Ad rem

Delen:

De Lithgow Zig Zag Railway, in de Blue Mountains ten Westen van Sydney, is een waar wonderwerk van 19de-eeuwse ingenieurskunst. Om anders onneembare steilten te overwinnen werd de spoorweg “heen en weer” door de bergen aangelegd, met kopsporen alwaar de locomotieven telkenmale aan de andere kant van de trein werden gezet. Pas in de 20ste eeuw konden tunnels worden geboord. Maar de Zig Zag Ry. heeft niet uitgediend. Heden ten dage wordt zij met stoomtractie in ere gehouden, in een time warp experience die de toeristische reis bepaald waard is. De menselijke inspanning om dit alles te bouwen moet geweldig zijn geweest. Conservationists zullen het een verstoring van de overweldigende natuur hebben gevonden. Nu is het een monument geworden, een bijna natuurlijk deel van het berglandschap.

Op de nieuwe spoorlijn door de Blue Mountains rijden onder andere reusachtige goederentreinen, getrokken door drie of meer supergrote en -sterke diesellocomotieven. Wachtend op de Cityrail naar Sydney kon je ze al van verre horen aankomen. Eerst klinkt het als een bijna onheilspellend gerommel. Dan wordt het een onbeschrijfelijke symfonie van groeiend, wegstervend en uiteindelijk overweldigend geluid. Als de trein oorverdovend langskomt, op de helling niet veel harder rijdend dan enkele tientallen kilometers per uur (10.000+ pk met 10.000+ ton aan de haak, om de kenners enig idee te geven) biedt het geheel een bijna religieuze ervaring. Weer zullen conservationists zeggen: dit verpest het landschap. Misschien, maar wat kan op tegen dit totaaltheater? Zonder die bergen zou het niet zo mooi klinken trouwens.

Staande op het minuscule platform en al in de verte opgemerkt door de machinist was zijn doodsangst bijna voelbaar: “Heb ik weer een gek die gaat springen?” Hij bleef toeteren tot hij langs het perronnetje was. Uiteindelijk zwaaide hij terug. – Ga zelf kijken, dan kunt u eindelijk vaststellen dat uw columnist niet alleen onzin schrijft.

Op de terugweg in de trein kon worden vastgesteld dat hier – of daar – niet alles beter is dan bij ons. Ook in Australië wordt gereisd met de schoenen op de bank – al zijn de kosten ervan, tot 5500 dollar (!), overal duidelijk aangeplakt. Zo blijft doelmatigheid een kwestie van sanctie én pakkans. Het deed denken aan een oude grap (van Sjefke van Oekel?): Conducteur zegt tegen reiziger in overtreding: “Zit u thuis ook met uw schoenen op de bank?” Reiziger: “Knipt u thuis ook kaartjes?”.

In de argumentatietheorie heet dergelijke argumentatie tu quoque: “jij ook” ofwel “jijbak”. Maar een standpunt kan niet worden weerlegd door de bewering dat de spreker zich niet houdt aan zijn eigen standpunt (als dat al zo is en nog afgezien van de valse analogie in het antwoord van de reiziger). Toch is het een verleidelijke drogredenering, met een hoog gehalte aan leedvermaak.

Zo heb je tegenwoordig allerlei neoconservatieve wereldverbeteraars, niet alleen in de Verenigde Staten. Hun bericht is bekend. Het gaat de verkeerde kant op, de hedendaagse jeugd heeft en is geen toekomst, oude deugden moeten in ere worden hersteld, rangen en standen moeten weer worden ingevoerd, vrouwen moeten thuis voor de kinderen zorgen, het huwelijk is heilig, sex is slecht en zo nog meer uit de oude doos, meer politie en de doodstraf incluis. Niet zelden moet het Christendom als rots in de branding dienen. De Here Jezus zou zich omdraaien in zijn graf.

Dat doet toch denken dat deze wonderlijke optocht aan predikanten, prs. drs. met valse autoriteit ook buiten hun vakgebied en andere geestesadel tenminste probeert zelf een begin te maken met het terugdraaien van de geschiedenis – verondersteld dat vroeger inderdaad alles beter was. Maar nee. Verleiding van sex en erger is nogal eens sterker. Zelf hadden zij er zo voor gewaarschuwd. Voor smakelijker hapjes worden de heilsprofetengezinnen zonder pardon in de steek gelaten en ook in andere opzichten houden niet al onze wereldverbeteraars zich helemaal aan hun eigen boekjes. (Katholijke kindergebruikers blijven hier beter buiten beschouwing.)

