Herken je dat: werken in het weekend of in de avond omdat je de dag niet efficiënt hebt besteed? Of dat het kopen van een zakje drop of uitzoeken van een paar nieuwe schoenen ineens topprioriteit is?
De kern van efficiënt en kwalitatief goed werk afleveren is focus.
En zoals we weten ligt dat niet zo makkelijk: drukke gesprekken van collega’s om je heen, sissende espressoapparaten en digitale apps. Onbewust kan paniek toeslaan over dingen die je moet doen, zodat je gaat eten, nog meer gaat appen, of praatjes gaat maken met mensen die je al heel vaak spreekt. Ook Netflix laat ons onmiddellijk meer afleveringen kijken dan we van plan waren.
Het is merkwaardig. Waarom lukt het ons wel om te focussen op een handleiding van een nieuw gadget, urenlang gamen of de handleiding van een nieuw gadget, maar niet op wat we werkelijk moeten doen?
Onder meer gemotiveerd door het boek ‘It Doesn’t Have to Be Crazy at Work’ noem ik mijn top 3 belangrijke punten voor focus:
- Motivatie
- Aandacht
- Mindfulness
Top 1. Motivatie
Als je niet echt gemotiveerd bent om iets te doen, neemt je interesse af en de afleiding slaat toe. Zorg er dus voor dat je dingen doet die je leuk vindt. Hoe doe je dat op je werk? Doe de saaie of lastige dingen als je nog fris bent. Stoot het type werk af waar je diep in je hart niet om geeft.
Top 2. Aandacht
Ik schreef eerder over Jutta Leerdam, die op 12 januari 2020 de gouden Medaille 1000 meter op de EK lange baan schaatsen won. Ze heeft geen last van druk, bekommert zich niet om wat kranten over haar schrijven of dat haar familie in het stadion zit.
Aandachtscirkels
Jutta heeft misschien de aandachtscirkels van Duitse sportpsycholoog Eberspächer bestudeerd (zie plaatje). De aandachtscirkels van Eberspächer worden veel gebruikt binnen topsport, maar iedereen die iets wil of moet presteren binnen bedrijfsleven of advocatuur kan er iets van opsteken.
Zo simpel als het lijkt (ik moet iets doen, maar help: ik word afgeleid) is het niet. Er zijn zes niveaus van concentratie. De binnenste ‘heilige graal’ is (1) ik en mijn taak. Hoe verder je van ring 1 komt, hoe verder je afdwaalt van je taak. Soms is dat letterlijk: je vertrekt niet naar het kantoor of stadion. Denk aan topsporters die ineens twijfelen aan de zin van alles: de opofferingen en enorme druk. Ze komen hun bed niet uit (zoals Yuri van Gelder tijdens de Olympische Spelen van 2016).
Laten we eens kijken hoe dat werkt bij het schrijven van dit artikel. Ik hoef niets anders te doen dan schrijven. Ik kan er lang over doen, of kort. Hoe langer ik erover doe, hoe pijnlijker het proces. Gedachten als: ‘De deadline nadert’, ‘Ik had eerder moeten beginnen’ ( = cirkel 3), ‘Anderen schrijven beter!’ (= cirkel 4) zijn niet productief en dragen niet bij aan het resultaat.
Hoe zorg je voor terugkomen in de binnenste ring? Het gaat allemaal om bewustzijn. Een coach of sportpsycholoog kan je leren daarmee om te gaan. En daarvoor helpt… jawel:
Tip 3. Mindfulness
Mindfulness gaat om oefeningen die je terugbrengen naar het hier en nu. Afleiding zal er altijd zijn, maar we kunnen leren om terug te komen naar de werkelijke aandacht. Ook dit kun je leren. Door een korte cursus weet je al direct veel meer. Het resultaat is een rustiger gevoel, meer voldoening – en er is zomaar weer eens wat afgevinkt op ons lijstje. Daarna kan je alsnog dat zakje drop gaan kopen.
Robert de Wilde is coach van professionals & MfN mediator en voormalig advocaat. Dit is het vijfde artikel (Focus) van een serie van tien over Inspiratie en Prestatie.
Bron:
Boek: It Doesn’t Have to Be Crazy at Work – van de makers van Basecamp, Jason Friedman (2018)
