Al enige tijd is er veel te doen over de sluiting van acute zorg-afdelingen van ziekenhuizen. Denk bijvoorbeeld aan de recente sluiting van de spoedeisende hulp (SEH) in het Zuyderland in Heerlen. Dergelijke sluitingen zijn meestal het gevolg van het gebrek aan personeel en financiële problemen.
De sluitingen leiden ook tot veel politieke discussie, waaronder tot de vraag of de minister de bevoegdheid heeft om het sluiten van een afdeling voor acute zorg (zoals de SEH) kan tegenhouden. Het korte antwoord is dat de minister van VWS niet gaat over welke zorg een ziekenhuis wel of niet aanbiedt en dus ook niet de bevoegdheid heeft om een dergelijke sluiting te verbieden.
Voor ziekenhuizen geldt als uitgangspunt geen verplichting tot het aanbieden van acute zorg. Dat er voldoende acute zorg beschikbaar is, is onderdeel van de wettelijke zorgplicht van zorgverzekeraars. Dat betekent echter niet dat een ziekenhuis daarom zomaar kan stoppen met het verlenen van acute zorg.
Het aanbieden van acute zorg kan namelijk alleen (gedeeltelijk) worden beëindigd of opgeschort wanneer een zorgvuldige besluitvormingsprocedure is gevolgd. Dit volgt uit de Wkkgz, het Uitvoeringsbesluit Wkkgz en de Uitvoeringsregeling Wkkgz. Die zorgvuldige besluitvormingsprocedure bestaat uit onder meer overleg met de gemeente en zorgverzekeraars, het informeren van de IGJ en het aanvragen van een bereikbaarheidsanalyse bij het RIVM. Ook moet het ziekenhuis zich aantoonbaar inspannen om onzekerheid te voorkomen bij inwoners uit de omgeving die belang hebben bij het acute zorgaanbod. Met de in het Uitvoeringsbesluit en de Uitvoeringsregeling voorgeschreven procedure is beoogd dat alle relevante partijen worden geïnformeerd over de voorgenomen (gedeeltelijke) beëindiging of opschorting en dat het ziekenhuis de belangen van die partijen meeweegt bij het besluit.
Op 13 mei 2025 is in de Tweede Kamer bij de behandeling van een wetsvoorstel tot wijziging van de Wkkgz een amendement aangenomen over deze besluitvormingsprocedure. Dit wetsvoorstel moet nog door de Eerste Kamer worden behandeld.
Wanneer de met het amendement voorgestelde wijziging van artikel 3a Wkkgz wordt aangenomen, krijgt de burgemeester een grotere rol bij de besluitvormingsprocedure. De burgemeester kan dan een zwaarwegend advies uitbrengen over de voorgenomen sluiting. Als dit een negatief advies is, kan de beëindiging of opschorting alleen plaatsvinden als het ziekenhuis heeft gemotiveerd waarom het advies niet wordt gevolgd en de IGJ hierover eveneens een zwaarwegend advies heeft uitgebracht.
Hoewel de gemeente in de huidige besluitvormingsprocedure ook al door het ziekenhuis moet worden betrokken, wordt met deze aanpassing de invloed en betrokkenheid van de gemeente behoorlijk vergroot. Overigens is niet uitgesloten dat deze besluitvormingsprocedure nog verder wordt gewijzigd, nu VWS eerder heeft aangekondigd de regelgeving op dit punt te willen aanpassen. Wat die aanpassingen concreet inhouden, zal nog moeten worden bezien.