“Ergens sneuvelt er een advocaat”, kopte de Britse krant The Times kort na de lancering van Garfield Law. ’s Werelds eerste volledig door AI gerunde advocatenkantoor kreeg begin mei goedkeuring van de Britse Solicitors Regulation Authority (SRA) om juridische diensten te mogen aanbieden. Het richt zich vooral op cliënten met openstaande facturen of andere financiële vorderingen. Voor de kosten hoeft die cliënt het niet te laten.
Voor zo’n twee pond stelt de AI-robot namelijk geheel gepersonaliseerde, op jouw situatie toegespitste ‘blafbrieven’ op, waarmee je vervolgens indruk kunt maken op je debiteur. En zijn er vervolgstappen nodig? Voor een paar tientjes stelt Garfield alle documenten op die je nodig hebt om naar het small claims court te stappen, waar Britten vorderingen tot 10.000 pond kunnen voorleggen aan de rechter. Gedurende dat hele proces spreek je niet één keer met een advocaat of andere jurist.
Lawine

“Het verraste mij totaal niet. Ik zie dit als een onontkoombare ontwikkeling”, vertelt Nora Streep over het moment dat ze voor het eerst over de naderende lancering van Garfield Law hoorde. Streep is inmiddels al ruim twaalf jaar directeur bij The Law Firm School en is in die rol dagelijks betrokken bij de opleiding van Nederlandse advocaten. Daarnaast is ze verbonden aan de projectgroep Digitalisering van de Nederlandse Orde van Advocaten, waar AI vanzelfsprekend een veelbesproken thema is.
“Heel veel advocaten denken: het zal zo’n vaart wel niet lopen. Dan moet ik als metafoor altijd denken aan een lawine. Bij een lawine is de onderlaag al lang in beweging, als de bovenlaag nog stilligt. Als je de bovenlaag eenmaal ziet bewegen, ben je te laat om nog te vluchten. De onderlaag van de AI-lawine is voor de advocatuur al een tijdje aan het bewegen.”
Stucwerk
“De advocatuur heeft heel lang profijt gehad van haar kennismonopolie”, vindt oud-advocaat en voormalig Head of Legal bij ASML Douwe Groenevelt, die momenteel bezig is met het starten van een bedrijf dat professionele dienstverleners helpt met de inzet van AI. Als voorvechter van AI-gebruik binnen het juridische domein verraste ook hem de lancering van een kantoor als Garfield Law allerminst.
“Neem het Nederlandse MKB. Duizenden euro’s betalen voor juridische hulp bij een geschil of overname is heel normaal binnen die sector. Dat terwijl veel van de onderdelen van zo’n traject massaproductie zijn: steeds weer hetzelfde doen voor tarieven tot wel driehonderd euro per uur. Garfield Law toont nu voor het eerst in de praktijk aan dat dat kennismonopolie wel degelijk door AI kan worden doorbroken. Stel dat je voor een paar tientjes zelf een machine zou kunnen huren die jouw muren gladstrijkt, zou je dan nog een duurbetaalde stukadoor inhuren voor je stucwerk?”
Doorgeefluik

Dat de opkomst van bedrijven als Garfield Law eveneens in Nederland impact zal hebben op de advocatuur, voorziet ook Jan Broekhuizen, bijzonder hoogleraar advocatuur aan de Universiteit van Amsterdam en advocaat bij Kennedy Van der Laan. “Een advocatenkantoor is uiteindelijk ook een bedrijf. Als een deel van het werk wegvalt, dan is er altijd impact. Dat is niet iets unieks van AI, maar is inherent aan technologische innovatie. Toen de computer de typemachine verving, gebeurde iets soortgelijks.”
Tegelijkertijd ziet Broekhuizen AI nog niet zo snel de rol van de advocaat overnemen als de makers van Garfield Law willen doen voorkomen. “Er is, ook in Nederland, zeker een plek voor het type juridische dienstverlening dat Garfield aanbiedt. Maar de vraag is: moeten dat soort diensten überhaupt onder de vlag van de advocatuur vallen? Niet alle juridische diensten hoeven door advocaten gedaan te worden en de advocaat moet ook geen doorgeefluik van AI-gegenereerde stukken worden.”
Verantwoordelijkheid
Broekhuizen wijst op de verregaande beroepsregulering van advocaten in Nederland. “De Advocatenwet stelt eisen, bijvoorbeeld dat je zelfstandig verantwoordelijk bent voor de kwaliteit van je dienstverlening. Je kunt als advocatenkantoor dus prima AI inzetten om efficiënter of slimmer te werken, maar een advocaat één op één vervangen door een AI-machine, zonder nog een beëdigd advocaat naar de output te laten kijken? Dat werpt serieuze vragen op ten aanzien van kwaliteit en integriteit.”
Garfield Law zegt dan wel een volledig AI-gedreven kantoor te zijn, maar heeft wel degelijk een advocaat in dienst. Die controleert de output van het bedrijf steekproefsgewijs en is bereikbaar voor toezichthouders als er vragen of problemen zijn. Belangrijk detail is bovendien dat het bedrijf alleen diensten aanbiedt die wettelijk gezien niet per se door een advocaat gedaan hoeven te worden. Zo kunnen er geen claims van meer van 10.000 pond worden ingediend, omdat daarvoor in het VK verplichte procesvertegenwoordiging geldt. Niettemin had Garfield goedkeuring van de SRA nodig om zijn digitale deuren te mogen openen.
Tuchtrecht
Ook in Nederland is een advocaat verplicht om in elke zaak die hij of zij afwikkelt persoonlijk in te staan voor de kwaliteit van de dienstverlening. De implementatie van technologische innovaties die een mogelijke bedreiging vormen voor die plicht, zoals grootschalige AI-inzet, kan dan ook een hellend vlak zijn. Het doet Broekhuizen denken aan tuchtrechtelijke procedures tegen advocaten die, soms in samenwerking met mediators, honderden echtscheidingsconvenanten per jaar verzorgden.
“Wat doe je als de volumes toenemen? Je kunt geen kwaliteit garanderen als je honderden, misschien wel duizenden zaken per jaar afwikkelt. Er kan binnen de huidige Nederlandse regelgeving best ruimte zijn voor initiatieven als Garfield, maar het persoonlijke element bij procedures met een verplichte procesvertegenwoordiging blijft.”
Paard en wagen
Dat het persoonlijke element in de advocatuur altijd zal blijven, ook bij werkzaamheden waarbij nu nog verplichte procesvertegenwoordiging geldt, weet Streep echter nog lang niet zo zeker. “Ik hoor die reactie natuurlijk continu: ‘er zal altijd behoefte blijven aan de advocaat’. Wat mij betreft is dat echter een naïeve gedachte, een soort Pavlov-reactie. We moeten reëel zijn: mensen willen geen advocaat. Mensen willen een oplossing voor hun juridische probleem.”
Streep trekt de vergelijking met de introductie van elektrische straatverlichting en de auto. “Er zullen toen vast mensen zijn geweest die zeiden: er zal altijd behoefte blijven aan iemand die de straatlantaarns aansteekt, en er zal altijd behoefte blijven aan een goed paard en wagen. Maar ik zeg altijd: water stroomt naar het laagste punt. Als Garfield mijn probleem kan oplossen voor twee pond, of anders voor een paar tientjes extra, dan verdwijnt die menselijke schakel gewoon.”
Belachelijk maken

Ook Groenevelt voorziet dat er in de nabije toekomst voor veel werk dat nu nog door advocaten wordt gedaan, geen advocaat meer nodig is. Hij verwacht wel dat de periode daar naartoe stormachtig en rommelig zal verlopen. “Als straks de eerste Nederlandse Garfield wordt gelanceerd, en dat zal niet lang meer duren, bereid je dan maar voor op een storm aan laatdunkende berichten van de gevestigde orde: ‘Kijk eens wat een fouten dat systeem maakt, wat een belabberde kwaliteit’. Deze sceptici zouden zich moeten realiseren dat mensen honderd jaar geleden ook de eerste auto belachelijk maakten. Die vonden ze onbetrouwbaar, log en duur, dat paard was toch echt veel wendbaarder, veel beter.”
Groenevelt zou dan ook graag een open houding bij de advocatuur zien ten aanzien van AI-adoptie. “Met de sceptische of zelfs vijandige grondhouding die een groot deel van de advocatuur aan de dag legt, werk je in de hand dat partijen met gedegen juridische kennis niet de eerste zullen zijn die deze stap durven te nemen. Het zullen de partijen zijn die minder te verliezen hebben qua reputatie, die meer gedreven worden door geld en die vooral goed zullen zijn in virale marketing, die straks als eerste op de markt komen. Dat kan dan een self-fulling prophecy worden: de kwaliteit zal inderdaad belabberd zijn, hetgeen de volwassenwording van dit nieuwe type dienstverlening zal vertragen. Daar heeft niemand iets aan. Het zou mooi zijn als juist kwalitatief goede advocaten en Zuidas-kantoren de eerste stap durven te zetten en met AI-innovaties komen, zodat het niet geëxploiteerd wordt op een verkeerde manier.
Streep sluit zich volledig bij dat inzicht aan en drukt critici graag nog een advies op het hart: “We zeggen altijd dat fouten maken menselijk is, en ook bij advocatenkantoren hebben we doorgaans veel geduld bij het opleiden van nieuwe advocaten. Maar van AI accepteren we geen foutmarge. Dat moet direct honderd procent goed zijn, anders vinden we het niets. Die houding vind ik niet juist.”
Nieuwe doelgroep
Het lijkt een kwestie van tijd voordat het eerste Nederlandse equivalent van Garfield Law wordt gelanceerd. Wellicht niet formeel als advocatenkantoor, maar als ‘juridisch adviesbureau’ of ‘blafbrievengenerator’. Broekhuizen verwacht dat zo’n dienstverlener niet alleen de toegang tot het recht vergroot, maar ook de behoefte aan die toegang een impuls zal geven.
“De technische mogelijkheden die zo’n AI-dienstverlener biedt, roept een toegang tot het recht in het leven die er nog niet was. Via een nieuw kanaal, dat naast het traditionele toegangskanaal komt te staan. Dat verandert vraag en aanbod en boort een nieuwe doelgroep aan. Bijvoorbeeld: mensen die niet in aanmerking komen voor de sociale advocatuur, maar voor wie een traditionele advocaat te duur is. Daar spelen dit soort tools op in.”
Ook Groenevelt verwacht dat een significant laagdrempeligere toegang tot het rechtssysteem weleens tot een vloedgolf aan vraag naar het rechtssysteem kan leiden. “Als er een partij komt die voor een fractie van het gebruikelijke tarief juridische diensten aanbiedt, dan levert dat veel media-aandacht op. Ik verwacht dat we dan grote groepen consumenten en ondernemers gaan zien die ineens wél achter die factuur van tweehonderd euro aangaan.”
Regulering
Dat veranderende landschap van vraag en aanbod vergt wat Broekhuizen betreft een andere aanpak als het gaat om regulering binnen de advocatuur. “Een belangrijke stap vind ik die naar de regulering van het kantoor zelf, in aanvulling op de regulering van de individuele advocaat. Als je goed wilt toezien op AI-inzet binnen de advocatuur, moet je kijken naar AI-inzet binnen het gehele kantoor, en kun je je niet beperken tot individuele advocaten.”
Volgens Broekhuizen hoort die discussie thuis binnen de bredere discussie over alternatieve bedrijfsstructuren die momenteel bij de NOvA wordt gevoerd. “De opkomst van AI fietst daar nu doorheen, maar de discussie over vernieuwende bedrijfsstructuren is er al langer. In het Verenigd Koninkrijk is men wat dat betreft al verder, maar in Nederland moeten we die stap nog nemen. Het verbaast me dan ook niet dat Garfield Law in Engeland er eerder is dan een soortgelijke dienstverlener in Nederland.”
Concurrentie van websites
“Het is voor veel advocaten toch wel erg moeilijk voorstelbaar”, legt Groenevelt tot slot uit, “dat je straks concurrentie hebt van een website. Een website die inhoudelijk jouw concurrent is als advocaat. En het is een verraderlijke concurrentiestrijd, want ook al zijn mensen en bedrijven heel erg blij met hun vaste advocaat, dat gevoel is irrelevant als het werk waarvoor ze hem of haar inhuren tien keer goedkoper kan. Of honderd keer goedkoper. Die menselijke relatie redt je dan echt niet meer.”
Streep roept advocaten dan ook op om in te zien dat de onderlaag van de lawine al ruimschoots in beweging is en zelf ook in beweging te komen. “Zorg dat je waardevol blijft als advocaat. Kijk niet alleen naar wat AI betekent voor jou, maar kijk naar wat het voor je cliënten kan betekenen. En als je persoonlijke mening is dat AI niets toevoegt? Bot gezegd: dat doet er niet toe. De markt gaat toch wel door, ondanks jouw mening over de waarde van AI.”