Mr. van de week is mr. Els Unger. Per 1 december zal zij de nieuwe voorzitter worden van OSR Juridsiche Opleidingen. Daarmee volgt Unger mr. Fred van de Winkel op (president van de rechtbank Almelo) die tot december 2010 de functie van voorzitter bekleedde.
Eerlijk gezegd wisten wij niet eens dat OSR een voorzitter had. Is dat een tekortkoming?
Dit lijkt me een retorische vraag. Je hoort vaker dat journalisten nauwelijks meer achtergrondinformatie verzamelen. Hoe de structuur van een organisatie is heeft meestal geen nieuwswaarde.
Is het nu ook aan u om met uw bestuur de koers van OSR te gaan bepalen/veranderen. Hoe gaat dat er uitzien en wordt diversiteit daar belangrijker in?
Het is primair de directie van OSR die het beleid bepaalt. De raad van commissarissen houdt daar toezicht op. Diversiteit is al lang een belangrijk issue voor OSR. Zo organiseert OSR al sinds 2006 het succesvolle Women Leadership Programme en komend jaar ook alweer voor de 4e keer de internationale variant daarvan. Een substantieel deel van de deelneemsters aan dit programma is daarna partner geworden.
U heeft als voorzitter van de diversiteitscommissie van de Advocatenorde een aantal keren samen met OSR de Sonja Boekmanprijs uitgereikt. Een prijs die met advocatuur en met vrouwen te maken heeft, maar waar we nu alweer een tijdje niets van hebben gehoord. Komt er nog een vervolg?
Tot medio 2010 was ik voorzitter van de Commissie Diversiteit van de Orde. Het voorzitterschap is met verve overgenomen door Joost Linneman. Sinds een jaar of twee legt de Orde de focus vooral op multiculturele diversiteit. Op dat vlak ontplooit de Commissie Diversiteit veel activiteiten. Daarnaast ondersteunt de Orde nog steeds initiatieven op het gebied van gender diversity, zoals het mentorproject Madonna dat recentelijk in Rotterdam plaatsvond. Of uitreiking van een prijs weer onderdeel van het diversiteitsbeleid van de Orde zal worden, is mij niet bekend.
Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Dat is in mijn begintijd in de advocatuur mijn patroon Peter Ingelse geweest, die nu voorzitter is van de Ondernemingskamer. Later werd Els Swaab een inspirerend voorbeeld. In de jaren ‘90 was zij Deken in Amsterdam. Zij vroeg mij actief te worden in de Orde, eerst in het College van Afgevaardigden, later in de Amsterdamse Raad van Toezicht. Haar combinatie van advocatuur en maatschappelijke betrokkenheid sprak mij zeer aan. Ook haar recente stap om het voorzitterschap van de Raad voor Cultuur neer te leggen wegens verschil van mening met de Staatssecretaris van OC&W bewonder ik.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Artikel 25 Wet op de Ondernemingsraden. Dat is de spil van mijn praktijk.
Welk wetsartikel het slechtst?
Helaas zijn er te veel voorbeelden van onzinnige of bureaucratische wetgeving, variërend van het verbod op godslastering tot de verplichting voor ondernemers om jaarlijks een heffing van de kamer van koophandel te betalen.
Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?
Hoogtepunten in mijn praktijk vind ik zittingen bij de Ondernemingskamer. Vaak komen ze niet voor, want de vraagstukken waarover ik ondernemingsraden of ondernemers adviseer worden meestal uitonderhandeld. Maar het is een genot om bij een zo deskundig en gedegen rechtscollege te mogen pleiten.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
JAR Online en regelgeving op overheid.nl.
Welk boek las u het laatst?
“Vrouwen zijn leuker” van Joyce Roodnat.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Met niemand. Ik ben nooit een voorstander geweest van twee-op-een-cel.
