Johan Wolswinkel over het digitale bestuursrecht

Delen:

Johan Wolswinkel (Foto: Maurice van den Bosch)

Mr. van de week is Johan Wolswinkel (1982). Op 17 januari hield hij zijn oratie ‘Willekeur of algoritme? Laveren tussen analoog en digitaal bestuursrecht’ aan Tilburg University bij de aanvaarding van de leerstoel Bestuursrecht, Markt en Data. Wolswinkel is ook wiskundige.

Steeds vaker nemen bestuursorganen, denk aan de Belastingdienst, DUO en het CBR, besluiten die (deels) berusten op algoritmes. Mogen we dat een beetje eng vinden?
Je mag het uiteraard een beetje eng vinden, maar dat hoeft niet per se. De vraag is vooral waaruit die angst voorkomt. Voor sommigen is het de term ‘algoritme’, maar door die term alleen moet je je niet laten afschrikken. Algoritmische besluitvorming heeft twee kanten: enerzijds kan het de consistentie van besluitvorming bevorderen, anderzijds is het proces van besluitvorming soms minder doorzichtig. We moeten algoritmische besluitvorming dus niet heilig verklaren, maar zeker ook niet wegwerpen.

Besluiten moeten zorgvuldig worden voorbereid, eist de Algemene wet bestuursrecht. Kunnen we ervan uitgaan dat dit altijd gebeurt bij geautomatiseerde besluitvorming?
Je kunt daar uiteraard niet zomaar van uitgaan, evenmin als je ervan kunt uitgaan dat menselijke besluitvorming altijd zorgvuldig is voorbereid. Er zullen mechanismen moeten zijn waardoor een burger erop kan vertrouwen dat de besluitvorming zorgvuldig is verlopen. Dit wordt in de rechtspraak inmiddels ook onderkend met de verplichting van bestuursorganen om de keuzes, gegevens en aannames in geautomatiseerde besluitvorming proactief openbaar te maken. De vraag is overigens of die verplichting voor alle vormen van geautomatiseerde besluitvorming zou werken of dat ook andere mechanismen noodzakelijk zijn, juist als een burger zelf niet in staat is zijn weg te vinden in de enorme hoeveelheid data en programmeertaal.

De wet ging uit van besluitvorming in de analoge wereld. Hoe anders is het nu besluiten worden genomen in de digitale wereld?
Dat is een interessante vraag en veronderstelt een simpele tweedeling tussen analoge en digitale besluitvorming. Soms lijkt het dan inderdaad of digitale besluitvorming volstrekt anders is dan analoge besluitvorming. Toch zal per geval moeten worden bekeken of inderdaad sprake is van een andere situatie. Zo wordt wel gewezen op het feit dat overheden terugvallen op private partijen die hun software niet openbaar willen maken, maar ook in de analoge wereld doen overheden een beroep op private partijen. Tegelijk zal door de enorme rekenkracht van computers een vraagstuk als de snelheid en schaalbaarheid van besluitvorming een onderscheidend element kunnen zijn van digitale besluitvorming waarvoor de bestaande juridische antwoorden ontoereikend zijn .

U bepleit een wisselwerking tussen het analoge en digitale bestuursrecht. Wat bedoelt u daarmee?
Momenteel buitelen de initiatieven om geautomatiseerde besluitvorming te beteugelen over elkaar heen. Er lijkt sprake van een groot rechtsvacuüm. Echter, naar mijn mening zijn in het analoge bestuursrecht, dus het bestuursrecht dat niet specifiek betrekking heeft op besturen in een digitale wereld, al meerdere bouwstenen aanwezig die ook relevant zijn voor het digitale bestuursrecht. Tegelijk is de rechtsontwikkeling in het digitale bestuursrecht ook relevant voor het analoge bestuursrecht: waarom zou de verplichting om keuzes, gegevens en aannames openbaar te maken, moeten worden beperkt tot geautomatiseerde besluitvorming?

Wat betekent deze ontwikkeling voor juristen die betrokken zijn bij besluitvorming?
Ik denk allereerst dat juristen zich zouden moeten verdiepen in de kenmerken van algoritmische besluitvorming. De taal die juristen spreken is toch ook een soort programmeertaal. Meer inzicht in de kenmerken van algoritmische besluitvorming laat zien dat algoritmische besluitvorming zeker niet in de weg hoeft te staan aan het leveren van maatwerk.

Als u het voor het zeggen had dan…
… zouden we wat vaker de fiets nemen.

Wat is het hoogtepunt in uw carrière?
Daags na mijn oratie is het verleidelijk om mijn oratie te noemen, maar ik denk dat mijn promotie en oratie momenteel ex aequo staan.

Wat of wie is voor u een bron van inspiratie?
Mijn jonge kinderen, omdat ze alles (inclusief het hoogleraarschap) zo heerlijk kunnen relativeren.

Welk boek las u het laatst?
De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mens van Rutger Bregman. Voor een jurist die soms vooral bezig is op de vierkante millimeter, vind ik indrukwekkend hoe generalistisch dit boek is.

Wat staat er bovenaan op uw bucketlist?
Het beklimmen van de Mont Ventoux.

Met welke beroemdheid zou u een gevangeniscel willen delen?
Pierre de Fermat (wiskundige en raadsheer in de 17e eeuw in Frankrijk) om te bespreken wat nu eigenlijk zijn bewijs was van de zogeheten ‘Laatste stelling van Fermat’, die de wiskunde bijna 400 jaar heeft beziggehouden.

Lees over de studententijd van Johan Wolswinkel.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven