Miek Smilde: ‘Het recht is een verhaal’

Delen:

Advocaat Stijn Franken nam het eerste exemplaar van Dorsmans dood in ontvangst
Advocaat Stijn Franken nam het eerste exemplaar van Dorsmans dood in ontvangst (foto: Martijn Beekman)

Op 12 september werd de nieuwe roman gepresenteerd van Miek Smilde, die vrijwel vanaf het begin voor Mr. schreef. In de loop der tijd interviewde ze als freelancemedewerker meer dan 150 juristen. Met haar juridische roman Dorsmans dood neemt zij afscheid van de journalistiek. “Fictie is voor mij nog de enige manier om de waarheid enigszins te naderen”, vertelt zij in een interview in het nieuwste nummer van Mr.

“Dorsmans dood, het zou zomaar een titel van een thriller kunnen zijn”, staat op pagina 188 van het nieuwste boek van Miek Smilde. “Maar dat is het dus niet”, vertelt de auteur. “Het is geen whodunnit. Het gaat wel over de verkrachting en moord op een jonge vrouw, Esther Dorsman, maar dan vooral over de rechtszaak en wat die met de rechter doet.”

De rechtbank heeft in deze zaak een verdachte tot twaalf jaar gevangenisstraf veroordeeld – op grond van een onvolledig dna-profiel. Het gerechtshof Den Bosch legt veertien jaar op, ondanks de twijfel van een van de raadsheren. Vier jaar later duikt een andere potentiële dader op; zijn dna blijkt volledig overeen te komen met dat uit de zaak-Dorsman. De voorzitter van de strafkamer die de zaak in hoger beroep behandelde, Pieter Coorn, begint te twijfelen. Heeft iemand bewust bewijsmateriaal achtergehouden? Heeft hij zich emotioneel te veel laten meeslepen in deze publicitair gevoelige zaak? Wie is hij nog als er geen waarheid bestaat?

Fictief

“Als je over dwalingszaken leest worden meestal de verdachten besproken, of je leest over de betrokken advocaten. Het leek mij interessant om te kijken hoe een rechter zo’n zaak emotioneel ervaart.” Dus kroop Smilde in het hoofd van de 59-jarige Pieter Coorn. “Hij is, net als de rechtszaak, helemaal fictief”, haast ze zich te zeggen.

Coorn komt uit een Rotterdams fietsenmakersgezin, en is de enige die gaat studeren. Hij begint als sociaal advocaat in Arnhem, wordt na tien jaar rechter in Assen, is tijdelijk gedetacheerd in Den Haag tijdens de parlementaire enquête opsporingsmethoden om vervolgens raadsheer te worden. Zijn stijging op de maatschappelijke ladder leidt ertoe dat hij van zijn familie vervreemdt. “Zo’n emancipatieachtergrond vond ik interessanter om over te schrijven dan over een Minerva-jurist met dubbele achternaam – waardoor Pieter Coorn trouwens wel is gefascineerd”, zegt Smilde. Behalve de wederwaardigheden van de hoofdpersoon, passeren in het boek meer of minder expliciet ook tal van ontwikkelingen op strafrechtelijk gebied de revue. Smilde: “We zijn de afgelopen decennia fundamenteel anders over strafrecht gaan denken. In de jaren zeventig was het strafrecht het vieze broertje van het civiel recht; het was een marginaal rechtsgebied. Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig kwam het strafrecht steeds meer in de belangstelling te staan, zowel van juristen als van media en publiek. De zaak-Octopus met Charles Z. was volgens mij een kantelpunt. Vanaf dat moment werd het strafrecht hip and happening. Sinds de jaren negentig werden de straffen hoger; je had de IRT-affaire; na 9/11 kreeg je een enorme veiligheidscultus; er was een aantal rechterlijke dwalingen; slachtofferrechten kwamen op. Die veranderingen fascineren me en liggen aan Dorsmans dood ten grondslag.”

Waarheid

Zelf kreeg Smilde al jong verhalen te horen over de strafzaken die haar moeder als rechter behandelde. Ze leerde twee dingen van haar. Les 1: wantrouw ieder verhaal, hoe zielig ook; blijf twijfelen. Les 2: de waarheid bestaat niet. “Het recht is een manier om op een gegeven moment een beslissing te nemen, maar het is geen wiskundige redenering met twee premissen die tot een conclusie leidt. Daaraan staat de rechterlijke overtuiging in de weg. Het recht is een constructie, een verhaal. Eigenlijk is dat vergelijkbaar met hoe je als journalist te werk gaat. Zowel rechters als journalisten proberen verhalen te maken van een werkelijkheid; dé waarheid kennen we niet.”

Smilde − sinds kort werkzaam bij de NVvR − werkte bijna 25 jaar als journalist. Ze schreef onder andere voor Trouw, NRC Handelsblad, Vrij Nederland en verschillende vakbladen. De journalistiek ging haar de laatste jaren meer en meer tegenstaan. “Freelancers hebben het steeds moeilijker gekregen. Bovendien is er steeds minder ruimte voor het echte verhaal. Ik wil als journalist iemand de ruimte kunnen geven om zijn verhaal te vertellen, maar sommige opdrachtgevers willen dat je volgens bepaalde formats werkt en er moet steeds meer vanuit emotie worden geschreven. Ik heb niets tegen emotie, maar al te eenvoudig scoren met dramatische verhalen staat me tegen. Er moet ruimte voor verwarring zijn, zoals het echte leven ook verwarrend is. Daarom ben ik fictie gaan schrijven. Fictie is voor mij nog de enige manier om de waarheid enigszins te naderen.”

