Iets wat ik altijd opmerkelijk heb gevonden aan de Amerikaanse Law Schools is dat een groot deel van je cijfer is gebaseerd op class participation: meestal tussen de 20 en 40 procent. Je kunt je cijfer dus een flinke boost geven, of juist omlaag trekken, door actief mee te doen in de klas. Ik vond het altijd intimiderend, tot ik de discussiërende studenten eens goed observeerde.
Het was de zoveelste maandagavond dat ik in lokaal 7-02 zat, ergens op de zevende verdieping van een van de vele Law Schools die New York huisvest. Het was het vak Gender, Sexuality and the Law. Ik had het zelf gekozen.
Tijdens de introductieronde in september vroeg een van de andere zeven studenten naar mijn leeftijd. Toen ik haar vertelde dat ik pas twintig was voelde ik twaalf ogen verplaatsen van de computerschermen, mijn kant op. ‘How’ wist de jongen tegenover mij uit te brengen. Ik lachte, oh ja iets met een exchange en Nederlandse universiteiten, vertelde ik snel. Mij was het ook al opgevallen dat de gemiddelde leeftijd van Law Students veel hoger lag.
Niet alleen de leeftijd van studenten in de les lag hoger, ook het discussiegehalte was anders dan ik van de UvA gewend was. Waar het in Amsterdam uitzondering is om iets te zeggen tijdens de werkgroepen of hoorcolleges, werd ik in de Amerikaanse seminars raar aangekeken als ik niks zei. Het maakte me zenuwachtig voor de les: waar kon ik een slimme opmerking of intelligente vraag in gooien? Ik was 99% van de tijd bezig me zorgen te maken, in plaats van met luisteren wat er om mij heen gebeurde. Daarnaast voelde ik mij door m’n jonge leeftijd automatisch dommer. Studenten vonden me ‘schattig’; het voelde enigszins denigrerend.
Toen ik die aangewezen maandag had besloten niks bij te dragen aan de discussie, maar gewoon even te observeren, viel mij iets op. Want waar ik oprecht vragen en opmerkingen over de teksten en cases probeerde te bedenken, maakten mijn medestudenten opmerkingen die werkelijk nergens op sloegen. Zo wist de 32-jarige vrouw naast mij ons te vertellen dat de rechter in een belangrijke zaak in een ‘super nice appartment’ woont. En wist de jongen naast haar aan de discussie toe te voegen dat hij de lekkerste koekjes had gemaakt terwijl hij de voorgeschreven tekst aan het lezen was. De leraar reageerde vervolgens geïnteresseerd en geshockeerd. Wat ontzettend grappig of interessant, vond hij het dan.
Er kwamen nog een paar opmerkingen in die trant voorbij voordat ik het genoeg vond. Zo kon ik ook wel aan m’n class participation komen. Dus toen we het vervolgens over een zaak uit 1998 hadden stak ik m’n hand in de lucht: ‘I wasn’t even born back then!’ Iedereen keek me vertroetelend aan. ‘That’s so lovely Sophia’, kaatste de leraar mijn kant op. Voldaan keek ik de klas rond. Voortaan zat ik compleet zonder zenuwen en stress in de les. Die class participation komt wel goed.