Cave canem

Delen:

Honden zijn in staat tot de meest verbluffende en ontroerende dingen. Zo was er eens een kleine mensenhond. Vroeger racede hij de trap op en af. Maar hij werd oud en begon langzaam te lopen. Totdat hij ‘s nachts toch nog een keer de trap op joeg, naar de slaapkamer. Hij liet zich aanhalen, ging nog een verdieping hoger en gaf de twee zonen van de familie een “zoen”. De dame des huizes dacht: hier is iets aan de hand. Beneden gekomen bleek de hond te zijn overleden. Hij was afscheid komen nemen. Aldus al wat langer geleden een gemengd bericht in een tijdschrift ter verspreiding van inzichten in dierenleven en wetenschap in het algemeen.

Ontroerend, zo’n verhaal. Wat zou nu werkelijk in die lieve hond zijn omgegaan? Is wel iets in hem omgegaan? Hebben dieren zelfbewustzijn? Kunnen zij pijn voelen, anders dan pijnreacties vertonen? Wij zullen het nooit weten. Wittgenstein schreef al: “Als leeuwen konden spreken, konden wij hen niet verstaan”.

Honden zijn in staat tot nog veel meer geweldige en eigenlijk onbegrijpelijke prestaties. Daarin doen zij ook wel eens minder lieve dingen, bijvoorbeeld ongewild meewerken aan vervalsing van bewijsmateriaal op grond van geurproeven. Maakt dat de honden medeplichtig? Wisten die honden wat zij deden, net als de hond die afscheid nam een bewuste bedoeling leek te hebben? Ook dat zullen we nooit weten.

Wél is het probleem van de medeplichtigheid elegant opgelost. De hondengeleiders worden namelijk zelf niet eens vervolgd. Dan is er ook geen hondse medeplichtigheid. Wetenschappelijk bewijs tegen de valse hondengeleiders zou duidelijk zijn, maar, zo zou baas van het Openbaar Ministerie Van Brummen hebben gesteld: “die hondengeleiders hebben een ander verhaal”. En ja, als twee verhalen elkaar tegenspreken blijft geen verhaal over, ook niet op die hondengeleiders.

Nog hoopgevender is de mogelijke algemene werking van dit verhaal. Het beginsel is hier immers dat een ontkennende verdachte vervolging uitsluit. Zo krijgt de veel geplaagde burgerij én de strafadvocatuur het een stuk makkelijker. Strafbare feiten gewoon ontkennen en desnoods als advocaat zelfs je eerlijkste cliënten dringend adviseren dat te doen, dan ben je er bij gebrek aan bewijs van af.

Dit is pas civilisering van strafrechtelijk bewijsrecht! De burgerlijke rechtsvordering leert immers dat bewijs een kwestie is van de inbreng van betrokken partijen. Dan is het inderdaad zo dat het verhaal van eiser haaks op dat van verweerder kan staan. Zonder verdere bijzonderheden leidt dat tot verlies voor eiser, als bekend.

Vervelend is alleen dat zelfs in een dergelijke civilisering van strafrechtelijk bewijsrecht een dergelijke vlieger niet opgaat. Het aangeboden bewijsmateriaal tegen de hondengeleiders is immers nader en duidelijk gemotiveerd. De ontkenning niet. Dat moet in civilibus leiden tot toewijzing van de eis.

Niet alleen de hondengeleiders hebben baat bij verkeerde “civilisering” van strafrechtelijk bewijsrecht. Bewijs lijkt eerder een kwestie van overtuiging van de rechter door betrokken “partijen” dan van empirische feiten en forensische wetenschap. Voorbij Murray, Salabiaku en andere Europeesrechtelijke uitgangspunten pleit zwijgen zijdens verdachten tegen hen, in strijd met beginselen van inquisitoire waarheidsvinding. Dan gaat het niet langer om wetenschap van historische feiten als grond van veroordeling of vrijspraak, maar om overtuiging op grond van verschillende retorische krachten, of de afwezigheid er van. Dat leidt inderdaad tot US Supreme Court member Scalia’s bekende adagium (1993): “Mere factual innocence is no reason not to carry out a death sentence properly reached.” Dit past weer goed bij postmoderne opvattingen dat “de historische werkelijkheid” helemaal niet bestaat: “alles is een verhaal”. Dus ook dat alles een verhaal is.

Zo wordt ook in het strafproces strijd de enige waarheid. Ofwel de nieuwe natuurtoestand: homo homini lupus. Leuk is dan weer wél dat wolven eigenlijk hoogst sociale dieren zijn, al meende Hobbes dat in de 17de eeuw nog niet te weten. Schrijvend over wantoestanden in de strafrechtspleging denkt uw columnist wel eens aan een andere gemankeerde metafoor. Langs het perron raast een sneltrein voorbij, met de hond van de stationschef er luid blaffend achteraan. “Waarom doet die hond dat?” vraagt een achtergebleven reiziger. “Ik zou het niet weten” antwoordt de stationschef, “Wat mij overigens nog meer interesseert is wat de hond met de trein gaat doen als hij die eenmaal te pakken heeft.” – Zo heeft uw columnist hier toch iets van een (lieve?) hond, in ieder geval tegen voortrazende sneltreinen van irrationaliteit, niet alleen in de strafrechtspleging. Cave canem. Overigens stamt de hond af van de wolf.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven