Het heeft even geduurd maar nu weet het OM het zeker: Wilders moet weer worden vervolgd. Kennelijk was het niet eenvoudig om te bepalen of zijn uitlatingen over minder Marokkanen verboden en strafbaar zijn. Maar de knappe koppen van onze vervolgende instantie zijn er uit: voor de rechter met die man.
Als het goed is, berust dit besluit mede op nauwgezette exegese van gezaghebbende wetenschap en rechtspraak. Geleerde strafjuristen moeten op dergelijke en wie weet nog wel verdere gronden tot de slotsom zijn gekomen dat Wilders’ uitlatingen voldoende strafwaardig zijn om vervolging te wettigen.
Dit klinkt heel rationeel, ver weg van populistische sentimenten rond Wilders’ publieke wens tot etnisch bepaalde landverhuizing. Maar die schijn van rationaliteit zou wel eens lelijk kunnen bedriegen, tenminste, als het gaat om uitleg en toepassing van strafrechtelijke verboden die ook voor andere dan strafrechtgeleerde landgenoten nog navolgbaar zijn. Want wat is de zin van dergelijke verboden als gewone rechtsgenoten niet weten wat zij betekenen?
Nu zal geen verstandig mens het in zijn hoofd halen om Wilders’ uitlatingen over Marokkanen ook maar bij benadering na te zeggen, en dat echt niet alleen uit angst te eindigen in het gevang. Maar waar ligt precies de grens? Zo kunnen economen er van overtuigd zijn dat arbeidsmigratie slecht is voor lokale welvaart, zowel hier ter plaatse als in de thuislanden van arbeidsmigranten. Samenvatting van dergelijke standpunten kan leiden tot uitlatingen die lijken op wat Wilders heeft gezegd. Mag dat dan wel of niet?
Conservatieve gemeenschapsdenkers kunnen op andere gronden gekant zijn tegen volksverhuizingen. Als mensen bij voorkeur gelukkig worden in eigen kring, dan kunnen zij beter niet als minderheid tussen vreemden gaan wonen. Niet iedereen is zonder meer een wereldburger die zich overal thuis voelt. Weer rijst de vraag of dergelijke standpunten publiekelijk mogen worden toegespitst in termen van “minder Marokkanen”. En zo voorts natuurlijk. Er zijn zo veel redenen en misschien zelfs goede redenen te bedenken tegen volks- en andere verhuizingen. Hoe die moeten worden teruggedraaid is natuurlijk een andere vraag, waarop zelfs Wilders het antwoord schuldig blijft.
Maar Wilders’ motieven zijn kwaadaardig en die van economen en gemeenschapsdenkers niet, kan daartegen worden ingebracht. Zelfs dat is nog maar de vraag. Was het werkelijk Wilders’ bedoeling om Marokkanen te kwetsen? Eerder probeerde hij aanhang te winnen in eigen kring, zonder ook maar een ogenblik de indruk te wekken dat Marokkanen hem als zodanig aangaan. Zolang zijn populisme leidt tot stemmenwinst, met wat voor middelen ook, zal de rest Wilders koud laten, Marokkanen of wie dan ook incluis. Zo kan Wilders ten processe zelfs volhouden dat hij helemaal niet de bedoeling had om Marokkanen te kwetsen, aan te zetten tot haat jegens hen of wat dan ook. Of hij daarmee wegkomt is natuurlijk weer een andere vraag.
Heeft het wel zin om Wilders’ woorden op een goudschaaltje te wegen, als ware hij de nieuwe Jezus Christus en onze strafjuristen de hedendaagse schriftgeleerden? Leidt dat tot meer dan willekeur met de schijn van gezaghebbende motivering, of Wilders nu uiteindelijk vrijuit gaat of niet? Hoe dan ook is deze herhaling van zetten koren op zijn molens van verongelijktheid, de drijvende kracht achter zijn hele politieke beweging.
Eigenlijk laat deze hernieuwde strafvordering tegen Wilders het failliet zien van even goed bedoelde als onduidelijke en dus slecht toepasbare verboden van aanzetten tot haat en verwante bepalingen. Waar liggen hier de grenzen? In dubio abstine moet toch het motief zijn van strafrechtspleging, van wetgeving tot en met rechtspraak. Dus maar weg met al die bepalingen, het verbod van eenvoudige belediging incluis? Beccaria pleitte er al voor: vaagheid hoort niet in wetboeken van strafrecht, net zo min als strafrechtspleging een stoplap mag zijn voor problemen die op andere manieren beter kunnen worden opgelost. Zo kan kwetsende publiciteit nogal eens beter civielrechtelijk worden afgerekend.
Ook Wilders moet met andere dan strafrechtelijke middelen worden aangepakt. Wat hadden politiek en landsbestuur nu eigenlijk moeten doen om kwetsende effecten van Wilders’ woorden weg te nemen? Alle Marokkanen en eigenlijk iedereen duidelijk maken dat deze windbuil niets maar dan ook helemaal niets te vertellen heeft over de woon- en verblijfplaats van wie dan ook. En iedereen duidelijk maken dat je de woorden van een politiek gestoorde beter kunt laten voor wat zij zijn: dwangmatige uitingen van iemand die kennelijk niets beters weet.
Als dat ooit gaat werken, zal geen Marokkaan of wie dan ook zich door Wilders beledigd of gekwetst voelen. Wie niet serieus moet worden genomen kan immers zeggen wat hij wil. Wie zo ver is dat hij Wilders’ woorden ziet als niet meer dan ongelukkige uitingen van geestelijke en morele verwarring zal hem en zijn hele politieke beweging verder met rust laten.
De strafververvolging tegen Wilders is dan ook opnieuw een onbedoeld brevet van onvermogen voor de politiek en de publieke opinie. Uit angst voor de kiezer of gewoon uit onvermogen wordt hem geen haar gekrenkt. Zelf speelt hij genadeloos op de man, ook als het niet om Marokkanen gaat. Doe dat terug, tenminste om de holheid van zijn eigenlijke beweegredenen te laten zien. Niet alleen Marokkanen interesseren hem helemaal niets. Niets en niemand interesseert hem, behalve dan zijn eigen verongelijkte ijdelheid. Die wordt nu nog eens bevestigd en gestreeld door een volgend strafvorderlijk mediaspektakel, met voor alle partijen onzekere afloop. Terwijl het echte antwoord eigenlijk heel eenvoudig is: “Minder Marokkanen? Minder Wilders!”
Heeft het OM dit allemaal meegewogen bij de vervolgingsbeslissing? Het heeft er niet de schijn van.