Wie wil er geen korting? Strafkorting voor een bekennende verdachte

Delen:

Wie wil er geen korting? In ieder geval de veel op toevoeging werkende advocaten niet, maar hoe zit het met de cliënten?

Mijn vorige blog deed de nodige stof opwaaien. Dat is mooi, een blog hoort tot enige discussie te leiden of op z’n minst te prikkelen. Het ging erom of de kosten van rechtsbijstand van een zwijgende verdachte volledig op het conto van de overheid dient te komen. Zoals gezegd kan de Raad voor Rechtsbijstand sinds enige tijd de kosten na een veroordeling bij de verdachte terugvorderen. In België doen ze het anders. Daar wordt bij een veroordeling een kostenveroordeling door de rechter uitgesproken. Onlangs kreeg ik een uitspraak van de Belgische rechter onder ogen en die kosten waren niet mals. Hoe meer proceshandelingen en hoe langer het proces, hoe hoger de kosten. Dat geldt bij ons voor de kosten rechtsbijstand. Voor alle duidelijkheid, een volkomen onschuldige verdachte heeft alle recht op alle mogelijke rechtsbijstand, maar de vraag is of dat ook dient te gelden voor de categorie die wel een strafbaar feit heeft gepleegd, maar daar kost wat het kost onderuit wil komen? Dat is voor iedere verdachte anders en wellicht ook voor menig strafrechtadvocaat.

De suggestie van de Rotterdamse strafrechter Jacco Janssen is genuanceerder. Hij  besteedde eveneens aandacht aan het feit dat een tegen beter weten in ontkennende verdachte in alle opzichten meer tijd en geld kost dan een bekennende verdachte. Hij bepleit een strafkorting voor een bekennende verdachte. Dat bekentenissen in de regel tot een lagere straf leiden dan wanneer er het zwijgen wordt toegedaan of bij het afleggen van als leugenachtig bestempelde verklaringen, is inmiddels bijna vaste regel in de rechtspraak. Aan de andere kant zijn er ook de gevallen van een bekennende verdachte en een ontkennende medeverdachte die beiden exact dezelfde straf krijgen. Deze onzekerheid weerhoudt dan ook menig verdachte ervan zijn mond open te doen, laat staan dat een advocaat adviseert om te bekennen. Het pijnpunt zit ‘m in het feit dat ‘strafkorting’ niet concreet en transparant is. Janssen stelt dan ook voor om de korting bij bekentenissen in alle openheid en ondubbelzinnig op de zitting te bespreken en zelfs een kortingspercentage op de oriëntatiepunten straftoemeting vast te leggen. Janssen noemt als bijkomende effecten dat het strafproces in veel gevallen veel strakker en efficiënter zou kunnen verlopen. Een ander bijkomend voordeel is dat de kosten, waaronder die van de rechtsbijstand, aanzienlijk lager uitvallen.

Er valt voor vele partijen dan ook het nodige te winnen bij het vastleggen van een strafkorting bij het afleggen van een bekennende verklaring. Uiteraard nadat het dossier door een advocaat is bestudeerd zodat deze de verdachte van een goed advies kan voorzien. Iets wat momenteel bij het uitvaardigen van strafbeschikkingen nog te wensen overlaat. Dit levert dan weer een besparing op waardoor er geld beschikbaar is voor de werkzaamheden waar nu geen of een minimale vergoeding tegenover staan en waarvoor er driftig actie wordt gevoerd. Ook de acceptatie van strafbeschikkingen zal ongetwijfeld toenemen als er vooraf overleg met een advocaat plaatsvindt.

Zo zijn er ongetwijfeld nog vele oplossingen te bedenken waardoor het mes aan twee en zelfs drie kanten snijdt en niet alleen in die van de gefinancierde rechtsbijstand. Kortom, niet het mes op maar de betrokkenen om de tafel.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven