Kritiek op taakverdeling ministers J & V

Delen:

Vanuit de wetenschap en de politiek worden forse vraagtekens gezet bij de portefeuilleverdeling op het ministerie van Justitie en Veiligheid. Justitie staat nu in de naam voorop, maar die voorrang komt niet terug in de portefeuilleverdeling, luidt de kritiek. De eerste man Grapperhaus is vooral belast met veiligheid, en de tweede man gaat over rechtsbescherming. “De minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker lijkt de tweede viool te gaan spelen,” meent hoogleraar Eddy Bauw (Universiteit Utrecht), die vreest voor bevoegdheidsgeschillen.

SP-Tweede Kamerlid Michiel van Nispen spreekt van een ongelukkige start: “Juist de rechtstaat, waarin het vertrouwen hersteld moet worden, gaat naar de tweede man. Nota bene wéér naar een VVD’er, terwijl die partij de afgelopen jaren kansen genoeg heeft gehad op Veiligheid en Justitie.” Staatsrechtshoogleraar Wim Voermans voorspelt dat de taakverdeling bij de buitenwacht tot onduidelijkheid zal leiden.

Het ministerie van Justitie en Veiligheid is één van drie ministeries die door twee ministers worden gerund: een minister van en een minister voor. Op het departement van J & V is Ferdinand Grapperhaus als minister van Justitie en Veiligheid de eerste man. Sander Dekker is minister voor Rechtsbescherming.

Uitgeklede portefeuille

Eddy Bauw

Een opmerkelijke keuze, vindt professor Eddy Bauw, vooral in samenhang met de naamsverandering van het departement dat eerder ministerie van Veiligheid en Justitie heette. “Ik vind het opvallend dat Grapperhaus vooral over de veiligheid gaat,” stelt Bauw die raadsadviseur en wetgevingsjurist was bij het toenmalige ministerie van Justitie. “Je wilt uitdrukken dat Justitie vooropstaat, maar vervolgens krijgt de machtigste man op het ministerie vooral de veiligheidsportefeuille. En de minister voor Rechtsbescherming krijgt een uitgeklede portefeuille en is bovendien geen jurist.”

Terwijl je bij rechtsbescherming juist een jurist zou je verwachten, vervolgt Bauw. “De minister van Justitie is altijd een jurist geweest, met uitzondering van Stef Blok, die een interim-figuur was.”

Veel juridisch-technische onderwerpen met weinig politieke lading zitten in Dekkers portefeuille. Bauw noemt het civiele recht en het bestuursrecht: de rechtsgebieden waarop de meerderheid van de juristen actief is. “Maar de sterk politiek geladen onderwerpen zoals de politie, het Openbaar Ministerie, en het strafrecht in het algemeen, zitten allemaal bij Grapperhaus. Kennelijk heeft het CDA de zware veiligheidsportefeuille opgeëist en gekregen. Grapperhaus is een juridisch zwaargewicht, maar een politieke nieuwkomer. Dat maakt zijn portefeuille ook kwetsbaar, want hij heeft de onderwerpen waarvoor je naar de Kamer wordt geroepen.”

Overlappen

Er zijn een aantal onderwerpen waarbij de bevoegdheden van beide bewindspersonen dubbelen, zoals sanctiebeleid en Wetboek van Strafvordering. Bauw: “Dat zijn de meest spannende onderwerpen in de portefeuille van Dekker. Waar de portefeuilles overlappen, kun je grensconflicten krijgen, en dat is niet handig. Niet voor de ambtenaren en ook niet voor de Kamer. Het moet immers volstrekt helder zijn wie politiek verantwoordelijk is.”

Michiel van Nispen

SP-Tweede Kamerlid Michiel van Nispen is niet gerust op het nieuwe bewindsduo. Over Dekker zegt hij: “De VVD is traditiegetrouw vrij kritisch op de kosten van de gefinancierde rechtsbijstand. Dat uitgerekend een VVD’er nu verantwoordelijk wordt voor dit dossier is slecht nieuws.” Hij verwijst naar het rapport van de Commissie-Van der Meer die heeft berekend dat de rechtsbijstand er 125 miljoen euro bij moet krijgen om de kwaliteit op peil te houden en de advocaten een fatsoenlijk inkomen te bezorgen. “Ik vraag me af of een VVD’er dat gaat doen.”

Van Nispen vervolgt: “Dat Justitie nu vooropstaat is leuk, maar laat dan concreet zien wat dat voor gevolgen dat heeft. Als je in het regeerakkoord schrijft dat je in navolging van de Commissie-Wolfsen geen extra geld wil uitgeven aan de rechtsbijstand, dan zie ik geen rechtvaardiging voor de vooropstelling van de J.”

Draaideurministerie

Ook Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden, trok een wenkbrauw op toen hij de taakverdeling las. Hij beschrijft het departement van Justitie als een draaideurministerie. “Er is al jarenlang gedoe over grenzen tussen de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Er komen dingen bij en er gaan dingen weg. Er is bijvoorbeeld al twintig jaar getouwtrek over de aansturing van de politie.”

Hij noemt het wel winst dat Justitie nu weer voorop staat in de naamgeving. “Maar ik heb vraagtekens bij het takenpakket van Sander Dekker. Ik vind zijn pakket niet samenhangend. Wat is rechtsbescherming eigenlijk? Bedoelen we daar procesrecht mee? Democratie? Grondrechten? Daar zal het inhoudelijk gaan rommelen. Ik vraag me af of dit voor de buitenwereld duidelijk is. Er is geshopt zonder een duidelijk idee.”

Onduidelijk is ook wie waarvoor nu precies verantwoordelijk is, zegt Voermans met een verwijzing naar een brief van voorzitter Ankie Broekers-Knol van de Eerste Kamer aan premier Rutte met de vraag welke van de twee ministers staatsrechtelijk het het aanspreekpunt is. “Wie gaat die brief nou beantwoorden?” vraagt Voermans zich af. “Voor de buitenwacht is dat onduidelijk. Men is op een creatieve manier aan het puzzelen geweest, maar wat levert die minister voor Rechtsbescherming nou op?”

Wim Voermans

In een blog gaat Voermans uitgebreid in op de vraag van senaatsvoorzitter Broekers-Knol die verwijst naar artikel 44 van de Grondwet. Ministeries staan onder leiding van één minister, schrijft Broekers namens de senaat. Voermans maakt korte metten met die redenering. Hij stelt dat het goed gebruik is dat de regering bepaalt welke ministeries er zijn, hoe die worden ingericht en welke ministersposten en staatssecretariaten daarbij horen. “De Grondwet laat daar terecht veel ruimte voor. Twee ministers aan het hoofd van een ministerie kan op zich best, als je maar goede afspraken maakt over wie waar over gaat.”

Kordaatheid

Dat het Openbaar Ministerie onder Grapperhaus valt en de Rechtspraak onder Dekker, baart zorgen bij de staande en zittende magistratuur.  “Het is een politieke keuze geweest om het OM onder te brengen bij de minister van Justitie en Veiligheid en de Rechtspraak bij de minister van Rechtsbescherming,” zegt een woordvoerster van de Raad voor de rechtspraak. “Dat is voor het eerst. De Rechtspraak en het OM zullen alles in het werk stellen om goed te blijven samenwerken aan de versterking van de strafrechtketen, maar het kan lastig zijn dat er twee ministers beslissen over de investeringen in de strafketen.” En officier van justitie Greetje Bos betoogde in haar togacolumn in NRC Handelsblad dat het OM en de rechters samen onder één minister horen. “De officier van justitie is behalve aanklager vooral óók magistraat,”meent Bos.

Of Grapperhaus en Dekker goed op hun plek zitten? “Grapperhaus straalt kordaatheid uit,” meent Bauw. “Dat kan het ministerie goed gebruiken, maar of hij dat ook kan in een politieke context kan laten zien, moet nog blijken. Ervaring als advocaat en hoogleraar is iets heel anders dan het politieke spel waarin je elk moment naar de Kamer kan worden geroepen. We hebben eerder hoogleraren op Justitie gehad, zoals Ernst Hirsch Ballin. In zijn eerste ronde als minister was het duidelijk wennen. In zijn tweede ronde was ie veel gehaaider.”

Bauw hoopt dat Sander Dekker als bestuurskundige voldoende affiniteit met de rechtstaat zal laten zien. “Een bestuurskundige bekijkt het recht wat instrumenteler, de rechtsbescherming zit minder in zijn DNA dan bij een jurist.”

In een interview op de website van departement zegt Dekker onder meer: “Vanouds behoren veiligheid en rechtsbescherming tot dé kerntaken van de overheid.” Bauw daarover: “Dekker heeft de volgorde omgedraaid, hij heeft misschien nog niet helemaal door hoe het werkt.”

Ook zegt Dekker: “Het regeerakkoord staat pal voor onze kernwaarden: onze vrijheden met de democratische rechtsstaat als fundament. Daarbij trekken we ook duidelijke grenzen.” Een ongelukkige formulering, vindt Bauw. “Grappig dat een minister van Rechtsbescherming direct begint over grenzen stellen aan vrijheden. Maar goed, laten we de nieuwe bewindspersonen het voordeel van de twijfel geven.”

Dat is ook het uitgangspunt van Voermans. “Toen Opstelten een tijdje bezig was op Justitie, dacht ik: dat moeten we niet meer doen. Als je je over alles moet laten bijpraten… Maar Grapperhaus lijkt me een vakman. Die kent de dossiers vooraf op hoofdlijnen en hij kent ook het juridisch krachtenveld. Ik heb vertrouwen in hem. Sander Dekker ken ik niet, maar hij lijkt me een slimme kerel.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven