Maart 2013 was ook guur vanwege de vele berichten over oneerlijke advocaten, notarissen, accountants, belastingadviseurs en opsporingambtenaren. En berichten die twijfel zwaaien over de eerlijkheid van forensisch deskundigen en officieren van justitie.
Zijn er nog eerlijk mensen?
Bram Moszkowicz heeft opnieuw een schikking getroffen met de Belastingdienst.
De Nederlandse advocaat Norbert Hijmans kruipt op Sint Maarten na te veel biertjes of cocktails achter het stuur van zijn auto. Hij is getrouwd met één van de weinige officieren van justitie op het 60 duizend inwoners tellende eiland. Als hij de agent geen klappen had verkocht, was hij er wellicht mee weggekomen. Hoewel het alcoholpromillage van 1,9 in zijn bloed – het viervoudige van de toegestane limiet – niet eenvoudig te negeren valt. Naar verluidt kan zijn vrouw weinig voor hem doen, omdat zijn zaak wordt berecht op Curaçao.
De Haarlemse notaris Jan Carel Kloeck, die de vastgoedfraude van Jan van Vlijmen en Nico Vijsma mede mogelijk maakte, wordt van het tableau geschrapt.
Het zijn drie berichten uit maart 2013. Het nieuws in deze winterse maand laat ook elders staaltjes zien van oneerlijkheid zien.
Zo heeft het OM vier jaar cel geëist tegen een registeraccountant uit Breda. Hij zou als financieel directeur hebben meegewerkt aan het opzetten van schijnconstructies, waarmee 14 miljoen euro aan belasting werd ontdoken. ‘Hij heeft onvoldoende zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen of onder ogen gezien,’ zegt het OM.
Uit eigen koker komen de berichten over twee andere accountants die de belasting hebben getild. Eind februari wordt een eerder wegens belastingfraude veroordeelde registeraccountant uit het accountantsregister geschrapt. Een andere registeraccountant krijgt het lid op zijn neus wegens zwart werken.
Verder heeft de FIOD een belastingconsulent op de korrel die voor zijn klanten opzettelijk onjuiste aangiften schijnt te hebben ingediend.
Niet echt oneerlijk, toch?
Wat gaat er in de hoofden van deze valsspelers om? Twee Amerikaanse onderzoekers en een Canadese onderzoekster hebben enkele jaren geleden hun theorie over de oneerlijkheid van eerlijke mensen getest.
Criminelen calculeren puur rationeel en plaatsen de verwachte baten tegenover de verwachte externe kosten. Daarbij bestaan de externe kosten uit de pakkans en het strafmaximum. Eerlijke mensen kijken volgens de onderzoekers daarentegen vooral naar de interne kosten: wanneer tast oneerlijk gedrag het zelfbeeld aan dat je een eerlijk mens bent? Anders gezegd: hoe oneerlijk kun je zijn voordat je jezelf oneerlijk gaat vinden?
De onderzoekers hebben zes experimenten gedaan met honderden studenten van elite-universiteiten. Met personen dus die een belangrijke rol gaan spelen in de samenleving. Wat zijn de bevindingen?
Een beetje vals
Wie de gelegenheid krijgt om vals te spelen, speelt vals.
Mensen zijn minder oneerlijk als zij meer aandacht hebben voor eerlijkheidsnormen en oneerlijker als zij meer mogelijkheden hebben om het vals spelen te bestempelen als niet-oneerlijk.
Als de verwachte baten niet te hoog worden, blijft de oneerlijkheid constant betrekkelijk laag. Wanneer je niet te veel voordeel behaalt en niet te erg vals speelt, blijft de oneerlijkheid in het zelfbeeld ‘onder de radar’.
Maar als het te behalen voordeel een bepaalde drempel overschrijdt, gaan de remmen van het zelfbeeld los. Dan is de verleiding zo groot dat het zelfbeeld en de interne kosten geen rol meer spelen. Vanaf dat niveau bepalen externe kosten het gedrag, vermoeden de onderzoekers, die deze hypothese niet hebben onderzocht
Slechts 0,6% benut de mogelijkheden om vals te spelen maximaal, zoals criminelen doen na een rationele analyse van de externe kosten en baten. De grote meerderheid speelt maar een beetje vals om onder de zelfbeeld-radar te blijven.
De experimenten suggereren dat het effectief is om mensen hun eigen morele normen onder de neus te wrijven. Maar hoe je dit concreet en effectief doet in het leven en werk van alledag weten de onderzoekers niet.
Oneerlijk?
Op 20 maart verklaart de Rechtbank Almaar het OM niet-ontvankelijk, omdat de politie met tapgesprekken heeft geknoeid: ‘De rechtbank stelt aldus vast dat van de achttien uitgewerkte tapgesprekken er vier in strijd met de werkelijkheid zijn uitgewerkt, één onvolledig is uitgewerkt en één oncontroleerbaar is uitgewerkt. Daarnaast is sprake van het denatureren van in elk geval drie tapgesprekken.’
Op bijna hetzelfde moment kondigen de voor moord veroordeelde belastingadviseur Ernest Louwes en zijn advocaat Geert-Jan Knoops een herzieningsverzoek aan. Wetenschapsfilosoof en dwalingontmaskeraar Ton Derksen is er via een Amerikaanse onderzoeker achter gekomen dat forensisch deskundigen feiten hebben achtergehouden of verdraaid. Ik durf niet te zeggen of hier vals is gespeeld. Maar eerlijk lijkt het niet.
Uit de kast
Aan deze donkere reeks valt gelukkig ook een lichtpunt toe te voegen.
Op 19 maart vertellen de voor doodslag veroordeelde Martien Hunnik en zijn advocaat Geert-Jan Knoops bij Pauw & Witteman dat de Amsterdamse hoofdadvocaat-generaal Frits van Straelen heeft erkend dat het OM sinds 2004 een rapport had waaruit blijkt dat Hunnik de doodslag niet kan hebben gepleegd. Hunnik heeft zijn straf al lang uitgezeten en het delict is inmiddels verjaard. Maar de onschuldig veroordeelde is Van Straelen zeer erkentelijk voor de openheid en medewerking aan het herzieningsverzoek.
Deze openheid vind ik zó opmerkelijk dat ik mij afvraag wat de man die Mohammed B. vervolgde ertoe heeft gebracht het ontlastende rapport na acht jaar uit de kast te halen? Valt de afweging van de externe kosten en baten nu uit in het voordeel van eerlijkheid? Dreigde er iets naar buiten te komen dat Van Straelens zelfbeeld of reputatie zou schaden? Hebben Hunnik en Knoops de hoofdadvocaat-generaal met hun onderzoek op de één of andere manier herinnerd aan diens eerlijkheidsnormen?
Hoe kan iemand ineens zo eerlijk zijn?