Arjen van Rijn over Caribisch staatsrecht

Delen:

Mr. van de week is Arjen van Rijn, buitengewoon hoogleraar Staatsrecht en staatkundige vernieuwing aan de University of Curaçao. Hij is tevens advocaat (bij De Clercq Advocaten Notariaat) en deken van de Haagse Orde van Advocaten. Op 14 maart wordt zijn Handboek Caribisch Staatsrecht officieel gepresenteerd.

We hebben het nageteld: de ‘Van der Pot’ over het Nederlandse staatsrecht telt 1188 pagina’s, uw Handboek Caribisch Staatsrecht 916 pagina’s. Da’s wat minder, maar relatief erg veel stof over enkele eilanden. Valt er zóveel te schrijven over dat onderwerp?
Het boek behandelt het staatsrecht van de vier Caribische entiteiten Curaçao, Aruba, Sint Maarten en de BES en van het overkoepelend verband, het Koninkrijk der Nederlanden. Binnen ons Koninkrijk hebben we maar liefst vijf constituties, het Statuut voorop, zes wettenstelsels en twintig verschillende soorten wettelijke regelingen. Je moet je hoofd er goed bij houden om in dit labyrint steeds de goede afslag te blijven nemen. De Caribische koninkrijksdelen beslaan qua bevolking en grondgebied slechts twee procent van die van Nederland, maar de staatsrechtelijke drukte die dit teweegbrengt is enorm. Én het gaat om buitengewoon relevante en spannende zaken. Denk aan alle actuele verwikkelingen rond ons buurland Venezuela. Dan zitten we middenin het Caribische staatsrecht.

U bent hoogleraar, ver weg, advocaat én deken. En dan nog een pil schrijven. Waar haalt u de tijd vandaan?
Het boek had ik al grotendeels af toen ik deken van de Haagse Orde van Advocaten werd. Het dekenaat is praktisch full time, daar kan niet veel naast. Dat betekent helaas ook dat het wat mijn verblijven in de Cariben betreft tijdens mijn dekenaat een kwestie van passen en meten zal zijn.

We kunnen het ons niet voorstellen, maar zijn er onderwerpen over het Caribisch staatsrecht die het Handboek níet hebben gehaald?
Niet echt, al moest ik, hoe gek dat bij 900 pagina’s ook klinkt, toch nog wel eens een afkorting nemen. En wie actief naar een lacune op zoek is, zal die denk ik ook altijd wel vinden.

Kunt u één thema noemen waarvan u tijdens het schrijven verbaasd raakte?
Ik loop al dertig jaar mee dus echte verbazing, nee. Maar het blijft voor mij onbegrijpelijk waarom het voor de Europees-Nederlandse en de Caribische politiek zo moeilijk is elkaar te begrijpen. Daardoor knalt het vaker dan nodig. Dat levert wel mooie staatsrechtelijke discussies op, maar een beetje meer wederzijds inlevingsvermogen zou wonderen doen.

Zijn er elementen uit het Caribisch staatsrecht waarvan u denkt: snel overnemen in het Europese deel van het koninkrijk?
De Caribische landen hebben de rechter allang de bevoegdheid tot toetsing van formele wetgeving aan de klassieke grondrechten in hun constituties gegeven, iets wat Femke Halsema in 2002 met een initiatiefwet ook in Nederland heeft geprobeerd in te voeren maar wat nog steeds niet is gerealiseerd omdat het zo gevoelig ligt. Ik begrijp eerlijk gezegd het probleem niet. Sint Maarten kent bovendien een constitutioneel hof, dat al enige boeiende uitspraken heeft gedaan. De politiek moet in Nederland niets van constitutionele rechtspraak hebben terwijl dat elders in de wereld doodnormaal is. Terecht, want het is een illusie om te denken dat de wetgever geen fouten kan maken. Nederland zit zichzelf met al zijn tradities soms behoorlijk in de weg. Gelukkig hebben we de Caribische landen. Daar vinden de interessante ontwikkelingen plaats.

Als u het voor het zeggen had dan…
Zou de volgende Nederlandse minister-president in ieder geval een vrouw zijn. In de Caribische landen is ook dat al sinds de jaren tachtig doodgewoon. Zowel Aruba als Sint Maarten heeft op dit moment een vrouwelijke minister-president. Nederland vindt zichzelf graag vooruitstrevend maar als het gaat om vrouwen aan de top is het glazen plafond hier keihard. De enige manier om daar verandering in te brengen is een vrouwenquotum, wat mij betreft gelijk van vijftig procent.

Wat is het hoogtepunt in uw carrière?
Dat zijn mijn adviezen achter de schermen waarover ik helaas niet kan praten.

Wat of wie is voor u een bron van inspiratie?
Nelson Mandela, omdat hij ondanks het grote leed dat hem werd aangedaan niet haatte maar liefhad.

Wat is niet over u bekend, dat wel interessant is?
Ik heb niet de illusie dat er buiten mijn juridische opvattingen iets interessant genoeg is om met de rest van de wereld te delen.

Welke muziek zet u op tijdens lange vluchten naar Curaçao?
Die tien uur heen werk ik, terug is een nachtvlucht en dan probeer ik zoveel mogelijk te slapen. Muziek luisteren in een vliegtuig is net als films kijken erg suboptimaal. Daar zie ik van af.

Welk boek las u het laatst?
Mijn jaren met Obama van Ben Rhodes.

Met welke beroemdheid zou u een gevangeniscel willen delen?
Met Beatrix en Willem-Alexander, om te horen hoe het is wanneer je je leven moet doorbrengen in een korset waarvoor je niet vrij hebt gekozen, terwijl iedereen ook nog eens met dat leven wil meekijken. Een gevangeniscel lijkt me voor zo’n gesprek een passend decor.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven