Bommetje onder het bestuursprocesrecht

Maakt een Europees arrest een einde aan de personenfuik van artikel 6:13 Awb voor toegang tot de bestuursrechter?
Bommetje onder het bestuursprocesrecht

Het Hof van Justitie van de Europese Unie oordeelt in het Varkens in Nood arrest van 14 januari 2021 dat het niet indienen van een zienswijze niet aan de toegang tot de bestuursrechter in de weg mag staan van een belanghebbende als het Verdrag van Aarhus van toepassing is.

Dit betekent dat het Nederlandse bestuursprocesrecht op deze onderdelen in strijd is met het Verdrag van Aarhus. Dit verdrag verschaft burgers en algemeenbelang-organisaties inspraakrechten en procedeerrechten op het gebied van in het Verdrag aangeduide besluiten over milieuzaken. Op grond van artikel 6:13 Awb geldt in het Nederlandse bestuursprocesrecht wel een dergelijke personenfuik voor wie geen gebruik maakt van de mogelijkheid om tegen een ontwerpbesluit een zienswijze in te dienen.

Een belanghebbende kan na de uitspraak van het Hof van Justitie een milieubesluit dus voorleggen aan de bestuursrechter, ook als hij niet heeft deelgenomen aan de voorprocedure, als het Verdrag van Aarhus van toepassing is. Dit geldt waarschijnlijk ook voor andere belanghebbenden dan niet-gouvernementele (milieu-)organisaties zoals die wel in de procedure bij het Hof van Justitie centraal stonden. Daarentegen geldt artikel 6:13 Awb nog wel jegens niet-belanghebbenden die hebben deelgenomen aan een uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Los daarvan geldt artikel 6:13 Awb natuurlijk ook nog onverkort bij besluiten waarop het Verdrag van Aarhus niet van toepassing is. 

Het Hof van Justitie heeft geen beperking aangebracht in de werking in de tijd van zijn uitspraak. Dat roept de vraag op hoe om te gaan met zaken die al naar de rechter zijn gebracht. Je kunt betogen dat in al bij de rechter aanhangige zaken die nog niet tot een uitspraak hebben geleid, zo nodig alsnog partijen moeten worden toegelaten die daar op grond van de Awb geen recht toe hebben. Ook kun je betogen dat deze mogelijkheid zelfs moet worden geboden in een aanhangig hoger beroep. Maar dat stuit op meer  procesrechtelijke complicaties. Voor zaken die zijn geëindigd met een onherroepelijke uitspraak, is ook in het licht van jurisprudentie van het Hof van Justitie goed  verdedigbaar dat deze niet hoeven te worden heropend. Dat zou te veel afbreuk doen aan de rechtszekerheid van betrokken partijen.

Daarnaast is het zaak dat de wetgever in actie komt. Om te beginnen door voor Aarhus-zaken de wet aan te passen langs de door het Hof van Justitie gedicteerde lijnen. Daarbij ontkomt de wetgever er echter niet aan om de vraag te beantwoorden of de personenfuik van artikel 6:13 Awb niet ook buiten de werkingssfeer van het Verdrag van Aarhus, en dus voor alle bestuursrechtelijke geschillen, zou moeten worden geschrapt. Doet de wetgever dat niet dan moet hij in elk geval uitleggen waarom deze fuik in Aarhus-zaken niet geldt, maar in andere zaken – waarin ook grote belangen (kunnen) spelen − wel.

Meer weten over deze organisatie(s)?

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Nieuwste berichten

Van onze kennispartners

Scroll naar boven