Het AD berichtte vandaag dat er maandag een ‘dekenbezwaar’ is behandeld in de Amsterdamse rechtbank, naar het lekken uit een strafdossier door advocaat Roethof. Dat onderzoek begon nadat het Openbaar Ministerie (OM) een signaal over Roethof afgaf bij de Orde van Advocaten. “Dat was een serieus en zorgwekkend signaal”, aldus Jacqueline Schaap, de deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten, op de site van de krant. Zij lichtte toe dat de verdenkingen zijn voortgekomen uit berichten die zijn verstuurd met de versleutelde berichtendienst Encrochat.
Daardoor krijgt de tuchtzaak het karakter van een proefproces, omdat het voor het eerst is dat ontsleutelde cryptoberichten in een tuchtzaak tegen een advocaat worden gebruikt.
Huiszoeking
De zaak draait om een cliënt van Roethof die in de zomer van 2020 werd aangehouden. Daarop volgde een huiszoeking, waarbij een groot geldbedrag in contanten werd gevonden. De cliënt van Roethof kreeg beperkingen opgelegd, wat betekent dat hij geen contact mag hebben met de buitenwereld. Dat gold ook voor Roethof. Toch kwam er informatie uit het lopende onderzoek naar buiten. Dit zou aan het licht zijn gekomen door chats in Encrochat, waarbij anonieme gebruikers het over de hoeveelheid in beslag genomen geld hebben, en die informatie van ‘de advocaat’ afkomstig zou zijn. Nadat de beperkingen zijn opgeheven, valt in het contact tussen de gebruikers ook de naam ‘Roethof’.
Roethof ontkende tijdens de behandeling van het dekenbezwaar dat hij informatie heeft gelekt. Hij herhaalde dit dinsdag tegenover RTL Nieuws: “Het is niet gebeurd. Vanaf het moment dat mij bekend was dat er beperkingen waren opgelegd, heb ik mij onthouden van het delen van inhoudelijke informatie met derden. Daarvoor stond het mij vrij die informatie te delen.”
Schorsing
Maar dit was niet de enige zaak die maandag werd behandeld. De deken vroeg de Raad ook om een voorwaardelijke schorsing die Roethof eerder was opgelegd, om te zetten in een definitieve schorsing van vier weken. In 2020 had Roethof zonder overleg met zijn cliënt hoger beroep ingesteld in een zaak, waarbij de cliënt in dat hoger beroep een fors hogere straf kreeg opgelegd: een gevangenisstraf van vijf maanden in plaats van een werkstraf. De Raad van Discipline oordeelde dat Roethof hier zeer onzorgvuldig had gehandeld.
De Raad van Discipline doet op 25 maart in beide zaken uitspraak.