Wie zich netjes aan de verkeersregels denkt te houden en de auto stilzet op een parkeerplaats om te telefoneren, kan daarvoor maar beter wel parkeergeld betalen. Zo blijkt uit de uitspraak van het Gerechtshof van Amsterdam in de zaak van meneer X.
Zoals vele anderen leek het X een goed idee om in plaats van te telefoneren achter het stuur, zijn auto stil te zetten op een parkeerplaats en zijn (kennelijk heel belangrijke) telefoongesprek daar te voeren. Na anderhalve minuut vertrok X weer, maar tot zijn verbazing kreeg hij achteraf een boete van € 42,10 voor het niet betalen van parkeerbelasting. Deze bestond uit € 4 parkeerbelasting en € 38,10 naheffingskorting (pinkt traantje weg). X kon zich niet in deze boete vinden en stapte naar de rechter. Hij is van mening dat het niet nodig is om voor zo’n korte tijd parkeerbelasting te betalen.
Hoewel de rechtbank kan begrijpen dat X zijn auto stil heeft gezet op de parkeerplaats, gaat de rechtbank niet mee met zijn verweer. De rechtbank stelt dat volgens de vaste rechtspraak ook het kort stilstaan voor een telefoongesprek, gekwalificeerd kan worden als parkeren. Dat dit maar voor korte duur was, betekent dus niet dat hij geen parkeerbelasting verschuldigd was.
X is het ook niet eens met de rechter en gaat in hoger beroep. Ook het Gerechtshof van Amsterdam gaat niet mee met het verweer van X en stelt een juridisch kader voor parkeren op: Ingevolge artikel 225, tweede lid, van de Gemeentewet en artikel 2, aanhef en onderdeel a, van de Verordening Parkeerbelastingen 2017 van de Gemeente Amsterdam (Gemeenteblad 2016, 178567) wordt – voor zover hier van belang – onder parkeren verstaan het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden en lossen van zaken. Oftewel als je niet onmiddellijk uitstapt wanneer je op een parkeerplaats staat, moet je gewoon parkeergeld betalen.
Het lijkt er wel op dat dit verhaal anders had kunnen aflopen. X had namelijk ook aangevoerd dat de manier waarop de parkeerbelasting wordt gecontroleerd, niet uitsluit dat hij bezig was met in- of uitstappen. Het Gerechtshof ging hier alleen niet in mee, omdat X zelf al had aangevoerd dat hij de auto had stilgezet om te bellen. Als X niet zelf had aangevoerd dat hij aan het bellen was, zou hij er misschien nog boetevrij vanaf gekomen zijn.
Kortom: wanneer je broer, zus, vriend, vriendin, vader, moeder, catsitter of scharrel je belt, betaal dan eerst even parkeerbelasting voor je de auto stilzet op de parkeerplaats!
Voor wie de uitspraak zelf wil lezen raadpleeg: ECLI:NL:GHAMS:2019:2491.
