Voor het schrijven van een sollicitatiebrief hanteer ik een vaste structuur. Je kunt deze structuur gebruiken in sollicitatiebrieven voor een stage of baan in de advocatuur, maar is ook nuttig voor andere vacatures. Om mijn brief persoonlijk te maken stel ik mijzelf constant de ‘waarom’-vraag.
- Waarom de advocatuur?
- Waarom kantoor X?
- Waarom ik?
Gouden vraag 1. Waarom de advocatuur?
Bij het beantwoorden van deze vraag is het belangrijk dat je specifiek ingaat op de rol van de advocaat en waarom deze rol jou aanspreekt. Heb je eigenlijk geen idee of de rol van advocaat je interesseert, schrijf dat op en licht duidelijk toe waarom je ervoor kiest om dat te gaan ontdekken: wat trekt je om toch te gaan kijken? Bijvoorbeeld iets wat je tijdens de opleiding hebt gezien of gehoord. Het beantwoorden van de vraag hoeft niet heel uitgebreid, maar benoem het kort.
Gouden vraag 2: Waarom kantoor X?
Dit onderdeel van de brief biedt je de gelegenheid om te laten zien dat je goed hebt nagedacht over je keuze voor het kantoor. Wees je ervan bewust dat de lezer niet zit te wachten op een waslijst aan uitzonderlijke prestaties van het kantoor. Dit weet de lezer namelijk zelf ook. Probeer deze prestaties te koppelen aan je interesses en redenen waarom je kiest voor een bepaald kantoor. Een reden kan zijn dat kantoor X een excellente M&A-praktijk heeft. Dit interesseert je door eerdere ervaringen met M&A-gerelateerd werk of door verhalen daarover. De M&A-praktijk van het kantoor wordt tier/band 1 beoordeeld door Chambers of Legal 500. Hierdoor ben je ervan overtuigd dat je bij kantoor X jouw juridische vaardigheden kan ontwikkelen in een uitdagende omgeving. Door het koppelen van prestaties aan interesses en de redenen van je keuze voorkom je dat je een soort liefdesbrief over het kantoor schrijft. In plaats daarvan motiveer je juist waarom dat specifieke kantoor je aanspreekt. Bovendien geef je de lezer ook een beeld van wat jij als kandidaat belangrijk vindt bij een kantoor. Probeer bij het beantwoorden van de vraag niet alleen punten te noemen die voor veel kantoren gelden. Dit is soms moeilijk. De Zuidas-kantoren tonen bijvoorbeeld veel overeenkomsten. Probeer toch te zoeken naar waarom je juist voor kantoor X kiest en niet voor kantoor Y.
Gouden vraag 3. Waarom ik?
Dit vind ik zelf altijd een lastig onderdeel van de brief. Waarschijnlijk schrijf je net zoals ik al snel te bescheiden. Let hierop! Je motiveert juist waarom JIJ de geschikte kandidaat bent. Ook bij dit onderdeel is het belangrijk dat je niet alleen goede eigenschappen opnoemt. Stel jezelf de vraag: waar blijkt deze eigenschap uit? Blijf jij bijvoorbeeld rustig onder druk, noem dan een concrete situatie waar dit uit blijkt. Een bekende methode hiervoor is de STARR-methode. Een simpelere variant is het beschrijven van een situatie of ervaring, vertellen wat je hiervan hebt geleerd of wat hieruit blijkt en waarom dit relevant is voor de functie. Nogmaals wees niet te bescheiden! Heb jij naast je studie op hoog niveau gesport of veel maatschappelijk werk verricht, benoem dit dan. Probeer de ruimte te vinden tussen te bescheiden en arrogant. Het helpt om het stuk door een ander te laten lezen. Als je antwoord voor jou gevoel te arrogant overkomt, kan je ook een minder goede eigenschap noemen en toelichten wat je hebt gedaan om deze te verbeteren en hoe je deze ontwikkeling voort zal zetten met de functie waarvoor je solliciteert. Noem wel een eigenschap die voor de lezer niet gelijk een deal breaker is.
Afsluitende opmerkingen
In je brief wil je natuurlijk zo duidelijk mogelijk naar voren brengen waarom jij de geschikte kandidaat voor de functie bent. Bedenk wel dat je niet alles kwijt kunt in je brief. Eén pagina is voldoende. Mijn insteek is altijd om minder te vertellen maar beter te onderbouwen in plaats van een brief vol opsommingen. Als alles goed gaat heb je nog een gesprek. Probeer in je brief dan ook per vraag alleen de belangrijkste punten te bespreken. Als je bij verschillende kantoren tegelijk solliciteert, hoef je per brief alleen de vraag “Waarom kantoor X?” aan te passen, tenzij de vereiste competenties ook sterk verschillen. In dat geval is het ook raadzaam om de vraag “Waarom ik?” te veranderen.
