Zijn bedrijven voldoende doordrongen van de urgentie van cybersecurity?
Ik merk elke dag in mijn praktijk dat bedrijven worstelen met privacy- en dataprotectie. Niet uit onwil of desinteresse, maar vanuit onwetendheid, de veelomvattendheid en impact enerzijds en wellicht te veel vertrouwen in de veiligheid anderzijds. Een treffend voorbeeld is natuurlijk het recente iCloud-schandaal waarbij opeens naaktfoto’s van Hollywoodsterren publiekelijk bekend werden.
Hoe is het eigenlijk gesteld met de beveiliging van informatie en privacy door advocatenkantoren?
Hoe dat bij andere kantoren is geregeld weet ik niet. Maar bij NautaDutilh is dat goed op orde. Wij zijn ons er terdege van bewust, mede gegeven onze rol in het rechtssysteem, dat privacy- en dataprotectie van essentieel belang zijn.
Bestrijding van cybercrime is een van de speerpunten van het kabinet. Bent u te spreken over de overheidsaanpak?
Er is een aantal goede stappen gezet. Kijk naar het in 2012 opgerichte Nationaal Cyber Security Centrum, de voorgestelde introductie in de Wet bescherming persoonsgegevens tot het verplicht melden van datalekken of bijvoorbeeld de gedachte het Wetboek van Strafrecht en Strafvordering aan te passen aan de stand van de techniek. En ook op Europees niveau zijn de nodige ontwikkelingen gaande, zoals de EU richtlijn over netwerk- en informatiebeveiliging die vorig jaar werd voorgesteld of de Europese data protectie Verordening waarover het Europees Parlement eerder dit jaar heeft gestemd en die het niet-naleven van privacy regelgeving zwaar sanctioneert. Uiteraard is er nog genoeg te doen, maar dat technologie sneller gaat dan het wetgevingsproces is nu eenmaal de uitdaging van deze tijd.
Als u het voor het zeggen had dan…?
Zou ik wensen dat de politiek, de wetgever zich meer de volgende vraag zou stellen, indachtig het gegeven dat Nederland geen eiland is maar in een internationale context bestaat, of het nu gaat om data privacy, de verslaggeving van ondernemingen of het toezicht op professional services firms: “Are we being realistic, and/but demanding the impossible?”
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Hét hoogtepunt gaat nog komen. Maar een van de hoogtepunten is reeds het opzetten en voorzitten van ons Benelux Sector Team Professional Services Firms. Een team dat ik al negen jaar geleden samen met Jan Willem Sodderland van ons kantoor heb mogen introduceren en vormgeven. Een en ander vanuit de overtuiging dat cliënten niet sec een juridisch advies verlangen maar geholpen willen worden met het realiseren van hun doelstellingen; een bijdrage aan hun waarde-creatie proces en executie van hun strategie. Dit vergt een praktijkgroep en rechtsgebied overstijgende aanpak; dat vereist een integrated, coherent service delivery die wij met mijn Sector Team bieden.
Wie of wat is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Dat zijn en zullen altijd mijn cliënten blijven.
Welk wetsartikel vindt u het mooist? En welke het slechtst?
Lastig, er zijn er veel die ik mooi vind… Maar als ik moet kiezen, dan wordt het artikel 10, lid 1 van de Grondwet dat stelt dat “iedereen, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht heeft op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.” En slecht? Tja, vanuit mijn andere expertise kom ik dan bij de artt 2:391 en 2:393 BW. Slecht wil ik ze zeker niet noemen, maar om het zo gewenste en benodigde vertrouwen in de maatschappij terug te brengen en om het vertrouwen van de maatschappij in de financiële markten daadwerkelijk te kunnen herstellen, dienen mijns inziens deze artikelen aangepast te worden. Dit in die zin dat het directieverslag onder meer ook moet gaan over de executie van de strategie, de continuïteitsveronderstellingen van een onderneming en dat daar negative assurance bij gegeven dient te worden Nu focussen deze artikelen alleen nog maar op de jaarrekening – de cijfers – terwijl de recente crises leren dat deze alleen onvoldoende zeggen c.q. inzicht geven in de onderneming.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Dat zijn behoorlijke usual suspects: legalintelligence.com, lexplicatie.nl, overheid.nl, accountant.nl.
Welk boek las u het laatst?
Dat waren er, dankzij de vakantie in Frankrijk, velen. Maar de mooiste waren Kafka op het strand van de Japanse schrijver Murakami Haruki, “elke waarneming is eigenlijk al een herinnering” en Les Amazones de la République: sexe et journaliste a l ‘Élysée van de Franse schrijver Renaud Revel. Dat boek behandelt de wisselwerking tussen vrouwelijke journalisten en mannelijke politici; heel Frans en heerlijk om te lezen.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Met iemand die mij uitdaagt wanneer het gaat om het begrijpen, het bevatten van het concept van tijd ‘le charme de l’instant’. Volgens mij is dat van cruciaal belang wanneer je tot de cel wordt veroordeeld. Dus kies ik voor de Franse filosoof Vladimir Jankélévitch wiens boek Le Temps; le je-ne-sais- quoi et le presque-rien voor mij een inspiratie is.