Het rechtsbijstandstarief voor advocaten die verdachten bijstaan tijdens een politieverhoor moet omhoog en de rol van raadslieden bij deze verhoren moet groter dan nu is voorzien. Dat vinden twee verenigingen van strafrechtadvocaten, die hiervoor minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) voor de rechter slepen in een kort geding. De Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) en de NVJSA, de vereniging van jonge strafrechtadvocaten, willen de minister hierover op korte termijn dagvaarden.
Verdachten hebben vanaf 1 maart recht op een advocaat tijdens het politieverhoor, maar deze juristen maken zich zorgen over de praktische uitwerking en de vergoedingen. Volgens de advocaten staat er nu een vergoeding van anderhalf uur voor de bijstand tijdens een verhoor, ongeacht het aantal verhoren en hoe lang die duren. Dat komt neer op150 euro. “Een fooi en bedrijfseconomisch onverantwoord”, zegt de NVSA. Voor zware zaken is er een vergoeding van drie uur (300 euro), maar de advocaten willen een vast uurtarief, dat gelijk is aan het uurtarief van de gefinancierde rechtsbijstand.
Ook vrezen de advocaten dat ze alleen voor en na, en niet tijdens het verhoor mogen praten met hun cliënt. Dat is in strijd met Europese regelgeving, zeggen NVSA en de NVJSA, en dat willen ze ook anders. “De rol van de advocaat wordt nu zo uitgehold dat er feitelijk geen sprake is van rechtsbijstand,” zegt Geertjan van Oosten van de NVSA tegen het ANP.