Een golf van kritiek viel het voorstel van Weerwind (D66) om het advocatentoezicht te reorganiseren ten deel. In oktober vorig jaar zette de vaste justitiecommissie van de Tweede Kamer vraagtekens bij het nieuwe systeem, gevolgd door een brandbrief van prominente juristen. Het plan van de bewindsman zou de onafhankelijkheid van de toezichthouder onvoldoende borgen, waardoor de schijn zou kunnen blijven bestaan dat de slager zijn eigen vlees keurt.
Invloed NOvA
Voortbouwend op de plannen van zijn voorganger Sander Dekker (VVD) stelde de minister een gelaagde structuur voor met drie lokale toezichthouders en een overkoepelende ‘landelijke toezichthouder op de advocatuur’. Deze LTA was de voornaamste steen des aanstoots, omdat deze werd ondergebracht als orgaan van beroepsorganisatie de Nederlandse Orde van de Advocatuur (NOvA) – die daarmee een flinke vinger in de pap zou houden. Het was de bedoeling dat in de LTA drie van beroepsuitoefening vrijgestelde advocaten zouden plaatsnemen.
Zbo
Als dit ingevoerd zou worden, waarschuwden de briefschrijvers, zou afhankelijkheid van de NOvA in het systeem zijn ingebakken. Zij schetsten bovendien het beeld van een achterkamertjesoverleg: “De nieuwe koers is tot stand gekomen in het voor de buitenwereld niet goed zichtbare, laat staan toetsbare verkeer tussen de NOvA en het ministerie.” De suggestie werd geopperd om van de LTA een zelfstandig bestuursorgaan te maken.
Binnenkort brief
Drie ‘wijzen’ zijn nu bijeengeroepen om Weerwind te begeleiden bij het opstellen van een dichtgetimmerd plan, meldt het Financieele Dagblad, wier identiteit niet is onthuld. Wel is bekend dat het hoogleraren betreft. Het is de bedoeling dat zij het dossier “met de nodige distantie en met een frisse blik” benaderen en de minister dienovereenkomstig adviseren. Diens woordvoerder laat weten dat er in april nog een Kamerbrief komt over de beoogde nieuwe toezichtstructuur.
