Grote bedrijven zijn doorgaans – al dan niet via aparte rechtspersonen – in meerdere landen gevestigd. Grensoverschrijdende (rechts)handelingen zijn daar dan ook aan de orde van de dag. Voor het geval dergelijke bedrijven in financieel zwaar terechtkomen, dringen vragen van internationaal insolventierecht zich op. In een poging om binnen de Europese Unie een regeling tot stand te brengen die een efficiënte en doeltreffende afwikkeling van grensoverschrijdende insolventieprocedure mogelijk maakt, is op 29 mei 2000 de Europese insolventieverordening vastgesteld. In de kern bevat de EIR een bevoegdheidsregeling, een erkenningsregeling en een aantal uniforme verwijzingsregels voor grensoverschrijdende insolventieprocedures.
Hoewel deze verordening over het algemeen goed functioneert, is het wenselijk gevonden om de toepassing van bepaalde bepalingen daarvan te verbeteren in een vernieuwde en herschikte insolventieverordening. Deze nieuwe insolventieverordening is op 20 mei 2015 goedgekeurd en treedt op 26 juni aanstaande in werking. De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende:
- Het toepassingsgebied wordt uitgebreid tot hybride procedures, zoals procedures die de redding van economisch levensvatbare maar in moeilijkheden verkerende ondernemingen bevorderen, zodat ondernemers een tweede kans wordt gegeven.
- De regels voor de rechter om zich internationaal bevoegd te verklaren een hoofdinsolventieprocedure te openen zijn verduidelijkt, waarbij bestaande rechtspraak van het HvJ EU is gecodificeerd.
- Opname van waarborgen om op frauduleuze of oneigenlijke gronden gebaseerde forumshopping te voorkomen, onder meer door te bepalen dat het vermoeden dat de statutaire zetel of de hoofdvestiging, of de gebruikelijke verblijfplaats van de natuurlijke persoon, het centrum van de voornaamste belangen is, niet van toepassing zal zijn indien de schuldenaar, in het geval van een vennootschap of rechtspersoon of van een natuurlijke persoon die als zelfstandige een bedrijfs- of beroepsactiviteit uitoefent, zijn statutaire zetel of zijn hoofdvestiging, respectievelijk zijn gebruikelijke verblijfplaats binnen de drie maanden voorafgaand aan zijn verzoek tot het openen van een insolventieprocedure naar een andere lidstaat heeft overgebracht.
- Lidstaten worden verplicht om een nationaal insolventieregister te creëren, om de transparantie te versterken en eenvoudiger informatie aan de schuldeisers en de rechtbanken te kunnen verstrekken (treedt in werking op 26 juni 2018). Deze nationale registers zullen elkaar aan gekoppeld worden via het Europees e-Justice portaal (van toepassing vanaf 26 juni 2019).
- De introductie in een nieuw hoofdstuk van een wettelijke regeling over de coördinatie van procedures die betrekking hebben op leden van een groep ondernemingen.