Booking.com tóch verplicht in het pensioenfonds

Booking.com is hoofdzakelijk een '(online) reisagent' als bedoeld in het verplichtstellingsbesluit en is verplicht deel te nemen aan het bedrijfstakpensioenfonds voor de reisbranche.

Delen:

beeld: Depositphotos

Booking.com is in 1996 als IT-startup opgericht. Bpf Reisbranche vorderde een verklaring voor recht dat Booking.com verplicht moet deelnemen. Booking.com is aan te merken als ‘(online)reisagent’ conform het verplichtstellingsbesluit, omdat zij bemiddelt bij de totstandkoming van overeenkomsten op het gebied van reizen. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen omdat van bemiddeling bij de totstandkoming van een reisovereenkomst geen sprake zou zijn. Hetzelfde gebeurde in hoger beroep. Bpf Reisbranche liet het er niet bij zitten en ging naar de Hoge Raad. Die oordeelde dat Booking.com een online reserveringsplatform exploiteert waarop accommodaties van aanbieders worden getoond, dat klanten op die website een accommodatie kunnen boeken, dat de administratieve verwerking geschiedt doordat Booking.com de reserveringsgegevens aan de aanbieder verstrekt en de bevestiging aan de reiziger en dat Booking.com een commissie ontvangt nadat de klant bij de accommodatie van de aanbieder heeft verbleven. Booking.com ‘bemiddelt bij het tot stand komen van overeenkomsten op het gebied van reizen’, en is dus een ‘(online) reisagent’ is, zoals bedoeld in het verplichtstellingbesluit. De Hoge Raad heeft met dit oordeel nu terugverwezen naar een ander hof. 

Daar voert Booking.com nog aan dat niet voldaan is aan het hoofdzakelijkheidscriterium en dat zij minder dan 50 procent van de loonsom toeschrijft aan de reisagent-activiteiten. Het gerechtshof Den Haag oordeelt echter dat de kern en het zwaartepunt van de activiteiten zich concentreren op het via haar reserveringsplatform bemiddelen bij het (online) boeken van accommodaties. Het hof leidt dat af uit de informatie op de website, de algemene voorwaarden van Booking.com, haar statutaire doel en de jaarstukken van 2018 en 2020. 

Ook overweegt het hof dat de werkzaamheden zoals ontwikkelen, vernieuwen en uitbreiden van het reserveringsplatform, en op de ontwikkeling van producten als het (online) boeken van bijvoorbeeld een huurauto, taxi en wat dies meer zij, ook onderdeel uitmaken van het uitoefenen van het bedrijf van reisagent. 

Booking.com had ook een beroep gedaan op rechtsverwerking, maar daarvan zegt het hof dat Booking.com geen omstandigheden kan aanwijzen waaruit volgt dat zij erop mocht vertrouwen dat ze niet door Bpf Reisbranche (meer) zou worden aangesproken. Het enkele stilzitten is onvoldoende. Een verplichtstellingsbesluit is materiële wetgeving en de vraag of Booking.com onder de werkingssfeer van dit besluit valt, bevindt zich buiten de invloedssfeer van partijen en hun werknemers.

Ten slotte deed Booking.com nog een beroep op het representativiteitsvereiste. Booking.com stelt zij, als zij onder de verplichtstelling valt, destijds bij de besluitvorming daarover betrokken had moeten worden. Booking.com heeft immers zóveel werknemers, dat nu zij niet betrokken is geweest, niet zou zijn voldaan aan het representativiteitsvereiste, zodat het verplichtstellingsbesluit niet tot stand had kunnen komen. Ook dit standpunt haalt het bij het hof niet. Het verplichtstellingsbesluit is rechtsgeldig tot stand gekomen. Ook is het hof niet onder de indruk van het dreigement van Booking.com dat indien deze procedure wordt verloren zij zich in de toekomst zal verzetten tegen verlenging van de verplichtstelling.  

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven