Blauw op zwart. Het einde van Politie Reality-TV?

De Staat heeft volgens de rechtbank Rotterdam de Wet politiegegevens overtreden door documentairemakers mee te laten lopen bij een lopend onderzoek van de FIOD. Daarmee lijkt het einde van reality-TV waarbij we een inkijkje krijgen in het politiewerk door dit met camera te kunnen volgen in zicht.

Delen:

beeld: Depositphotos

In de documentaire ‘Nederland Fraudeland’ werd de FIOD gevolgd bij de voorbereiding en uitvoering van een actie jegens een keten van sushirestaurants. Na een reeks van rechtszaken en hoger beroep over de filmopnames en de uitzending van de documentaire is daar 4 oktober jl. een vonnis in een specifieke zaak bijgekomen gericht op de verstrekking van politiegegevens aan de documentairemakers bij de opnames. Twee van de (groot)aandeelhouders van de sushiketen hebben zowel de Staat als het mediabedrijf aangesproken en schadevergoeding geëist wegens een schending van hun recht op eerbiediging van hun privéleven (art. 8 EVRM). Het zou daarnaast gaan om een schending van de Wet politiegegevens door het Openbaar Ministerie, in het bijzonder een schending van de geheimhoudingsplicht (art. 7 Wpg) aangezien in strijd met artikelen 19 en 20 Wpg politiegegevens ten onrechte waren verstrekt aan het mediabedrijf.

Deze artikelen zien op de mogelijkheid om aan derden incidenteel (art. 19 Wpg) en structureel (art. 20 Wpg) politiegegevens te ‘verstrekken’. “Een voorgenomen verstrekking dient integraal te worden getoetst aan het doel (in dit geval: het voorkomen van belastingfraude), de aanwezigheid van een zwaarwegend algemeen belang, noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit.” (r.o. 5.33). Deze toets dient voorafgaand aan de verstrekking plaats te vinden en dat ging hier mis. “Doordat de documentairemakers in de gelegenheid zijn gesteld mee te kijken, werden politiegegevens verstrekt op het moment dat zij werden verzameld. Er kon dan ook geen afzonderlijke afweging plaatsvinden of deze wel geschikt waren om te worden verstrekt aan derden en of voldaan was aan bijvoorbeeld de eisen van het zwaarwegende algemene belang, proportionaliteit en subsidiariteit.” (r.o. 5.34) 

Helaas maakt de rechtbank bij deze overwegingen niet duidelijk hoe het maken van opnames werd geconstrueerd als een ‘verstrekking’ in de zin van artikel 19 en 20 Wpg. Waarschijnlijk is er aangesloten bij het zeer ruime begrip van verstrekken dat wordt omschreven in de MvT bij de Wpg, waarin staat dat er ook sprake is van een verstrekking van politiegegevens ‘als een persoon over de schouder van een ander meekijkt naar bijvoorbeeld een bestand persoonsgegevens’. (p. 25-26) Hoewel de rechtbank dus niet verwijst naar de MvT bij de Wpg, lijkt te worden aangenomen dat omdat de FIOD dus de documentairemakers mee liet kijken met de werkzaamheden, dit als een verstrekking heeft te gelden in de zin van artikelen 19 en 20 Wpg. Het was mooi geweest als de rechtbank hier nader op was ingegaan en had aangegeven welke specifieke of althans wat voor soort ‘opsporingsinformatie’ dan daadwerkelijk ‘verstrekt’ was doordat de documentairemakers daar beeld- of geluidsopnames van konden maken of anderszins inzage in hadden gekregen, en zo ja, op welke wijze. 

Hoe dan ook, de rechtbank stelt dat hiermee ten onrechte de geheimhouding (art. 7 Wpg) is geschonden, aangezien een onrechtmatige verstrekking van politiegegevens heeft plaatsgevonden. Eventuele schade is daarmee ook te verhalen op de Staat (r.o. 5.36).  

De vorderingen tegen het mediabedrijf worden evenwel afgewezen. Voor hen gelden art. 19 en 20 Wpg niet, maar – hoewel dit niet expliciet wordt gemaakt door de rechtbank – de AVG behoudens enkele uitzonderingen wel (zie art. 43 UAVG). De rechtbank komt tot de conclusie dat voor het mediabedrijf een beroep op de persvrijheid openstaat en dat de persvrijheid in dit geval zwaarder weegt dan de geringe inbreuk op het privéleven van de betrokkenen, mede gelet op alle maatregelen die zijn getroffen. (r.o. 5.45)

Hoewel het mediabedrijf dus niet aansprakelijk is, lijkt mij dit toch wel het einde van politie reality-TV aan te kondigen. Politie en OM zullen voorzichtiger worden met het verlenen van hun medewerking aan dit soort programma’s, nu het accepteren van camera’s al gauw kan leiden tot een overtreding van de Wpg. Reality-tv programma’s zoals de ‘Bureau’-reeks van Ewout Genemans die meeloopt bij een politiebureau waarvan momenteel Bureau Rotterdam loopt, maar ook het door Omroep Fryslân uitgezonden Fan binnenút, op paad mei de plysje, lijken daarbij niet een lang leven beschoren. Moeten we toch maar weer kijken naar eindeloze re-runs van Law & Order, of oude afleveringen van Blik op de weg.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven