Rob Bodelier wordt in 2000 als verdachte aangemerkt in een strafzaak. Uiteindelijk wordt hij op 30 november 2004 door de rechtbank ’s-Hertogenbosch veroordeeld voor doodslag. Een groep studenten twijfelde aan zijn veroordeling en onderzocht de zaak onder leiding van emeritus hoogleraar rechtspsychologie Peter van Koppen. Tijdens dit onderzoek bleek dat er discussie mogelijk was over het bewijs in de zaak en dat het in casu hoogstwaarschijnlijk niet om doodslag, maar om zelfmoord ging. “Ik ben er heilig van overtuigd dat de kans dat zij zelfmoord heeft gepleegd, aanzienlijk groter is dan dat hij het gedaan heeft”, aldus van Koppen.
Inzet advocaat
Rob Bodelier werd tijdens het proces bijgestaan door advocaat Pieter van der Kruijs. Van der Kruijs zette zich al jarenlang, ondanks dat hij zijn ‘toga al had uitgetrokken’, in om de zaak opnieuw voor de rechter te krijgen. Het onderzoek onder leiding van van Koppen zorgden er uiteindelijk voor dat Van der Kruijs de Hoge Raad in 2016 om herziening verzocht. Nu hoopt hij op excuses, onder anderen van de rechters die eerder bij het proces betrokken waren.
Compensatie?
Nu deze rechterlijke dwaling zich heeft voorgedaan moet er natuurlijk een vergoeding plaatsvinden voor de tweeëntwintig jaar dat Bodelier onterecht heeft vastgezeten. Justitie geeft aan kritisch te gaan kijken naar het verloop van deze zaak en biedt excuses aan. Ook de presidenten van de rechtbank Oost-Brabant en het gerechtshof in Den Bosch hebben inmiddels excuses gemaakt. Onder de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie zijn fouten gemaakt, geeft Mariëtte Bode (hoofdadvocaat-generaal van het ressortsparket) toe. Welke fouten er precies zijn gemaakt en wat precies de vergoeding zal zijn is nog niet duidelijk. Wel is duidelijk dat deze zaak zich kan voegen in een rij van geruchtmakende rechterlijke dwalingen.
Lees de uitspraak hier zelf: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2022:7605
