Begin januari had ik drie hele dagen cursus. Een dure aangelegenheid, want de cursus kost geld, en wie geen zaken doet brengt ook geen geld binnen. Toch is zo’n cursus een vanzelfsprekendheid voor beginners in een sector bestuursrecht. Zelfs voor oude, door de wol geverfde zitters zoals ik. Het was een leuke cursus, waar we de kneepjes leerden van het schrijven van een goede uitspraak, en van finale geschilbeslechting. Er waren veel nieuwe gerechtssecretarissen in de groep, afkomstig uit allerlei verschillende hoeken van het rechtsbedrijf. Een paar kwamen van een rechtsbijstandverzekeraar. Ze vertelden dat ze gewend waren aan een geautomatiseerd systeem dat het werk verdeelt en de work flow regelt. Ze waren verbaasd dat de rechtspraak niet zo’n systeem heeft, en vroegen zich af hoe iedereen bijhield wat de stand van zijn zaken was.
Op het ogenblik lees ik een dissertatie mee van een medewerker van de Maharashtra Judicial Academy in India. Zij schrijft over nut en noodzaak van opleidingen voor rechters. De noodzaak moet daar in India nog volop bepleit worden, blijkt uit het concept dat ik hoofdstuk voor hoofdstuk gepresenteerd krijg, en met commentaar weer terugstuur. Een belangrijk twistpunt is de vraag, of iemand rechters wel iets mag leren terwijl die rechters toch onafhankelijk zijn. Je zou bijna zeggen, dat het geloofsartikel luidt: ik ben onafhankelijk, dus ik ben onfeilbaar. Nou hebben ze in India ook hoger beroep, dus het valt met die onfeilbaarheid wel mee. Toch wordt de onafhankelijkheid op die manier uitgelegd als een voorrecht van de rechter, in plaats van als een recht van de burger. Zo zie je maar dat de dogmatiek nog behoorlijk in de weg kan zitten.
Toen ik – nog bij de Wereldbank – het hervormingsproject in Sri Lanka adviseerde, controleerden wij bij cursussen hoogst persoonlijk de deelnemerslijst. Onze ervaring daar was, dat altijd dezelfde getrouwen van de leiding van de rechtspraak naar cursus mochten, of het nu om handelsrecht, alternatieve geschillenbeslechting of informatietechnologie ging. Daarom zorgden wij er zelf voor dat de opleidingen werden gespreid over een grotere groep. Opleiding en training is geen beloning, maar een behoefte, zo doceerden wij.
Een cursus hoort geen gunst te zijn en ook geen beloning. Iemand die iets nieuws gaat doen heeft om die reden opleiding nodig. In een kennisorganisatie die zichzelf respecteert moet dat de regel zijn. Dat geldt trouwens ook voor andere dingen, zoals academische benoemingen. Ook dat moet gebeuren omdat iemand de vereiste credentials heeft, en niet als goedmakertje.