Het zal wel met die rangen en standen te maken hebben: huwelijks- en andere moraal is voor het gewone volk, wie zo veel beter weet is boven het vulgus natuurlijk ver verheven. Of alles dan nog met twee benen op een grond staat is een andere vraag. Bovendien: als de profeten het zelf al niet kunnen, wat moet dan het onmachtige gewone volk? Een enkeling biecht publiekelijk zijn zonden op, onder luid gejuich van de gemeente. Soms wordt het nog uitgezonden ook. Kennelijk is het net zo neoconservatief om gewoon je godgeslagen gang te gaan zolang je achteraf alles maar opbiecht. Of niet.

Wat maakt mensen tot predikers, conservatief of anderszins, hun medemensen voorhoudend dat zij het bij het verkeerde eind hebben? Vlucht uit het heden, onmacht het bestaande te aanvaarden, drang anderen en -nog onbewuster – zichzelf te straffen, doodsangst en nog veel meer, zou de psychiater zeggen. (Gingen ze er maar naar toe.) Wittgenstein is natuurlijk domme nieuwlichterij (“ingenieursfilosofie” schreef een van die tijdterugdraaiers). Toch maar weer eens iets uit zijn Tractatus (1921) aangehaald en vrij vertaald: “Als onder eeuwig leven niet wordt begrepen: oneindige tijdsduur, maar tijdloosheid, leeft die mens eeuwig die nu (“in der Gegenwart”) leeft. En over doodsangst: “De dood is geen gebeurtenis in het leven. De dood beleef je niet.” Geen angst dus, tenminste, niet voor de eigen dood. (Of machinisten er wat aan hebben is een andere vraag.)

Nog meer troost vinden onze neocons bij Samuel Johnson, nota bene groot vertegenwoordiger van een Verlichting die naar conservatieve maatstaven net zo domme nieuwlichterij is. Hun eigen geschriften zijn kennelijk uitzonderingen, anders zouden die naar hun eigen maatstaven net zo waardeloos zijn als al dat andere Verlichtings- en later gekrabbel.

Al vóór Wittgenstein schreef Johnson: “Consolation in the face of death”, te vinden in een prachtige Penguin-bloemlezing uit zijn essays, onder dezelfde titel. In diezelfde uitgave (hier in Australië even niet bij de hand) verdedigt Johnson al die sprekers en schrijvers die niet doen wat zij zeggen – en dat zijn niet alleen neoconservatieven. Terecht stelt hij dat de aannemelijkheid van enig standpunt niet wordt bepaald door de levenswandel van de auteur. Dat is inderdaad het punt van tu quoque. Zo kunnen onze roependen in de postmoderne woestijn alsnog gelijk hebben. Al vergroot hun groezelige levenswandel de geloofwaardigheid van hun standpunten niet zonder meer.

Op het gevaar af zelf in belering te vervallen toch nog een algemene les uit dit alles. Niet alleen doet het er voor de aannemelijkheid van een standpunt niet toe wie het beweert en wat die spreker er toe drijft, doodsangst of wat dan ook, in het algemeen is het goed om personen en zaken uit elkaar te houden. Wees ad rem, niet ad hominem. Inderdaad is tu quoque als drogredenering een bijzondere vorm van ad hominem. Laat zakelijke onenigheid nooit doorspelen in persoonlijke verstandhoudingen. Dat kan zelfs een machtig wapen zijn, of zelfs ontwapenend in anders onoplosbare onenigheden.

Anders die middelbejaarde mevrouw de rechter met hoge zuurgraad die zichtbaar verontwaardigd Lucia de B. vonniste, in de trant van: “U bent een slecht mens!” Terwijl haar alleen was gevraagd om een oordeel te vellen over de rechtmatigheid van de gevraagde sanctie. Zelfs dat deed zij verkeerd. Dergelijk gedrag is nogal wat dommer en ordinairder dan in de trein zitten met vieze schoenen op de bank. Het is uit een andere oude doos, maar daarom niet minder bedenkelijk. Opsluiten en Enschedé over “De grenzen van de functie van de strafrechter” (Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 1974, pp. 605-626) uit het hoofd laten leren, dat is nog de beste remedie tegen deze vervuiling van de magistratuur. Niet alle argumentatie ad hominem is drogredelijk, al helemaal niet als het er om gaat echte misstanden aan de kaak te stellen.

Beschaving, neoconservatief of niet, is: standpunten toetsen in termen van redenen die er toe kunnen strekken, zonder rekening te houden met de bronnen er van. Beschaving is ook: wellevendheid in de omgang met andersdenkenden, hoe verwerpelijk hun standpunten ook kunnen zijn. En: kritiek op standpunten nooit opvatten als kritiek op de persoon. Goede manieren zijn niet minder belangrijk dan goede argumenten. – Zo komen wij al zigzaggend langs allerlei stations zelfs in dit stukje misschien toch nog ergens. Al rijdt de trein natuurlijk gewoon door. We blijven onderweg.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven