Loorbach (NOvA): zorgen over kwaliteit advocatuur

Delen:

voorwoord-foto-Loorbach-NOvAAlgemeen deken Jan Loorbach van de Nederlandse Orde van Advocaten maakt zich zorgen over de kwaliteit van de advocatuur. Volgens hem zijn er te veel signalen en geluiden vanuit verschillende hoeken die er op duiden dat advocaten soms ondermaats presteren.

Over het algemeen krijgt Loorbach het beeld bevestigd dat er veel goede advocaten zijn, maar dus ook dat er toch vrij veel zijn die het niet zo goed doen. Regelmatig hoort hij van de Raad voor de rechtspraak en de Raad voor Rechtsbijstand, individuele rechters en collega-advocaten over slechte prestaties. Zo vernam hij van de Raad van State dat opvallend veel advocaten eigenlijk geen idee hebben van hoe de procedures daar precies werken. “Dat baart mij zorgen. Dan is er dus iets mis”, aldus Loorbach.

Hij vervolgt: “Het zou mooi zijn als we van rechters naam en rugnummers van slecht presterende advocaten doorkrijgen, maar ze willen – en niet onbegrijpelijk – geen kliklijn zijn. In het reguliere overleg wordt hierover tussen de dekens en de presidenten wel op een vertrouwelijke manier gesproken, maar we moeten nadenken over hoe we dit meer vorm kunnen geven. Meer dan een ‘soft approach’ alleen.”

Zo denkt de Algemene Raad van de Advocatenorde na over feedbacksystemen. Het laten bijwonen van zittingen door een soort panel van hoogwaardige gepensioneerde advocaten om te kunnen observeren wat advocaten doen en vooral hoe (goed) zij dat doen, is een voorbeeld van zo’n systeem. In het zomerberaad zal de Raad zich buigen over de mogelijkheden.

Noodzakelijk

In het Advocatenblad van vorige week schrijft Loorbach dat er sprake is van meer dan alleen maar incidenteel tekortschietende advocatuur. “Natuurlijk functioneert het overgrote deel van de advocaten goed, maar het is te makkelijk om daarmee te schermen en andere geluiden weg te wuiven. We moeten ervoor zorgen dat zelfs de slechtste advocaat goed genoeg is om de rechtszoekende te kunnen bedienen. Dat is hij nu niet. Vanuit die verantwoordelijkheid vond ik het noodzakelijk om dit eens uit te spreken.”

Loorbach wil met zijn column reacties aan het veld ontlokken. Maar ook binnen de Orde brengt hij het onderwerp te berde. “We moeten er concreet en serieus over praten. Misschien vindt men dat ik me niet druk moet maken omdat in elke beroepsgroep wel rotte appels voorkomen. Maar het kan ook dat er meer zijn die vinden dat er te veel aan de hand is. Dat te veel cliënten ontoereikend worden bediend en dat dat onze zorg moet zijn.”

De oorzaken van het gebrek aan kwaliteit zijn volgens de algemeen deken trouwens niet eenduidig: onvoldoende theoretische kennis, te veel hooi op de vork of bijvoorbeeld sociale ontsporing. Dit laatste is met name een gevaar voor kleine kantoren of eenpitters. Het zijn vooral de oorzaken waarin de oplossing moet worden gevonden, vindt Loorbach.

Proactief

Uit het vorige week verschenen jaarverslag van de tuchtcolleges over 2011 blijkt dat bijna evenveel klachten zijn ingediend als in het recordjaar 2010 (1200 respectievelijk 1251). Bovendien zijn er vorig jaar meer zware maatregelen opgelegd: vaker schorsingen en schrappingen van het tableau. Toch is Loorbach daar niet van geschrokken. Het zou vooral komen door de steeds mondiger cliënt en de proactieve werkwijze van de lokale dekens als gevolg van de aanbevelingen van Docters van Leeuwen. Dit laatste heeft volgens de algemeen deken geresulteerd in een aantal van die zware sancties.

De tuchtrechters uitten in het jaarverslag hun zorgen over het vertrouwen in de rechtspraak en de kwaliteit ervan als gevolg van het toenemende aantal klachten, in combinatie met de forse overheidsbezuinigingen op het budget van de tuchtcolleges. Loorbach deelt deze zorgen en stelt dat het aantal klachten kan worden teruggedrongen door verbetering van kwaliteit, maar ook dat hier een belangrijke taak voor de dekens ligt. “Ze schikken in een veel zaken en dat moet nog meer worden.” Ook het heffen van griffierechten of een kostenveroordeling van een advocaat tegen wie een klacht gegrond wordt verklaard, zijn maatregelen die de Orde overweegt om de druk op de tuchtrechtspraak te verminderen.

Discussie

Momenteel is de Orde verwikkeld in een discussie met staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) over het toezicht op de advocatuur. De bewindsman wil een nieuw, onafhankelijk college waarvan de leden geen advocaat mogen zijn. Maar dit zou volgens de Orde de onafhankelijkheid van advocaten aantasten en de rechtstaat in gevaar brengen. Loorbach: “In dit debat is het van belang te laten zien dat we serieus bezig zijn met kwaliteitsbewaking- en bevordering. We moeten tonen dat wij het toezichtsysteem zélf effectief kunnen laten functioneren.”

Toch valt er nog heel wat te verbeteren aan het huidige toezichtstelsel. Zo blijkt uit de vandaag verschenen kritische tussenrapportage van interim rapporteur Rein Jan Hoekstra (oud-staatsraad) die in opdracht van de Orde onderzoek naar het functioneren van het toezicht doet. Volgens Hoekstra is het noodzakelijk dat het toezicht geprofessionaliseerd en verbeterd wordt. En wel nu. Loorbach in een persbericht van de Orde hierover: “Hoekstra wijst scherp op onderdelen in het toezicht die moeten worden verbeterd. (…) Het wordt onze uitdaging om het eindrapport van Hoekstra aanmerkelijk anders te laten zijn dan de tussenstand.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven