Michiel Tjepkema over Groningse lessen voor Limburgse mijnbouwschade

Michiel Tjepkema, hoofd van de kennisunit van de Directie bestuursrechtspraak van de Raad van State, is per 1 maart benoemd tot hoogleraar Overheidsaansprakelijkheid en mijnbouwschade bij de faculteit Rechtswetenschappen van de Open Universiteit (0,2 fte).

Delen:

Gefeliciteerd met uw benoeming! We begrepen dat u zich vooral gaat richten op mijnbouwschade in Limburg. Maar is het bijna vijftig jaar na sluiting van de laatste steenkolenmijn nog nodig om daar een hoogleraar voor aan te stellen?
“Inderdaad, in 1974 sloten de laatste industriële mijnen. In de gesloten schachten staat nu mijnwater. Voorheen werd dat weggepompt, maar dat bleek geen goede oplossing voor de lange termijn. Het water stijgt dan ook door en geeft druk op de bodemlagen boven de mijnen. En dat kan weer leiden tot scheurvorming in muren van huizen en tot het aantasten van funderingen. We noemen dat ‘na-ijlschade’: schade die zich jaren na het functioneren van de bron van de schade nog doet gevoelen. De afgelopen jaren zijn over de vergoeding van dit soort schade verschillende rechtszaken geweest. Die gingen onder meer over de vraag of deze claims zijn verjaard, wat niet het geval bleek.” 

Wat is het eerste onderwerp waarmee u aan de slag gaat?
“De laatste jaren heeft de mijnbouwschade natuurlijk vooral gespeeld in Groningen. De mijnbouwschade in Limburg heeft gelukkig niet de omvang van de Groningse, maar deskundigen voorspellen dat zich de komende jaren veel meer gevallen van na-ijlschade kunnen gaan voordoen. Over de schadevergoedingspraktijk in Groningen liggen inmiddels uitvoerige rapporten: een mooie evaluatie van de Tijdelijke Wet Groningen door de Universiteit Utrecht en Andersson Elffers Felix en natuurlijk het recente rapport van de Parlementaire Enquête Commissie. Het ligt voor de hand nu eerst te bezien welke lessen we kunnen leren uit Groningen.”

Hoe is het gesteld met de rechtspositie van burgers die schade hebben als gevolg van delfstoffenwinning?
“Die is – net als in Groningen het geval was – wat versnipperd geregeld. Er is een Stichting Calamiteitenfonds voor schrijnende schadegevallen. Er is daarnaast een Waarborgfonds, waarop een beroep kan worden gedaan als de voormalige mijnbouwondernemer niet meer bestaat. Daarnaast bestaat de theoretische optie om de rechtsopvolgers van de voormalige mijnbouwondernemingen aan te spreken op grond van art. 6:177 BW. Wanneer welke procedure moet worden gevolgd is niet altijd helder, en ook de inrichting van de procedures zelf verschilt. Interessant is dat het mijnwater in Limburg soms ook wordt gebruikt om woningen te verwarmen. Daar wil ik met mijn collega’s van de vakgroep privaatrecht van de Open Universiteit ook onderzoek naar gaan doen.”

Onlangs maakte staatssecretaris Vijlbrief bekend in de loop van dit jaar met een definitieve regeling te willen komen voor schade door mijnbouw in Limburg. Heeft u tips voor hem hoe dat beter kan dan in Groningen?
“Inderdaad, de problematiek van de Limburgse mijnbouwschade is na dat bericht van de staatssecretaris uiterst actueel. Ik zou hem een aantal adviezen willen meegeven: zorg voor één loket voor alle schadegevallen. Zorg voor een omvattende schaderegeling, die voor alle mogelijke soorten van schade – inclusief immateriële schade – soelaas biedt. Zorg voor nabijheid van rechtsbescherming door vestiging van een nieuw schadeloket in de regio. Hanteer de menselijke maat bij de afwikkeling van claims en ontzorg de burger. En wees creatief bij de inrichting van je schaderegeling door te bezien hoe overheadkosten (de kosten gemoeid met de afhandeling van schades) zoveel mogelijk kunnen worden verminderd. Kortom, werk aan de winkel voor staatssecretaris!”

Wat fascineert u in het overheidsaansprakelijkheidsrecht?
“Om het met een lelijk woord te zeggen is dat vooral de ‘veelkantigheid’ van dit rechtsgebied. Een rechtsgebied op het snijvlak van publiek en privaatrecht. Waardoor altijd boeiende vragen leven over de vraag welke rechter het beste geëquipeerd is om bepaalde schadevragen te beantwoorden. Maar ook vind ik het fascinerend dat het een gebied is dat functioneert op snijvlak van recht en politiek: soms het lijkt het alsof we leven in een compensatiesamenleving waarin niet het recht, maar vooral het bestuur en de politiek bepalen dat de overheid – en daarmee wij als belastingbetalers – voor een bepaalde groep uit de maatschappij de portemonnee moeten trekken. Het zijn vragen die vandaag de dag net zo actueel zijn als twintig jaar geleden.

Wie of wat is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
“Dat is Ben Schueler, mijn directe leidinggevende bij de Raad van State tot zijn overlijden op 20 januari jl. Ik heb de afgelopen 4,5 jaar intensief met Ben mogen samenwerken, en alle vruchten mogen plukken van zijn enorme wijsheid, zijn relativeringsvermogen en zijn humor. En natuurlijk zijn uitzonderlijk grote juridische talent, dat hij gelukkig ook uitgebreid heeft aangewend voor het overheidsaansprakelijkheidsrecht. Mijn collega’s en ik missen Ben enorm.”

Wat is niet over u bekend dat wel interessant is?
Ik ben nu al tien jaar presentator van Fab4Cast, een podcast over The Beatles, die binnenkort de 200e aflevering gaat aantikken. Buiten het juridische zijn The Beatles mijn grootste bron van inspiratie. Zoveel werkkracht, zoveel talent en zoveel bereikt in zo’n korte tijd: mijn podcastcollega’s en ik raken daar letterlijk niet over uitgepraat.”

Welk boek las u het laatst?
Dat was het boek An Officer and a Spy van Robert Harris. Een boek over de affaire rond Dreyfus, de Joodse militair die het trieste slachtoffer werd van een hetze van de Franse overheid. Harris schetst nauwgezet hoe Dreyfus werd vermorzeld door de Franse autoriteiten door een combinatie van tunnelvisie, corruptie en Jodenhaat. Het is niet voor te stellen dat dit kon gebeuren. Een pageturner van de hoogste orde!

Stel: u belandde in een gevangeniscel. Met welke beroemdheid zou u die willen delen?
Doe maar met Gerard Spong. Die praat ons er vast wel snel uit.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven