar de startup. In dit proces – due diligence – worden juridische rapportages en contracten opgesteld. “Daar komen veel juridische clausules en termen bij kijken. Voor veel beginnende investeerders die geen juridische achtergrond hebben, is dat pittig. Die moeten zich daar echt in vastbijten. Voor mij is dat een fluitje van een cent.”
Grote zaak, kleine bijdrage
De twijfels over werken bij een groot advocatenkantoor ontstonden tijdens haar rechtenstudie, vertelt Weijler. “Toen ik rechten studeerde, had ik het idee dat werken bij een groot advocatenkantoor het hoogste is wat je kan bereiken als rechtenstudent. Ik ben dan ook meerdere keren naar voorlichtingsdagen geweest om advocatenkantoren op de Zuidas van binnen te zien. Ik dacht heel lang dat ik dat moest nastreven, maar mijn gevoel zei me dat dit niet bij mij paste.”
Kan je dat verklaren?
“Ik ben vrij individualistisch. Als je bij een groot advocatenkantoor op de Zuidas wordt aangenomen, maak je deel uit van een grote groep eerstejaars advocaat-stagiairs. Jouw werkzaamheden beslaan maar een heel klein onderdeel van een juridische zaak. Ik ben juist iemand van de grote lijnen, strategieën bedenken, de koers uitzetten en het hele proces doorlopen.”
“Zo’n groot kantoor overweldigde mij ook een beetje”, vervolgt Weijler. “Ik ben opgegroeid in Overijssel. Mijn ouders zijn onderwijzers. Ik kom niet uit een gezin waarin men weet hoe het is om op de Zuidas te werken. Het team van een investeringsmaatschappij is meestal klein, dus is het voor mij een overzichtelijke werkomgeving en mocht ik gelijk zelfstandig werken. Toen ik bij die fintech startup ging werken, kreeg ik van medestudenten de vraag of het niet verstandiger was om mijn loopbaan bij een advocatenkantoor te beginnen. Ik heb daarin mijn eigen weg gevolgd: wat voor de een het beste is, hoeft voor een ander niet het beste te zijn. Denk niet: ik heb rechten gestudeerd, dus ik moet advocaat worden. Kies wat bij jou past!”
Obstakels overwinnen
Dat het leven niet altijd over rozen gaat, kan Marie Weijler beamen. “Als klein meisje werden mijn ouders beiden chronisch ziek”, vertelt zij. “Dat drukte een zwaar stempel op ons gezinsleven. We moesten rondkomen van een uitkering, omdat mijn ouders te ziek waren om te werken. Mijn ouders hebben mij veel liefde gegeven en, waar mogelijk, geprobeerd te steunen, maar desondanks heb ik er vaak alleen voor gestaan in het leven.”
Weijler heeft twee masteropleidingen afgerond, terwijl zij daarnaast – om geen studieschuld op te bouwen – fulltime werkte. “Dat was ongelofelijk zwaar, want ik werkte fulltime in de financiële sector. Die sector staat niet bekend om een 9-tot-5-mentaliteit. En naast die masteropleidingen verleende ik ook nog mantelzorg aan mijn chronisch zieke ouders en demente grootmoeder. Desondanks heb ik de ene master binnen tien maanden afgerond en de andere master binnen anderhalf jaar. Ik doe nu een MBA en verwacht binnen elf maanden mijn diploma te halen. Dat het mij gelukt is om masteropleidingen met een fulltimebaan te combineren maakt me trots”, benadrukt zij. “Ik heb dit gedaan op eigen kracht en zonder kruiwagen.”
Dat maakt je sterker als persoon, weet ik uit eigen ervaring.
“Ik zou willen dat er meer aandacht was voor studenten die van hun ouders geen financiële of praktische steun kunnen krijgen.”
Heb je misschien een adagium?
“Jazeker! Waar een wil is, is een weg. Zo sta ik in het leven. Als ik iets wil bereiken, dan ga ik er ook voor. Je kunt je omstandigheden niet veranderen, maar je kunt wel bepalen hoe je reageert op die omstandigheden.”
Je kiest dus voor je eigen pad?
“Ja, waar mogelijk. Natuurlijk heb ik dingen mee en dingen tegen, net als elk mens. Binnen de mogelijkheden die ik heb, kijk ik wat ik kan doen. Neem altijd zelf initiatief. Wat ik tot nu toe heb bereikt, komt doordat ik telkens de telefoon heb gepakt en heb gevraagd naar de mogelijkheden. Ja heb je, nee kun je krijgen. Zo ben ik ook aan mijn huidige baan gekomen.”
Verloren tijd
De tijd kent geen genade. Om die reden heeft Weijler praktische tips voor studenten om nog beter met hun tijd om te gaan. “Ik werk altijd vooruit. Als er een deadline op maandag is, wil ik de opdracht op de vrijdag daarvoor al af hebben. Stel dat er iets misgaat of er komt extra werk op mijn pad, dan heb ik nog ruimte in mijn agenda. Door vooruit te werken kom ik niet in de knoei met deadlines.”
Daarnaast is goede communicatie een belangrijke sleutel tot succes. “Toen ik in Leiden de master Ondernemingsrecht deed, heb ik bij aanvang contact opgenomen met de mastercoördinator en hem mijn situatie uitgelegd. Hij zei gelijk: wij gaan ervoor zorgen dat jij deze opleiding naast je baan kan doen. De steun van de docenten was hartverwarmend! In overleg met medestudenten zijn er zelfs werkgroepen afgestemd op mijn agenda, zodat ik erbij kon zijn.”
Is er een maatschappelijk probleem waar jij je momenteel zorgen om maakt?
“Nu met corona – maar ook daarvoor – zie ik ongelijkheid. Er zijn mensen die hun inkomen tot nu toe hebben behouden, maar er zijn ook mensen die hun inkomen hebben verloren. Bestaansonzekerheid maakt mensen kwetsbaar, wat zijn weerslag heeft op de samenleving.”
“Dit probleem hangt ook samen met datgene wat mij motiveert in mijn werk”, vertelt Weijler. “Ik investeer in startups, in hele jonge bedrijven. Met het geld dat wij investeren worden banen gecreëerd. Gisteren plaatste één van mijn Nederlandse portfoliobedrijven twee nieuwe vacatures, omdat zij gegroeid zijn en nieuwe medewerkers nodig hebben. Dat maakt mij zo blij! Dat zijn twee mensen die aan het werk worden geholpen en een inkomen zullen hebben. Zo lever ik met mijn werk een positieve bijdrage aan de maatschappij.”
Samendoen
Of Marie Weijer door haar werk als investeerder anders is gaan denken over bepaalde onderwerpen? Door haar werk begrijpt zij het perspectief van de werkgever beter. “Als gevolg van de lockdown in het voorjaar moest het lab van een startup twee maanden dicht. Dat is voor een jong bedrijf echt een aderlading. Gedurende die periode kregen alle labmedewerkers doorbetaald. Dát wil ik als investeerder ook. Toen het lab eindelijk weer open mocht, belden enkele labmedewerkers die twee maanden betaald thuis hadden gezeten op met de vraag of zij op vijf mei vrij kregen.”
“De rest van het team had gedurende die lockdown 60 tot 80 uur per week doorgewerkt”, vervolgt Weijler. “Die vroegen niet om een vrije dag, maar zij die net twee maanden betaald thuis hadden gezeten wel. Bizar! Vanuit het perspectief van een mkb-werkgever is zoiets best heftig. Soms moet een werknemer een stapje extra zetten en zeggen: dit jaar neem ik niet vrij op vijf mei, want we zitten in een crisis. Het is niet zo dat een werkgever altijd de vijand is van werknemers. Je moet het samen doen, zeker in een klein bedrijf. Je vormt een team, een gemeenschap.”
Meer diversiteit
Prins Constantijn – de speciale gezant voor de Nederlandse startup gemeenschap – maakte zich onlangs hard voor (meer) diversiteit in de technologische sector. Ook zei hij in een interview met het FD in 2019: “Ik ga niet meer in een panel zitten dat uitsluitend uit mannen bestaat”.
Marie Weijler onderstreept het belang van diversiteit in de technologische sector. “Eind 2018 was 96 procent van de partners van Nederlandse investeringsmaatschappijen man. Ik vind dat jammer, omdat dit niet representatief is voor de samenleving. Zo ziet de samenleving er niet uit. Nederland bestaat voor de helft uit vrouwen, maar binnen mijn vakgebied is slechts veertien procent vrouw. Als er weinig diversiteit is, loopt een vakgebied veel talent mis.”
Weijler citeert een mannelijke directeur van een Britse investeringsmaatschappij om haar punt te maken: “By focusing on diversity we enlarge the talent pool. De vijver van talenten waaruit je kan vissen wordt veel groter als je bewust ook kijkt naar vrouwen en minderheden. Daarnaast kan het zo zijn – zeker in de investeringswereld – dat vrouwen of minderheden sneller nieuwe technologieën opmerken, waar een witte man misschien geen oog voor heeft. Denk bijvoorbeeld aan femtech. Dat is technologie die te maken heeft met het vrouwelijke lichaam. Een man komt daar wellicht minder snel op, omdat hij biologisch anders in elkaar zit.”
Je bent de eerste Nederlandse vrouwelijke hardware-investeerder. Wat is jouw persoonlijke ervaring als vrouwelijke investeerder in een door mannen gedomineerde sector?
“Ik ben eind twintig. Vaak gaan mensen ervan uit dat ik de officemanager ben. Of ze denken dat ik op een conferentie ben als dochter van een investeerder in plaats van als gastspreker die is uitgenodigd vanwege haar expertise. Wat mij deze week nog opviel is dat ik twee keer een e-mail ontving met als aanhef ‘Beste meneer Marie’. Als ze mij op LinkedIn hadden opgezocht, hadden ze gezien dat ik een vrouw ben, haha!”
Eerder stelde je dat vrouwelijke oprichters van startups moeilijker aan geld komen, omdat zij minder snel in het netwerk van mannelijke investeerders binnen weten te komen. Hoe merk jij dit in je eigen werk of omgeving?
“Ik denk dat het begint met vooroordelen in de samenleving. In Nederland bestaat het vooroordeel dat een vrouw minder tijd besteedt aan haar carrière, zodra zij moeder wordt. Dat werkt door in mijn vakgebied. Als een vrouwelijke oprichter van een startup financiering zoekt, vragen sommige investeerders zich af: wat als zij moeder wordt? Blijft zij dan wel fulltime bij dit bedrijf werken? Deze startup heeft een fulltime bedrijfsleider nodig.”
Weijler benadrukt dat ze af wil van de vanzelfsprekendheid dat een vrouw parttime gaat werken, zodra zij moeder wordt. “Een geestige anekdote is een voorval bij mijn vorige werkgever. Mijn toenmalige baas zei tegen mij: ‘Ik ben blij dat jij vrijgezel bent, want als jij zwanger wordt zou dat lastig zijn voor het bedrijf’. Tegelijkertijd nam een heel belangrijk persoon binnen het bedrijf drie maanden onbetaald verlof op, omdat hij ging zeilen in het Caraïbisch gebied. Kortom, als een vrouw een paar maanden met zwangerschapsverlof gaat is dat lastig, maar een man die een paar maanden weg is om te zeilen in het Caraïbisch gebied is stoer. Het maakt dus uit met welke blik de werkgever kijkt.”
Studenten helpen
Marie Weijler is naast haar drukke bestaan tevens mentor en carrière coach aan de Universiteit Leiden. In deze hoedanigheid helpt Weijler graag studenten. “Wat mij opvalt is dat veel studenten moeite hebben met het schrijven van hun cv. Dat heeft vooral te maken met hoe zij zichzelf presenteren. Ik zeg altijd: kwantificeer en maak concreet welke prestaties je hebt geleverd. Stel je hebt commissiewerk gedaan. Schrijf dan niet: ‘Verantwoordelijk voor interne communicatie’, maar in plaats daarvan: ‘Twaalf nieuwsbrieven geschreven die werd gelezen door 1,000 mensen’.”
Eerstegeneratiestudenten hebben een ongelijke startpositie, blijkt uit onderzoek. Die positie kan nog eens bemoeilijkt worden als ouders niet in staat zijn om financieel te ondersteunen. “Als jouw ouders geen financiële steun kunnen geven, zoals in mijn geval, moet je heel veel ballen in de lucht houden,” legt Marie uit. “Je moet goede cijfers halen, want anders leg je het af bij sollicitaties. Tegelijkertijd moet je werken om je studie en levensonderhoud te bekostigen. Maar omdat je zoveel moet werken, heb je minder tijd om te studeren en om actief te zijn bij een vereniging, wat weer ten koste gaat van je netwerkmogelijkheden. Dat is spijtig, want door te netwerken kom je juist weer makkelijker aan een baan. Dat is de spagaat waar studenten zonder financiële steun van hun ouders in kunnen zitten.”
Weijler doet een oproep, omdat zij eerstegeneratiestudenten en studenten met een moeilijke thuissituatie wil helpen. “Ik wil lezers aanmoedigen om contact met mij op te nemen via LinkedIn als zij vragen hebben of willen sparren over studie- en loopbaanmogelijkheden. Als ik iemand kan helpen, help ik die persoon met alle liefde en plezier.”