De googelende rechter
De zaak doet enigszins denken aan de eerder in oproer geraakte ‘googelende rechter’. De rechter in deze zaak uit 2011 zocht op het internet feitelijke gegevens via Google. Omdat de partijen geen kans kregen om deze gegevens waar te nemen en hierop te reageren, werd dit handelen van de rechter in strijd geacht met de beginselen van hoor en wederhoor.
De ChatGPT-rechter
De kantonrechter in Nijmegen gebruikte de AI-chatbot echter om het geschatte rendementsverlies te berekenen van de eiser. In het uiteindelijke vonnis vertaalde zich dat als volgt:
“De kantonrechter schat, mede met behulp van ChatGPT, de gemiddelde levensduur van zonnepanelen uit 2009 op 25 à 30 jaar; die levensduur wordt daarom hier op 27,5 jaar gesteld.”
Ofwel, gegevens invoeren en op berekenen klikken: een kind kan de was doen. Talloze juristen zijn echter minder blij met deze nieuwe ontwikkeling. “Bij Google kun je tenminste nog achterhalen waarop de zoekmachine zich baseert; bij ChatGPT is niets verifieerbaar”, aldus advocaat-partner Beenders van Van Doorne. Ook Geert-Jan Knoops heeft zich over de kwestie uitgelaten: “Een rechterlijke uitspraak dient zich op feiten en het recht te baseren en niet op informatie waarvan de onderliggende bron onduidelijk is zoals bij ChatGPT.”
Zo denkt ChatGPT er zelf over
Om onze verdachte in deze zaak nader te doen horen besloot ik de volgende – ietwat lange – vraag in te typen op ChatGPT:
‘Is het gebruiken van een AI-chatbox zoals ChatGPT door een rechter, mits deze informatie wordt medegedeeld aan beide partijen zodat hiermede de beginselen van hoor- en wederhoor in acht worden gehouden, betrouwbaar, gezien het feit de informatie die ChatGPT aanlevert niet verifieerbaar is en niet altijd feitelijk c.q. juridisch juist is?’
Het antwoord van ChatGPT luidde als volgt:
“Hoewel het delen van door AI gegenereerde informatie met beide partijen een belangrijke stap is om de beginselen van hoor- en wederhoor te waarborgen, blijft het gebruik van ChatGPT door een rechter problematisch vanwege de mogelijke onbetrouwbaarheid en onjuistheid van de informatie. Het zou daarom niet raadzaam zijn om AI-informatie zonder meer te gebruiken in juridische beslissingen, tenzij deze informatie grondig wordt geverifieerd en gebruikt in combinatie met andere, meer betrouwbare bronnen.”
Een vrij duidelijk antwoord, me dunkt. Leest u mee, rechter?