Op 8 juli 2017 zakte de jonge voetballer Abdelhak Nouri op het veld in elkaar, sindsdien ligt hij in coma. Ajax heeft in de tussentijd laten weten dat de oorzaak waarschijnlijk een hartritmestoornis was. De familie stelt nu Ajax aansprakelijk, omdat Ajax volgens advocaat John Beer niet naar de medische richtlijnen heeft gehandeld.
Arbitragecommisie
Opvallend aan deze zaak is dat de familie niet naar de rechtbank gaat, maar een procedure begint bij de arbitragecommissie van de KNVB. Vervolgens rijst dan ook de vraag wat die commissie precies inhoudt en of dat een verstandige keuze is. De KNVB schrijft op haar website dat de arbitragecommissie een onafhankelijk orgaan is, dat alle geschillen beslecht die verband houden met de voetbalsport. Het is opvallend te noemen dat de KNVB in dezelfde zin benadrukt dat een gang naar deze commissie de gang naar de burgerlijke rechter uitsluit. Tegen het oordeel van de commissie staat dus geen hogere voorziening open.
De commissie bestaat uit 3 leden, waarvan een lid een meester in de rechten is en twee leden uit een zogenaamde B-categorie komen. De B-categorie is de verzamelterm voor bestuurders, trainers en spelers. Het is eveneens opmerkelijk te noemen dat de meerderheid van de commissie uit niet-juristen bestaat, zeker nu het aankomt op de juridische complexe kwestie van aansprakelijkheid. Overigens heeft de KNVB daar wel een zekerheid tegen ingebouwd, want op verzoek van een van de partijen kan de algemeen voorzitter van het college van arbiters besluiten dat de zaak behandeld wordt door alleen de meester in de rechten.
Verstandig?
Ook hoogleraar sport en recht Marjan Olfers (VU) heeft haar bedenkingen bij de keuze voor de arbitragecommissie. Zij stelt dat voor een dergelijke kwestie ‘’hardcore-kennis’’ van het aansprakelijkheidsrecht is vereist, terwijl de arbitragecommissie voornamelijk bedoeld is voor arbeidsrechtelijke geschillen. Onderaan het NOS-artikel waarin Olfers haar zorgen uit, merkt de NOS-redactie op dat de commissie zichzelf onbevoegd kan verklaren. Hoe de redactie tot die conclusie komt, is mij onduidelijk. Het arbitragereglement stelt immers dat de commissie zichzelf alleen onbevoegd kan verklaren op een beperkt aantal gronden, onvoldoende kennis van het recht maakt daar geen onderdeel van uit.
Al met al is het een opmerkelijke keuze van de familie om naar de arbitragecommissie te stappen, in plaats van de rechtbank. Niet alleen moet nu een complex aansprakelijkheidsrechtelijk geschil worden beslecht door een commissie die grotendeels uit niet-juristen bestaat, ook kan de familie niet in beroep tegen de uitspraak van de commissie.
Dit bericht is geschreven door David Jan Meijer.