Bestuursrechter faciliteert schadevergoeding bij schending AVG

De bestuursrechter heeft op grond van recente jurisprudentie een belangrijke rol gekregen bij het vergoeden van schade door schending van privacyregels bij persoonsgegevensverwerking. Op 1 april 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) namelijk een viertal uitspraken gewezen waarin zij oordeelt over het verzoek tot toekenning van schadevergoeding door een bestuursorgaan op grond van de (Europese) Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), aldus Barhuysen Van Angeren.
Foto: Depositphotos

Op 1 april 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State  namelijk vier uitspraken gewezen waarin zij oordeelt over het verzoek tot toekenning van schadevergoeding door een bestuursorgaan op grond van de (Europese) Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Onder het regime van de Wet bescherming persoonsgegevens was de burgerlijke rechter de gebruikelijke weg waarlangs iemand schadevergoeding kon krijgen wanneer een bestuursorgaan privacyregels overtrad. De Afdeling oordeelt nu dat zij onder de AVG, naast de burgerlijke rechter, óók bevoegd is om kennis te nemen van dit verzoek om schadevergoeding. De Afdeling benadrukt ook vaker schadevergoeding te gaan toekennen bij schending van privacywetgeving door bestuursorganen. De Afdeling sluit voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding conform haar vaste jurisprudentie aan bij het civiele schadevergoedingsrecht.

Bijzonder is de manier waarop de Afdeling haar bevoegdheid construeert. Zij baseert deze op artikel 82 AVG, in samenhang gelezen met artikel 8:88 Awb en artikel 34 Uitvoeringswet AVG. De Afdeling leidt daaruit af dat dezelfde rechter die oordeelt over de onrechtmatigheid van beslissingen van bestuursorganen op een verzoek als bedoeld in artikel 15 tot en met 22 AVG (zoals een verzoek om inzage, verwijdering of correctie), óók kan worden verzocht om vergoeding van daarmee in verband staande schade, zij het tot een maximum van 25.000 euro. Dat is een praktisch resultaat dat bijdraagt aan het beperken van versnipperde rechtsbescherming en om die reden steun verdient. Toch zijn er kanttekeningen mogelijk als het om de onderbouwing gaat. Het is bijzonder dat de Afdeling de bestuursrechter zonder meer bevoegd acht in gevallen als hier aan de orde. Artikel 8:88 Awb wordt, zo overweegt de Afdeling ook zelf, in deze uitspraak zo uitgelegd dat er voor de bevoegdheid van de bestuursrechter minder strikt wordt vastgehouden aan de eis van een onrechtmatig besluit als schade-oorzaak; het gaat immers om een feitelijk handelen (het verwerken van de gegevens). Er moet volgens de Afdeling wel een verband zijn met een besluit, maar dit besluit als zodanig hoeft niet onrechtmatig te zijn.

Vooralsnog moet in ieder geval worden aangenomen dat de gekozen benadering alleen voor de AVG geldt, maar deze zou ook een opmaat kunnen zijn naar een verruiming van de schadevergoedingsmogelijkheden van de bestuursrechter in brede zin. Ter voorkoming van versnipperde rechtsbescherming zou een dergelijke ontwikkeling toe te juichen zijn. Tegelijk roept deze ingewikkelde rechtsmachtverdelingsvraagstukken op. Dat maakt actie van de wetgever uiteindelijk gewenst, waarbij mogelijk de AVG-aanpak als proeftuin kan dienen.

Lees meer over:

Meer weten over deze organisatie(s)?

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven