Jaap Polak: ‘Wettelijke termijnen onder de loep’

Delen:

Jaap Polak
Foto Chantal Ariëns

Na zeven jaar draagt Jaap Polak de voorzittershamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over aan Bart Jan van Ettekoven.
In het nieuwe nummer van Mr. een interview met de scheidend voorzitter, die vindt dat het proces bij de bestuursrechter sneller moet. Hij stelt voor om de wettelijke termijnen grondig onder de loep te nemen.

Verder praat hij onder meer over het afgeketste wetsvoorstel Organisatie hoogste bestuursrechtspraak, de digitalisering en de constitutionele dubbelrol van de Raad van State.

“Voor de rechtseenheid is het niet echt nodig dat er een wet komt”, zegt Jaap Polak over het wetsvoorstel Organisatie hoogste bestuursrechtspraak, dat afgelopen najaar door het kabinet werd ingetrokken. “Maar ik was het eens met het uitgangspunt van het wetsvoorstel om de bestuursrechtspraak wat overzichtelijker te maken.” Polak staat bekend als een voorstander van het gesneuvelde voorstel. “De wet had een aanzet kunnen zijn tot nog meer rechtseenheid, snellere procedures en duidelijkheid voor burgers en bedrijfsleven. Sommige mensen vonden het voorstel een slap compromis, maar dat vond ik niet. Bij bestuurlijk-organisatorische veranderingen moet je je niet verliezen in al te grote vergezichten; daarvoor heb ik te veel reorganisaties bij de overheid en elders zien mislukken. Het voorstel was een poging om op een beheersbare manier een verandering door te zetten. Maar het is ook weer geen ramp dat het niet doorgaat. Het besef dat we moeten samenwerken om de rechtseenheid te bevorderen en dat we van elkaar kunnen leren, is er al lang. Samenwerken op dat inhoudelijke niveau is veel mooier en nuttiger dan dat institutionele gedoe.”

Houdbaarheidsdatum

Polak ontkent met klem dat de mislukking van de nieuwe wet hem ertoe heeft aangezet zijn voorzittershamer neer te leggen. “Ik heb de afgelopen jaren met heel veel plezier gewerkt aan het verbeteren van de rechtseenheid, samen met de andere colleges, en het vergroten van de transparantie van de Afdeling bestuursrechtspraak. We zijn een open organisatie die voortdurend in contact staat met de buitenwereld. We weten wat er leeft, bij advocaten, in de milieubeweging, bij het bestuur. Maar er is een zekere houdbaarheidsdatum aan functies als deze. De Afdeling bestuursrechtspraak zal een slag moeten maken met de digitalisering en ik denk dat mijn opvolger Bart Jan van Ettekoven dat beter kan dan ik. Toen ik aantrad als voorzitter dacht ik dat ik het een jaar of zes zou doen. Dat zijn er zeven geworden, ook omdat het wetgevingstraject liep en ik niet halverwege wilde weglopen. Nu dat voorstel is ingetrokken, is het een goed moment om afscheid te nemen. Ik ga absoluut niet weg uit frustratie omdat het wetsvoorstel is gesneuveld. Het was gewoon mijn tijd. Ook bij de Hoge Raad bestaat het gentlemen’s agreement dat een president niet langer dan zes jaar blijft zitten.”

Zwaargewichten

Polak ontkent niet dat het politieke spel rond de reorganisatie van de bestuursrechtspraak hem heeft verbaasd. “Veel politici hadden geen idee waarover het ging. En zij die dat wel hadden, bleken er allemaal eigen belangen en eigen beelden op na te houden. Daar hebben we wel last van gehad.”

Een van de hardnekkigste beelden die de Raad van State parten speelt, is zijn constitutionele dubbelrol. Mag binnen één instituut zowel geadviseerd worden over wetgeving als worden rechtgesproken over diezelfde wetten? Polak lijkt het een non-discussie te vinden. “De Raad voor de rechtspraak en de Hoge Raad brengen ook advies uit aan de regering als er nieuwe wetten in de maak zijn en dat is maar goed ook; het is verstandig om deskundigen te raadplegen over belangrijke onderwerpen.”

De tegenwerping dat in de Hoge Raad geen oud-politici als raadsheer worden benoemd en bij de Raad van State wel, legt Polak naast zich neer. “Bij de Afdeling advisering zit inderdaad een aantal oud-politici en dat is ook niet gek, want zij hebben ervaring met het maken en implementeren van wetten en kunnen hun expertise dus inzetten. Bovendien is bij de wetgevingsadvisering een zekere spreiding van politieke achtergronden ook een logische benadering. Bij benoemingen in de Afdeling bestuursrechtspraak speelt politieke achtergrond of affiniteit géén rol. Dat wil ik graag benadrukken.”

Definitieve beslissing

Polak vindt dat procedures in zijn rechtsgebied nog steeds vaak te traag zijn. “Het bestuursrecht was − en ik zeg bewust was − te weinig effectief, zowel voor burgers als voor overheden. Er zat te veel herhaling in het bestuursrecht. Als een rechter een besluit vernietigde, ging het terug naar het bestuursorgaan en kon de hele procedure opnieuw beginnen. Ik heb altijd gedacht dat dat beter en sneller kon.” De afgelopen tien jaar bracht hij die gedachte in praktijk door er bijvoorbeeld vanuit te gaan dat ook bestuursrechters een juridisch geschil in principe finaal moeten beslechten, in plaats van alles weer terug te kieperen over de schutting van bestuursorganen. De Commissie Rechtsbescherming van de Vereniging van Bestuursrecht (VAR) waarvan Polak voorzitter was, schreef er een lijvig rapport over. Inmiddels staat zelfs in de wet dat finale geschillenbeslechting het doel is van elke bestuursrechter.

Wat nu nog verder moet verbeteren, is de snelheid van het proces, vindt Polak. “De Afdeling bestuursrechtspraak slaagde er de afgelopen jaren in om twee tot drie keer zo snel uitspraak te doen dan de andere hogerberoepsinstanties. Gemiddeld duurt het nu in bodemprocedures 21 weken eer er een oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak ligt. Maar dan loopt zo’n procedure inmiddels soms al wel een paar jaar.”

Definitieve beslissing

Een oplossing zou kunnen liggen – Polak stelt het voorzichtig voor – om “in het licht van de digitalisering” de wettelijke termijnen eens grondig onder de loep te nemen. Dat een bestuursorgaan vier weken de tijd krijgt om een verweerschrift in te dienen, is in het digitale tijdperk toch wat overdreven. “En moeten in alle zaken bezwaar, beroep en hoger beroep mogelijk zijn? Ik denk dat veel burgers en bedrijven in één keer een definitieve beslissing willen. Die discussie zal zeker gevoerd moeten worden. Wat natuurlijk onverlet laat dat er hoogste instanties nodig blijven om de rechtseenheid en de consistentie waarmee rechters de wet uitleggen, te bewaken. In Maastricht moet men kunnen rekenen op dezelfde behandeling als in Assen.”

Lees het gehele interview met Jaap Polak in het nieuwe nummer van Mr. dat dinsdag 2 mei verschijnt.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven