
In harde bewoordingen heeft de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) afstand genomen van het standpunt van Maurits Barendrecht (Hill Innovating) over de vernieuwing van de rechtsbijstand. Aanleiding is de publicatie ‘Meer waarde toevoegen: Rechtsbijstand na Wolfsen en Barkhuysen’ waarin Maurits Barendrecht reageert op de bevindingen van de commissies-Wolfsen en –Barkhuysen.
De NOvA zegt dat Barendrecht weinig oog heeft voor de praktische opgave van de beide commissies die onderzoek deden naar verbetering van de toegang tot het recht. De NOvA noemt Barendrechts kritiek ‘niet fair en behoorlijk suggestief’.
Tekentafel
Maurits Barendrecht constateert dat de beide commissies zich keurig aan hun opdracht hebben gehouden en niet hebben gekozen voor een ambitieuze aanpak waarin het rechtssysteem ten principale ter discussie wordt gesteld.
De NOvA geeft toe dat hij daar een punt heeft, maar zegt vervolgens: “Anders dan Barendrecht ziet de NOvA in het rapport van de commissie-Barkhuysen wel aanknopingspunten voor een brede en goede visie. De realiteit is dat we niet aan de wetenschappelijke tekentafel een nieuw stelsel kunnen schetsen. Dat is ook niet nodig. Het bestaande systeem is in de basis goed, zeggen beide commissies, maar een modernisering is wel hoogst noodzakelijk.”
Volgens Barendrecht is het huidige rechtssysteem gebaseerd op het toernooimodel. Hij zegt dat het stelsel dringend behoefte heeft aan innovaties die zijn ontworpen voor de gebruikers van het recht en zijn toegesneden op hun problemen. Omdat de commissies die innovaties onvoldoende presenteren, ontbreekt het hun aan visie, en blijven ze hangen in symptoombestrijding, aldus Barendrecht. Hij verwijt de commissie Barkhuysen (die is ingesteld door de NOvA) ook dat ze wel erg veel ‘advocaat-vriendelijke’ voorstellen doet (bijvoorbeeld: advocaten bepalen zelf of een zaak toevoegingswaardig is, dekens oefenen toezicht uit op toevoegingen, advocaten binnen het stelsel moeten een marktconform inkomen hebben etc.).
De NOvA verwerpt die kritiek. “De aanbevelingen van de commissie-Barkhuysen passen binnen de kaders van het huidige rechtssysteem en zijn dus ook zonder fundamentele wijzigingen van het rechtssysteem relevant. Wel zo praktisch.” De orde voegt daar aan toe: “En voor de duidelijkheid, met de verbetering van de gefinancierde rechtsbijstand doelt de commissie niet op verhoging van de omzetten en inkomens van de advocaten in het stelsel, zoals Barendrecht suggereert…Het verwijt van Barendrecht dat de commissie-Barkhuysen blijft steken in een wensenlijst waar alleen de advocatuur beter van wordt, doet geen recht aan de intenties van de commissie noch aan de inhoud van het rapport.”
Op maandag 15 februari is op het ministerie van Veiligheid en Justitie een werkconferentie gehouden over een toekomstbestendig stelsel voor rechtsbijstand. Minister Ard van der Steur gaf de aftrap.