Nienke de Bruijn over een Europese pleitwedstrijd en haar oma

Mr. van de week is Nienke de Bruijn, advocaat bij bureau Brandeis in Amsterdam. Ze deed mee aan de European Human Rights Oratory Competition van de Fédération des Barreaux d’Europe, die in Rotterdam werd gehouden.

Delen:

Nienke de Bruijn

Is de Human Rights Oratory Competition een soort pleitwedstrijd?
Jazeker! Alle deelnemers moesten een speech van tien minuten voorbereiden over ‘The situation of women’s human rights in the world today’. Het is wel een andere vorm van spreken is dan wij gewend zijn in ‘normale’ pleitwedstrijden. In Nederland krijg je vaak een rol (eiser/gedaagde) en een casus. Bij deze wedstrijd was het meer in de vorm van een speech. Eigenlijk een beetje alsof je dus voor de VN stond te spreken. Toch werd je speech ook beoordeeld op juridische inhoud.”

Wat heeft u over de rechten van vrouwen betoogd?
Mijn speech ging eigenlijk over twee onderwerpen. Het eerste was dat rechten ook berusten op plichten. Ik opende met een quote van Aletta Jacobs: ‘De vraag naar recht eist gevoel van plicht.’ In 1877 was zij de eerste vrouw in Nederland die afstudeerde aan de universiteit. Haar uitspraak benadrukt hoe belangrijk het is actie te ondernemen en de verantwoordelijkheid te dragen om gelijke rechten en rechtvaardigheid te bereiken. Het hangt ook af van een gedeeld plichtsgevoel. Ik vond dit een mooie insteek, omdat je dit gevoel ook ziet groeien. Enerzijds eigenen mensen zich steeds meer rechten toe, maar anderzijds voelen mensen ook steeds meer de plicht rechten af te dwingen, bijvoorbeeld via demonstraties (soms met gevaar voor eigen leven). In die zin komen de woorden van verdragen en wetten ‘tot leven’. In mijn speech eer ik vrouwen die dit al doen en durven, met voorbeelden van de protesten in de VS (na de overturn van Roe vs Wade), Iran en Afghanistan.
Maar ik sprak ook over mijn oma. Want hoe ziet een wereld eruit waarin deze verdragen en wetten niet slechts woorden zijn, maar leven? Als ik mezelf deze vraag stel, denk ik aan mijn oma. Als jonge verpleegster die in Indonesië werkte, was zij een van de eerste vrouwen die een protestbord durfde op te pakken en dagenlang voor de gemeenteraad durfde te marcheren. Op dat moment protesteerde zij tegen onderdrukking, maar gedurende haar hele leven zette ze zich in voor de veiligheid van vrouwen die te maken hadden met huiselijk geweld. Lang voordat de eerste werd opgericht, pleitte ze voor veilige huizen voor vrouwen (Blijf-van-mijn-lijfhuizen). Ze droomde van een wereld waarin vrouwenrechten geen strijd waren, maar een gegeven.”

Wat vond u van het onderwerp van de wedstrijd?
Ik vind het een prachtig onderwerp. Het is niet alleen super belangrijk, maar ook een onderwerp dat mij erg aan het hart gaat. Mijn oma zette zich in voor vrouwenrechten − ook toen het nog niet hip was − en durfde hiervoor tegen de gevestigde orde in te gaan. Ook als dat risico’s opleverde. Ik was stiekem wel heel trots dat ik een klein beetje van het vuur dat in haar brandde aan de zaal mocht overbrengen. De appel valt toch niet heel ver van de boom…”

U heeft de wedstrijd niet gewonnen, maar bent u toch tevreden over uw deelname?
“Ja en nee, natuurlijk. Ik vond het super leuk om op deze manier een speech te mogen houden en kort over mijn oma te vertellen. Toch is het altijd balen als je niet wint. In dat opzicht ben ik te competitief om te kunnen zeggen: meedoen is belangrijker dan winnen. Ik streef er altijd naar om in ieder geval het beste uit mezelf te halen en als dat dan (in mijn ogen) toch niet helemaal lukt, is dat jammer. Aan de andere kant is het een cadeautje om advocaten uit heel Europa te ontmoeten en je horizon op die manier te verbreden. Ik ben erg dankbaar dat ik hieraan heb mogen meedoen!”

U deed mee aan speechwedstrijden in Oxford en bij Harvard University, en won in 2022 eerst de Amsterdamse en daarna de nationale pleitwedstrijden. Laat ons raden: u houdt van het gesproken woord?
“Haha, ja dat klopt! Ik houd van de uitdaging en de spanning om zulke wedstrijden heen. Verder vind ik het vooral erg leuk om speeches te schrijven en te mogen houden, maar ook om naar andere sprekers te luisteren. Het is een bepaalde vorm van creativiteit die ook gebruikt wordt om een bepaalde boodschap of een statement over te kunnen brengen. Voornamelijk in speechwedstrijden (en niet in pleitwedstrijden) is er veel ruimte voor verhalend vertellen. Daar krijg ik veel energie van.”

Als advocaat houdt u zich bezig met bestuursrecht, financieel recht en technologie. Staat u vaak genoeg naar uw zin in de rechtszaal?
“Ik ben ondertussen gewisseld naar informatierecht en grondrechten! In de rechtszaal komt naar mijn mening het recht het best tot zijn uiting. Hier komt alles van een procedure samen. Soms kan het een wending krijgen die niemand had voorzien.
De aard en complexiteit van onze zaken zorgt ervoor dat we niet wekelijks of maandelijks in de rechtszaal staan. De schriftelijke fase van de procedure duurt vaak lang, omdat er meerdere stukken worden gedeeld. Wat mij betreft kun je als advocaat niet vaak genoeg in de rechtszaal staan, maar een goede voorbereiding is natuurlijk het halve werk! In mijn nieuwe team zijn trouwens wel vaak kortgedingprocedures, dus de frequentie zal waarschijnlijk toenemen.”

Als u het voor het zeggen had, dan…?
“Dan zouden mensen weer met elkaar in gesprek gaan en de verbinding opzoeken, in plaats van twee monologen met elkaar voeren. Het raakt me om te zien hoe ver sommige groepen in Nederland van elkaar verwijderd lijken te zijn op dit moment. Ik geloof dat verschillen juist kunnen verbinden, maar dan moeten mensen wel weer écht naar elkaar gaan luisteren.”

Wie of wat is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
“Eigenlijk iedereen die tegen de gevestigde orde durft in te zwemmen en risico’s durft te nemen om op te komen voor iets waar hij of zij echt voor staat, is voor mij een bron van inspiratie. En voor mij kan zo iemand verschillen van een collega tot aan Ruth Bader Ginsburg. Het mooiste voorbeeld is natuurlijk mijn oma. 😊”

Welk boek las u het laatst?
“De profeet en de idioot van Jonas Jonasson. Ik vind zijn boeken altijd heerlijk. Bij dit boek (net zoals bij De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween) moest ik regelmatig hardop lachen, soms tot tranen aan toe. Daarnaast zit er ook nog veel geschiedenis en topografie in: dus ook nog leerzaam!”

Met welke beroemdheid zou u een gevangeniscel willen delen?
In ieder geval iemand met wie ik heel veel kan lachen en van wie ik veel kan leren. Het boek ‘De antwoorden op de grote vragen’ van Stephen Hawking was niet alleen heel leerzaam, maar ook zeer vermakelijk. Hij is natuurlijk helaas in 2018 overleden, maar ik hoop ook nooit in de cel te hoeven zitten…”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven