Mr. van de week: Christiaan Baardman

Delen:

Christiaan Baardman

© Genia Baardman
Fotografie

Mr. van de week is Christiaan Baardman. Hij is dagvoorzitter van het seminar ‘Cybercrime’ dat het Nederlands Juristen Comité voor de Mensrenrechten organiseert op donderdag 13 februari. Baardman is coördinator van het Kenniscentrum Cybercrime en raadsheer in het Gerechtshof Den Haag.

Het wetsvoorstel Computercriminaliteit III geeft de opsporingsdiensten verstrekkende bevoegdheden om cybercrime aan te pakken. Zijn deze instrumenten mensenrechtelijk aanvaardbaar?

Diegenen die daarin echt geïnteresseerd zijn raad ik aan om naar het NJCM-seminar op 13 februari te komen.

Bijna een jaar geleden waarschuwde u dat er te weinig internetcriminelen voor de rechter komen. Hoe is dat nu?

Voor alle duidelijkheid, als rechter ben ik uiteraard helemaal niet geïnteresseerd in ‘productiecijfers’ als het gaat om de vervolging van internetcriminelen. Waar het mij om gaat is dat ik de indruk heb dat de omvang van cybercrime veel groter is dan wat er in de rechtspraak aan zaken langs komt. Mijn indruk is dat daarin geen noemenswaardige verandering is gekomen. Dát verdient aandacht. Enerzijds omdat het domein van cybercriminaliteit niet mag verworden tot een soort vrijstaat waarin het recht van de meest gewiekste geldt en anderzijds omdat de rechtspraak bij uitstek geschikt is om naar de samenleving duidelijk te maken wat wel mag en wat niet, óók als het om het optreden van politie en justitie gaat.

Hoe presteert Nederland op dit gebied in vergelijking met andere landen?

Met het bestaan van ons kenniscentrum loopt de rechterlijke macht internationaal in elk geval voorop. In internationale contacten proef ik daarover jaloezie. Dat mag best ook wel eens worden gezegd.

Als u het voor het zeggen had dan…?

…zouden politici zich terughoudender uitlaten over lopende rechtszaken.

Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?

Ach, carrière is ook zo’n woord. Als het om mijzelf gaat heb daar ik daar niet zoveel mee. Met veel plezier kijk ik terug op de achterliggende 28 jaar. Ik had niet verwacht op zoveel verschillende rechtsterreinen actief te zullen zijn. Als advocaat bij NautaDutilh heb ik mij met name toegelegd op aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht, bij de rechtbank heb ik in de civiele sector de verbreding ervaren en sinds mijn overstap naar het hof in 2006 ben ik overwegend strafrechtelijk georiënteerd, met een accent op cybercrime. Die veranderingen zijn verfrissend en motiverend geweest. Cybercrime spreekt mij aan door de actualiteit, de wisselwerking tussen recht en technologie, de innovatiekracht van de digitale wereld en de fabelachtige snelheid waarmee dat gebeurt en de andere kijk die het vergt om de nieuwe mogelijkheden de ruimte te geven en tegelijk de uitwassen tegen te gaan. Technologische middelen lijken daarbij soms effectiever te zijn dan juridische. Dat laatste raakt ook de positie van de rechtspraak. Vandaar mijn eerdere waarschuwing. De rechtspraak kan haar rol alleen maar opeisen als het erin slaagt de digitale ontwikkelingen niet alleen te volgen en te begrijpen, maar daarvan ook blijk te geven in de vorm van deskundige uitspraken. Het is de taak van het kenniscentrum om dat te faciliteren. Daarvoor is voeling met de wereld om ons heen belangrijk. Onze activiteiten op het snijvlak van rechtspraak en samenleving vind ik erg leuk.

Wie of wat is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?

Ik heb altijd wel iets met rechtvaardigheid gehad, maar één specifieke persoon is er niet. In mijn huidige werk als rechter laat ik mij inspireren door de behandeling van een zaak op zitting. Daar krijgt het papieren dossier – vaak letterlijk – een ‘gezicht’ en heb je kans om dichter bij het ‘echte verhaal’ te komen. En natuurlijk, dat verhaal is in het strafrecht vaak allesbehalve positief. Ten aanzien van cybercrime in het bijzonder komt daar bij dat cybercriminelen af en toe anders zijn in vergelijking tot andere delinquenten. Zo heb ik eens meegemaakt dat een verdachte ons op zitting een afstudeerscriptie overhandigde die hij had geschreven over het onderwerp waarvoor hij terecht stond.

Welk wetsartikel vindt u het mooist cq het slechtst?

Met die blik kijk ik, eerlijk gezegd, niet naar de wet. Dat wil uiteraard niet zeggen dat ik geen oog heb voor wetsartikelen. Ik wil er maar mee zeggen dat het mij vooral gaat om de relatie tussen menselijk handelen en de wet. Dat handelen laat zich niet altijd vangen door regeltjes. Dan wordt het interessant.

Welke juridische website raadpleegt u vaak?

Als ik de website van ons kenniscentrum voor het gemak buiten beschouwing laat (inmiddels uitgegroeid tot een belangwekkende database op het gebied van cybercrime), kom ik toch uit op rechtspraak.nl

Welk boek las u het laatst?

Dat was Congo. Een boek naar mijn hart. Een meeslepend relaas over een land met ongekende rijkdommen dat juist daardoor tot op de dag van vandaag grote aantrekkingskracht heeft uitgeoefend op mensen met nobele maar te vaak met aanzienlijk minder nobele bedoelingen. Wat mij ook zo aansprak was de optekening van getuigenissen uit de mond van een stokoude man die de schrijver op een van zijn reizen bij toeval had ontmoet en wiens herinnering terugging tot Stanley. Levende geschiedenis dus. Dat laatste deed mij denken aan mijn grootmoeder die 104 jaar oud is geworden en kon putten uit een veelheid van eigen ervaringen die je anders alleen in geschiedenisboeken terugvindt.

Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?

De Spaanse doelman Casillas, vanwege zijn redding op het schot van Robben in de WK finale van 2010. Ons gesprek daarover zou best even mogen duren…………

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven