Medewerking patroons nog wel een probleem

Als het aan de Stichting Jonge Balie Nederland ligt, mag de huidige Uitvoeringsorganisatie (UO) de beroepsopleiding blijven verzorgen. “De UO heeft een goede opleiding neergezet,” zegt bestuurslid Noëlle Bynoe van de Stichting Jonge Balie Nederland (SJBN) en tevens arbeidsrechtadvocaat bij à la carte advocaten in Rotterdam. “De tevredenheid van stagiairs stijgt.” Een grote hinderpaal is nog wel de soms gebrekkige medewerking van patroons.
De UO verzorgt de opleiding aan advocaat-stagiairs in opdracht van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). Omdat het contract hiervoor eind 2016 af loopt, is een nieuwe aanbesteding noodzakelijk. Noëlle Bynoe, binnen het bestuur van SJBN verantwoordelijk voor de opleidingen, noemt de huidige opleiding goed. “Het gaat ons om de best mogelijke opleiding. Wij zetten dus niet per se in op een nieuwe speler. Maar ja, zo gaat dat soms bij aanbestedingen.”
Digitale leeromgeving
De nieuwe beroepsopleiding, half 2013 gestart na aanbevelingen van de commissie-Kortmann, is half 2015 aangepast na klachten over de studielast. Maar ook daarna bleven er kritiekpunten. Die richten zich vooral op tijd en plaats van de tentamens (om 11.00 ’s ochtends afgenomen in Amsterdam, wat erg onpraktisch is voor deelnemers die op flinke afstand wonen), de gebrekkige medewerking van patroons en het functioneren van de digitale leeromgeving. Deze punten van kritiek kwamen aan de orde tijdens bijeenkomsten van klankbordgroepen van SJBN, waar jonge advocaten hun zorgen konden uiten. De klachten resulteerden in twee informatieavonden, waar de UO, de NOvA en leden van de lokale balies vragen hebben beantwoord.
Inmiddels zijn de grootste bezwaren weggenomen tijdens een informatieavond in september 2015, zegt Noëlle Bynoe. “De digitale leeromgeving is verbeterd.” Een lastiger hindernis is begrip kweken bij kantoren en dus ook de patroons van de advocaat-stagiairs. “De nieuwe opleiding kost meer tijd, is minder vrijblijvend en er zit bijvoorbeeld huiswerk bij,” zegt Bynoe. “Veel patroons trekken zich echter niet veel aan van de nieuwe situatie en stellen te weinig tijd beschikbaar om huiswerk te maken. Soms krijgen stagiairs geen vrije dag voor het tentamen omdat dit op zaterdag plaatsvindt.”
Studieverlof
Om deze situatie in kaart te brengen, heeft SJBN een onderzoek gedaan naar het studieverlof dat kantoren toekennen aan advocaat-stagiairs. Op basis daarvan heeft SJBN zelf een document met best practices opgesteld voor de reële lengte van het studieverlof. Dat document is verspreid via nieuwsbrieven en wordt volgens Bynoe ook gebruikt, vooral bij de kleinere kantoren.
SJBN heeft vastgesteld dat grote kantoren veelal een eigen beleid hebben op dit gebied. “Kleinere kantoren wachten vaak tot de stagiair zelf aan de bel trekt,” zegt Bynoe. “Maar stagiairs vinden het moeilijk om dit te bespreken met hun patroons. Dat wordt makkelijker als je een document hebt met de uitgangspunten voor het aantal uren dat je aan de opleiding mag besteden.” Bovendien probeert de UO patroons beter te informeren. Ze krijgen tijdens patroonsbijeenkomsten inzicht in de voor hen soms onbekende digitale leeromgeving.
Het afnemen van de tentamens blijft wel in Amsterdam gebeuren. “Daar zat de onvrede er meer in dat mensen niet begrepen waarom het in Amsterdam moet op zaterdag om 11.00 uur ’s ochtends. Toen duidelijk werd dat er eigenlijk geen andere plaats mogelijk was, ontstond daarvoor meer begrip. Bovendien kan er waarschijnlijk worden geschoven met de tijd, dus dat probleem is opgelost.”
Te weinig voeling met praktijk
Een veelgehoord kritiekpunt binnen de balie is dat docenten in de vaardigheidsvakken te weinig voeling met de praktijk hebben. Bynoe: “Wij herkennen de kritiek deels. Ik heb begrepen dat docenten extra trainingen krijgen, en dat er meer wordt geselecteerd op de relevante ervaring.” Bovendien worden alle stagiairs uitgenodigd om de evaluatie in te vullen. Complicatie daarbij is dat sommige stagiairs het moeilijk vinden de slecht presterende docenten met naam en toenaam te noemen.
Vanuit de grote kantoren klinkt de kritiek dat de training in vaardigheden deels ‘dubbelt’ met wat de stagiairs intern al leren. “Dat is in de klankbordgroepen en tijdens de informatieavonden niet naar voren gekomen,” zegt Bynoe. “Als het voor de stagiairs een belangrijk punt was geweest, hadden we het daar wel gehoord.”
Verder noemen deze kantoren het vreemd dat een advocaat van een groot kantoor dezelfde training in vaardigheden krijgt als een stagiair van een middelgroot of klein kantoor. Met dat laatste kritiekpunt is Bynoe het oneens: “Wij merken juist dat alle stagiairs het een pluspunt vinden dat ze in gemengde groepen zitten. Ik denk dat het goed is dat advocaten met verschillende praktijken die opleiding volgen. Uiteindelijk is het één beroepsgroep, en het is ook wel belangrijk dat je weet wie er tot die groep behoren, en dat je de belangen kent.”
Netwerk
En de opleiding is ook goed voor het netwerk. Treffend voorbeeld: Onlangs werd Noëlle Bynoe nog gebeld door een collega van een groot kantoor die haar van de opleiding kent. Hij verwees een cliënt met een arbeidsrechtszaak naar haar door.
Het aantal stagiairs neemt na een daling in 2014 weer toe. In 2015 kwamen er 828 nieuwe advocaten bij, in 2014 waren dat er nog 701. De aantrekkende economie wordt als de belangrijkste oorzaak gezien.