Rechtspraak is vooral achteruit kijken. De meeste rechterlijke beslissingen gaan over wat er in het verleden fout is gegaan en wie daar verantwoordelijk voor is. Die beslissingen worden doorgaans genomen aan de hand van wetgeving en jurisprudentie, die hun gezag ook ontlenen aan het feit dat ze er al waren. Terugkijken hebben we als rechtspraak dus wel onder de knie.
Hoe doen we het als we vooruit kijken? Nu tien jaar na het Programma voor de Versterking van de Rechterlijke Organisatie (PVRO) de rechtspraak een nieuwe toekomstvisie publiceert dringt die vraag zich op. Het is goed dat de rechtspraak in Nederland vooruitkijkt en zichzelf daarbij ook doelen stelt. Deze Visie is het resultaat van veel in- en externe discussie. In zijn gedrukte vorm is het een mooi boekje van 44 pagina’s.
Zoals elk land een vlag en een volkslied, en misschien een voetbalelftal, nodig heeft, heeft elke organisatie behoefte aan een missie, iets waar de medewerkers en de omgeving in kunnen geloven. Zo’n visie mag niet controversieel zijn.
Deze Visie formuleert als missie: De Rechtspraak zorgt voor integere, tijdige en effectieve beslechting van geschillen en berechting van strafbare feiten door onafhankelijke rechters. De Rechtspraak draagt bij aan de instandhouding van de rechtsstaat en het vertrouwen van de burger in het recht.
De waarden die verwezenlijkt moeten worden zijn in de Visie niet verrassend: de blijvende waarden zijn onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit en professionaliteit. Daarbij staat de rechtzoekende centraal en wil de rechtspraak nauw aansluiten bij de behoeften en problemen in de samenleving. De Visie constateert dat gezag verdiend moet worden, maar voegt daar bijna meteen aan toe dat relatief veel mensen vertrouwen in de rechtspraak hebben. Daar dus ook niet veel reden tot bezorgdheid.
Waar zit de bezorgdheid dan wel? Mijn zorg zit hem vooral in wat er mist, want de belangrijkste maatschappelijke ontwikkeling van de laatste tien, twintig jaar blijft volstrekt onderbelicht:
- Het woord technologie komt in de Visie niet voor.
- Informatie staat er twee keer in, beide keren in de samenstelling “informatieuitwisseling”: Dit alles gaat gepaard met supersnelle informatie-uitwisseling van burgers en media, die de rechtspraak steeds op achterstand dreigt te zetten. De rechter zal steeds kritischer gevolgd worden (p. 9). Professionaliteit is meer: het vereist van de rechter, het gerecht en de Raad communicatievaardigheden. In verband met de snelle informatieuitwisseling tussen burgers en media over rechtszaken, is ook versnelling van informatievoorziening nodig (p. 19). Dit gaat dus twee keer over hetzelfde, en het is een reactie op een externe ontwikkeling die als bedreiging wordt ervaren.
- Digitalisering komt ook tweemaal voor: Daarnaast kan digitalisering bijdragen aan versnelling van procedures en ook anderszins bijdragen aan betere dienstverlening (p.19). Volledige realisatie van digitalisering van digitaal aanbrengen tot digitaal archiveren (p.37).
Aan de organisatoren van het visieproces heeft het niet gelegen. Zij hadden verschillende mensen gevraagd om eens na te denken en een visie op de rol van informatietechnologie (IT) op de rechtspraak in 2020 te presenteren. Dat leverde een aantal heel interessante scenario’s op, waaruit ook al snel bleek dat de IT grotere vraagstukken opwerpt dan het digitaliseren van bestaande processen. Die vraagstukken zijn in twee workshops begin 2009 uitvoerig besproken. Ze hadden in de Visie niet mogen ontbreken.
Die vraagstukken zijn bijvoorbeeld:
- Behoort gestandaardiseerde afdoening nog wel tot het domein van de rechter,
- wat is de rol van de rechtspraak in de informatievoorziening over zijn beleid, en
- is de kennis binnen de rechtspraak het monopolie van de rechter, of moet deze vrij toegankelijk zijn?
Professionals zoals rechters en andere juristen verdienen hun brood door hun kennis te gelde te maken. IT heeft het terrein van de kennis grondig overhoop gegooid. Kennis is informatie gecombineerd met ervaring. Je kunt die kennis vrij toegankelijk maken of juist niet. Bovendien kun je je daarbij laten leiden door de vraag naar kennis, of juist door wat je kunt aanbieden. In de scenario’s werd verkend wat de gevolgen van die keuzen zouden kunnen zijn. Eén scenario wilde de kennis in de rechtspraak te gelde maken door de mogelijkheid te openen dat rechters zaaksanalyses verkopen. Dan is de kennis dus niet vrij toegankelijk, maar de beschikbaarheid is vraaggestuurd. Een ander thema is standaardisatie. IT is een katalysator van standaardisatie. De technologie vereist een zekere mate van gelijkvormigheid van processen. En doordat informatie over afdoening toegankelijker wordt neemt ook de druk om gelijke afdoening toe. Een van de scenario’s voorspelde zo voor 2020 Europese orientatiepunten voor strafzaken. Maar is standaard afdoening nog wel rechterswerk? En wat is bij toenemende standaardisatie nog wel het domein van de rechter?
Hieronder volgt het scenario dat ik in november 2008 voor het visieproces heb gemaakt. Ik was het niet van plan, maar toen ik voor dit weblog het stuk nog eens las vond ik het zo leuk dat het er eigenlijk best helemaal in mag. Vooruit dus maar:
2020: e-Justice op Rechtspraak.nl
In 2020 is verzoening het toverwoord. Het conflictmodel is uit. Onder invloed van de opkomst van China en Islam, en van de angst voor onveiligheid, wordt op allerlei manieren de maatschappelijke vrede bevorderd. Omdat al het verkeer tussen burgers via het internet verloopt worden heel veel problemen voorkomen. Communities hebben hun eigen rechtspraak. Geschilbeslechting vindt vooral binnen de communities plaats, via bemiddeling en mediation. Dat betekent minder werk voor de rechters. De zaken die de rechters nog moeten doen zijn daardoor veel complexer geworden.
Veel wetgeving is aangepast om snelle afdoening via het internet te bevorderen. Rechtseenheid is de belangrijkste waarde geworden. Dat is ook wel zo praktisch, want zo hoeft er geen individueel onderscheid gemaakt te worden in de rechtspleging, tenminste in eerste instantie. En dat is ook een stuk goedkoper. Processen verlopen in eerste aanleg praktisch automatisch. De rechter komt er alleen aan te pas als een van de partijen ontevreden is.
Betekeningsvoorschriften gaan uit van bereikbaarheid van iedereen, 24/7. Dat kan ook, want iedereen die ouder is dan twaalf is verplicht een smartphone te dragen die ook 24 uur per dag on line is. De telefoon verschaft de drager toegang tot gebouwen, vervoer en tot het internet.
Zonder die toegang is het maatschappelijk bestaan ondenkbaar. Excommunicatie is daarmee een heel ander begrip geworden. Excommunicatie is de meest opgelegde straf geworden. Niet meer kopen, geen spelletjes, no more hyves en zeker geen toegang tot facebook. U gaat failliet, dus uw toegang tot Paypal en eBay, de on line pizza en de videoserver wordt geblokkeerd. Wie facebook en hyves gebruikt voor het beledigen van bevolkingsgroepen (de normen daarvoor zijn flink aangescherpt) krijgt een siteverbod. De toegang kan herwonnen worden door het doen van een werkstraf.
De burger kan alle juridische informatie die zij voor haar zaak nodig heeft vinden op Rechtspraak.nl. De burger kan bijvoorbeeld vinden hoe de rechter in veel voorkomende gevallen beslist. Rechterlijk beleid en de beslissingsondersteunende systemen van de rechter zijn openbaar toegankelijk op rechtspraak.nl. Burgers kunnen daar ook een zaak aanhangig maken.
Civiele zaken worden als regel aanhangig gemaakt via Internet. Alle dossiers zijn electronisch. Dat betekent niet dat er geen papier meer ingediend kan worden, maar het gebeurt eigenlijk zelden. Daarom is het ook geen probleem voor de griffie om dat enkele dossier te scannen. Er gaan wel stemmen op om electronische dossiers verplicht te stellen voor iedereen, want een bezoekje aan de scanshop moet toch geen probleem zijn. Dat gaat velen binnen de rechtspraak echter nog te ver.
Burgers kunnen zelf een zaak aanhangig maken met een webformulier waarop kan worden aangevinkt waar het geschil over gaat, met ruimte voor een toelichting. De formulieren worden ontvangen in een centrale intake. Daar worden ze verwerkt door een systeem dat, op grond van de vinkjes, de overige zaakskenmerken en het geldende beleid, een voorstel voor afhandeling van binnenkomende zaken doet. Het voorstel is afhankelijk van de rechtsvragen die in het webformulier zijn aangevinkt. Eenvoudige zaken worden vrijwel geheel geautomatiseerd afgedaan op basis van ontwikkelde beslismodellen.
De ingewikkelder civiele zaken worden electronisch ingediend door een advocaat of andere rechtshulpverlener. Het systeem doet ook hier een voorstel voor afhandeling. Dat kan bijvoorbeeld eerst mediation zijn, maar meestal zal het systeem een zitting voorstellen. Mediation is namelijk zo geintegreerd in de samenleving dat die meestal al geprobeerd zal zijn. De zitting kan per videofoon, maar ook per audiofoon of eventueel zelfs in een ruimte in het gerechtsgebouw worden gehouden. Op dezelfde manier worden eventuele getuigen gehoord. Betrokkenen worden electronisch op de hoogte gehouden van de voortgang van hun zaak. Partijen kunnen bij elke stap kiezen hoe ze verder willen gaan. De griffierechten zijn gedifferentieerd. Een zitting is duurder dan een betalingsregeling. Een zitting per video is duurder dan een audioconferentie. Omdat het systeem het geldende beleid kent, zal het bij elke stap ook een indicatie van de kansen kunnen geven, maar alleen met een disclaimer, en op verzoek van partijen: U gaat verliezen, wilt u nog doorgaan? Ook in 2020 geldt nog dat de verliezer betaalt.
Uitspraak wordt gedaan door publicatie op Rechtspraak.nl.
Voor bestuursrechtelijke zaken geldt dat ze bij de rechter aanhangig kunnen worden gemaakt via een soortgelijk webformulier op de web portal van het bestuursorgaan in kwestie. Het orgaan stuurt dan een intelligent agent die de rechter toegang geeft tot het electronische dossier van de betrokkene, waarmee de zaak compleet is.
In het strafrecht is ook veel veranderd. De rechter komt er alleen nog aan te pas in grote zaken, en wanneer beroep wordt ingesteld van door het OM opgelegde sancties in kleinere zaken. De politie vormt een dossier dat grotendeels bestaat uit videobeelden van bewakingscamera’s, audio opnamen van telefoontaps en gegevens uit de smartphone van de verdachte. De politie stuurt dat dossier met de bevindingen van het onderzoek on line aan het O.M. Het O.M. stuurt alleen de dossiers van de zaken die door de rechter behandeld moeten worden aan de rechter. Verdachten worden op de dag van hun aanhouding via video aan een rechter voorgeleid. Alle partners in de keten (de politie, het Openbaar Ministerie, de reclassering, de kinderbescherming, de Haltbureau’s, de rechtspraak, de justitiële inrichtingen) werken zodanig op elkaar afgestemd dat zaken doorgaans binnen een of twee weken worden afgewikkeld. Ze hebben daarvoor intelligente agenten, lerende programma’s die taken kunnen uitvoeren. De agenten beheren de geintegreerde ketendossiers. Ze zorgen dat alle benodigde informatie tijdig in het dossier aanwezig is, en dat niemand ongeoorloofd toegang tot een dossier krijgt. De zitting bestaat voor een belangrijk deel uit het vertonen van beelden en geluidsopnamen van het politieonderzoek. Daardoor is de transparantie van de strafrechtspleging sterk toegenomen. Door volgsystemen is de doelmatigheid van de sancties sterk verbeterd. Ze leveren informatie over de sancties en over eventuele recidive. De gegevens van de volgsystemen worden geaggregeerd meegenomen in de straftoemetingsdatabanken. Op deze manier kan elke verdachte de straf krijgen die de beste kans op resocialisatie en reïntegratie biedt.
Er is in het strafrecht in 2020 een discussie gaande die grote gevolgen kan hebben. Een kleine, maar zeer actieve politieke partij wil de moderne communicatiemiddelen gebruiken om het volk meer bij de strafrechtspleging betrekken. De partij heeft voorgesteld de doodstraf weer in te voeren. Die zou dan alleen voor ernstige, voltooide levensdelicten opgelegd kunnen worden. Omdat de NVvR te kennen heeft gegeven dat de rechters hier nooit aan mee zullen werken, stelt de partij voor dat de doodstraf niet door de rechter maar door het hele volk opgelegd moet worden. Dat is met de moderne communicatiemiddelen geen probleem. Heeft de rechter het telastegelegde levensdelict bewezen verklaard, en de verdachte strafbaar, dan wordt – aldus het voorstel – een on line volksraadpleging gehouden waarin met een tweederde meerderheid wordt beslist over het opleggen van de doodstraf. De vraag is nog wel hoe het moet met hoger beroep.
Maar terug naar de rechtspraak.De intelligente agenten worden ook ingezet voor de rechters. Die hebben allemaal hun eigen intelligente agent, een persoonlijke assistent voor de professional die bezwijkt onder de information overload van zoveel openbare uitspraken en andere juridische informatiebronnen. De agent is een lerend systeem dat voor zijn baas dingen kan uitzoeken, ontwikkelingen volgen en de informatie op het rechtsgebied van de baas bijhouden. De agent geeft toegang tot het totaal van rechterlijke uitspraken, en kan daarvan op elk moment een trend produceren. Dat voorkomt inconsistentie. Intervisie, afstemming en kennis delen via de rechtspraakwiki, blogs en webcommunities, zijn heel gewoon geworden, ook om te voorkomen dat rechters eenlingen worden die sterk solistisch opereren. SSR is ook primair een on line community geworden. Cursussen in de klassieke zin bestaan eigenlijk niet meer.
Om alle informatiestromen binnen de gerechten goed te laten verlopen hebben de gerechten, alle drie de instanties, één uniform registratiesysteem voor het primaire proces. Dit systeem stemt in in principe zelf de in- en uitstroom op elkaar af door permanent de gegevens van de aanhangig gemaakte zaken en de zaken die zijn afgedaan met elkaar te vergelijken. Gegevens als doorlooptijden, gemiddelde wachttijden en andere kwaliteitsindicatoren zoals klanttevredenheid worden elke dag gegenereerd door de geïntegreerde informatiesystemen. De bestuurders worden gewaarschuwd als de resultaten buiten een vooraf vastgestelde bandbreedte gaan, en kunnen dan – op basis van een voorstel van het systeem – ingrijpen. Op basis van geintegreerde informatie over doorstroom en kwaliteit, en een vergelijking met andere gerechten, kan het bestuur bijvoorbeeld het beleid bijsturen en financiële stromen binnen het gerecht verschuiven. Omdat vraag en capaciteit zoveel beter op elkaar afgestemd zijn komen achterstanden nauwelijks nog voor.