Rechters van de rechtbank Rotterdam hebben zo’n zestig lessen gegeven. Hoeveel daarvan heeft u voor uw rekening genomen, en op wat voor scholen?
“Niet alleen rechters hebben lessen gegeven maar ook collega’s van de juridische ondersteuning, administratie en bedrijfsvoering. Soms alleen en soms in duo’s. De scholen waar we de lessen geven zijn heel divers en variëren van groep 8 van de basisschool en middelbare scholen tot middelbaar beroepsonderwijs. Er zijn zelfs lessen gegeven aan klassen met kinderen die net in Nederland zijn en de taal nog niet goed spreken. Zelf heb ik twee lessen gegeven aan vwo-klassen op een middelbare school In Rotterdam-Zuid.”
Waarom zijn deze lessen belangrijk?
“Rechtspraak is belangrijk, onze samenleving kan niet zonder. En dat is denk ik een boodschap die we overal moeten blijven vertellen. Rechtbank Rotterdam wil daarin heel zichtbaar zijn, laten zien wat we doen en vooral waarom. Vertrouwen in de rechter was vroeger vanzelfsprekend en gelukkig is het nog steeds groot. En om dat te behouden kunnen we altijd meer uitleg geven over wat we doen en waarom dat zo belangrijk is voor iedereen. Het is heel leuk om met jonge mensen het gesprek aan te gaan over ons vak.
Overigens doen we dat niet alleen in de Week van de Rechtspraak. Het hele jaar zijn er schoolklassen en studenten die bij ons een zitting bijwonen en uitleg krijgen. Afgelopen jaar zijn op die manier ruim 4000 leerlingen bij onze rechtbank op bezoek geweest. Maar ook als je niet op school zit kun je een zitting bijwonen.”
Wat is de boodschap die u de leerlingen mee wilt geven?
“Veel mensen denken dat rechtspraak alleen maar draait om het uitdelen van straffen. Maar ons vak gaat ook over het doorhakken van knopen in geschillen tussen burgers of bedrijven. En de bestuursrechter is er om te kijken of een beslissing van de overheid wel goed is. In al die zaken draait het om mensen. Mensen voor wie het heeft tegengezeten, die botte pech hebben, of die een verkeerde afslag hebben genomen. Als rechter ben je er ook voor om eraan bij te dragen dat die mensen hun leven weer op orde krijgen. Dat is niet alleen fijn voor hen, maar ook voor de samenleving als geheel.”
Vinden leerlingen het interessant, een rechter in de klas, of kijken ze toch vooral op de klok om te zien of het alweer bijna pauze is?
“Over rechtspraak heeft iedereen eigenlijk wel een mening. Dat geldt ook voor (puberende) leerlingen. Daarnaast spreekt ons werk best tot de verbeelding en hebben we een lespakket ontwikkeld met stellingen en praktijkvoorbeelden. Echt veel moeite hoeven we dus niet te doen om er een leuke les van te maken. Dat gaat een beetje vanzelf.”
Wat is makkelijker: orde houden in een klas of in de rechtszaal?
“Dat is een nogal retorische vraag. Als rechter hebben we een toga, dat helpt enorm en omdat zaken over de mensen zelf gaan letten ze vaak heel goed op. Er hangt ook wel wat van zo’n zitting af.
Wat dat betreft heeft de rechter het een stuk makkelijker dan een leraar. Ik heb er echt respect voor hoe ze al die stuiterballen elke dag weer (letterlijk) bij de les houden. Eerder in dit interview zei ik dat een samenleving niet zonder rechters kan, dat geldt net zo goed voor leraren. Goed onderwijs is echt heel belangrijk. Ook dat mag wat mij betreft zo vaak mogelijk gezegd worden.”
Wat zijn de opmerkelijkste vragen die leerlingen u stelden?
“Dat waren heel goeie vragen die de essentie van ons werk raakten zoals: hoe worden rechters gekozen, wat is wraken en hoe weet je of een rechter onpartijdig is? Er werd ook gevraagd of ik het verkiezingsdebat van de avond ervoor had gezien. Dat was een mooie aanleiding om de trias politica uit te leggen.”
Als u het voor het zeggen had, dan…?
“Het is verleidelijk om te roepen dat we als samenleving meer geld moeten investeren in de Rechtspraak. Maar nog belangrijker is dat de samenleving vertrouwen blijft houden in de Rechtspraak. Dat begint met lessen op school, maar staat en valt ook bij de openbaarheid van ons werk. Als ik het voor het zeggen had zou ik dus aan alle Nederlanders vragen om een zitting bij te komen wonen. Onze deuren staan elke dag van de week wagenwijd open.”
Wie of wat is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
“Mijn collega’s in de rechtbank omdat zij met zoveel passie, kennis en kunde hun vak uitoefenen. En van het doen van zittingen krijg ik het meeste energie, omdat ik dan heel direct het gevoel heb dat ik echt kan bijdragen aan het leven van mensen. Door het gesprek op zitting en de duidelijkheid die ik geef in hun leven, zodat ze weten waar ze aan toe zijn.”
Welk boek las u het laatst?
“Destination Hope, een boek over Hongaarse kindertreinen die een brug vormden tussen Hongarije en Nederland en België na de Eerste Wereldoorlog, mede omdat mijn eigen grootmoeder op die manier in Nederland terecht is gekomen.”
Met welke beroemdheid zou u een onbewoond eiland willen delen?
“Met zangeres Samara Joy. Ik heb haar gezien op het North Sea Jazz Festival en zij was met haar jonge leeftijd heel indrukwekkend. In een volgend leven wil ik dat graag kunnen …”