Geen droog brood

Voor Mr. interviewde Smilde in de loop der tijd zo’n 150 juristen. Van Arthur Hartkamp tot Liesbeth Zegveld, van Ferdinand Grapperhaus (toen nog advocaat) tot Taru Spronken, van Maarten Feteris tot Maxim Februari. Ze vroeg hen naar hun studie, werk, naar actuele juridische kwesties en naar hun ideeën over het recht. Dat leidde tot uiteenlopende gesprekken met heel verschillende juristen. Toch waren er ook wel wat overeenkomsten. “Iedereen was op zijn manier begaan met het recht”, zegt Smilde. “Of het nu over de gefinancierde rechtsbijstand ging, het politieke commentaar op rechterlijke beslissingen, de mensenrechten, de vercommercialisering van de advocatuur of slepende asielprocedures: met heel verschillende verhalen waarschuwden juristen voor de sluipende uitholling van het recht.”

Wat Smilde opvallend vond was dat de meeste mensen die ze sprak eigenlijk geen jurist hadden willen worden. “Slechts een enkeling had altijd al een gevoel voor rechtvaardigheid en wilde bijvoorbeeld advocaat worden. De meesten hadden liever iets in de bètahoek gedaan, maar vonden zichzelf daar te dom voor. Of ze wilden schrijver of journalist worden, maar waren bang dat daarmee geen droog brood te verdienen was.”

Losgezongen

Haar interessantste gesprekspartners vond ze wetenschappers. “Omdat die toch het meest vrij in hun denken zijn.” Waar ze moeite mee had waren sommige Zuidas-advocaten. “Er zijn advocaten die de halve wereld rondvliegen om ingewikkelde juridische constructies op te tuigen, ook in China of in andere landen waar de politiek wat anders denkt over the rule of law dan wij. Sommigen zijn compleet losgezongen van de werkelijkheid, maar hebben intussen wel hun mond vol over het belang van de rechtsstaat en hoe belangrijk de toegang tot het recht is. Dat vond ik soms lastig te rijmen met hun uurtarieven.”

Smilde vroeg haar gesprekspartners altijd naar hun jeugd. Veel geïnterviewden waren daardoor verrast, maar de meesten vonden het leuk om over hun achtergrond te vertellen. “Je bent nooit je ouders, maar waar je vandaan komt bepaalt toch wel deels wie je later wordt. Daar wilde ik graag meer over weten. Ben je, zoals bijvoorbeeld mijn moeder, de eerste van de familie die gaat studeren? Kom je uit een eeuwenoud klassiek juristengeslacht? De waarden en normen die je van huis uit meekrijgt neem je wel degelijk mee.” Lachend: “Daarvan ben ik zelf ook een exponent. Mijn vader was psychiater, mijn moeder rechter. Bot gezegd ben ik met gekken en criminelen opgevoed. Ik kreeg de rafelranden van de samenleving mee. Daar leer je veel van.”

Centrum van de wereld

Zijn juristen in de twintig jaar dat Smilde voor Mr. werkte erg veranderd? “Ze zijn minder bescheiden geworden. Iedereen die zich laat interviewen en met zijn gezicht op de cover van Mr. komt is in zekere zin ijdel of heeft iets te verkopen, maar twintig jaar geleden was de bescheidenheid groter. Er was meer ruimte voor nuance en twijfel. De jongere generatie neemt duidelijker stelling, vind ik. Veel juristen ontlenen tegenwoordig een zekere vanzelfsprekendheid aan hun jurist-zijn. Ze hebben de neiging zichzelf tot het centrum van de wereld te maken en alles vanuit het systeem van regelgeving te bekijken. Voor de andere kant van het verhaal, de schaduwzijde, hebben ze weinig tot geen oog. Waar is de troost, de verzoening, de mildheid? Dat laten ze weinig zien. Veel juristen lijken zichzelf weinig ruimte voor twijfel te gunnen. Anders dan Pieter Coorn in het boek.”

Miek Smilde, Dorsmans dood, De Arbeiderspers, € 19,99 

Wie is Miek Smilde?

Miek Smilde
Miek Smilde (foto: Chantal Ariëns)

Miek Smilde (1966) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Ze ging daarna aan de slag bij het ministerie van Justitie waar ze hoofdredacteur van een aantal justitiële uitgaven werd. Sinds oktober 1998 werkt ze als freelance journalist. Ze publiceerde in onder meer Vrij Nederland, Trouw, de Volkskrant, Psychologie Magazine en Mr.

In 2015 schreef Smilde in opdracht van de Onderzoeksraad voor Veiligheid het boek MH17, onderzoek, feiten, verhalen. In 2011 verscheen haar non-fictiedebuut Raarhoek, over de geschiedenis van de naoorlogse psychiatrie. In 2013 volgde de roman Gloria in excelsis Deo en in 2016 de poëziebundel De achterkant van juni. Ze is sinds april van dit jaar beleidsadviseur bij de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en studeert religiewetenschappen.

Miek Smilde is getrouwd en heeft drie dochters.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven