De NOvA geeft op de eigen website voorbeelden van situaties waarin extra oplettendheid is geboden. Bijvoorbeeld als anderen dan de cliënt zeggenschap of invloed hebben op de manier waarop de advocaat het onderzoek doet, of als het onderzoek wordt uitgevoerd naar onregelmatigheden waarover de advocaat of diens kantoor eerder heeft geadviseerd. Het kan ook risicovol zijn als de resultaten van het onderzoek niet aan de cliënt worden uitgebracht, maar direct aan een derde.
De NOvA is van mening dat het verrichten van intern feitenonderzoek (of: corporate investigations, compliance- of forensisch onderzoek) valt onder de beroepsuitoefening van de advocaat. Het gaat immers om de bepaling van de rechtspositie van de cliënt. “Ook bij intern feitenonderzoek treedt de advocaat op als bemiddelaar tussen de cliënt en het recht. Uiteraard is de advocaat gebonden aan de kernwaarden en zal hij de beroeps– en gedragsregels in acht moeten nemen.”
Kernwaarden
Het onderzoek moet plaatsvinden binnen de grenzen van de kernwaarden en de gedragsregels, zegt de NOvA. “Een advocaat mag geen misverstand laten bestaan over zijn partijdige rol en dient zijn onafhankelijkheid te bewaken.” De orde schrijft ook: “Ook als een advocaat intern feitenonderzoek doet, is en blijft hij een partijdige belangenbehartiger van de cliënt. De advocaat mag geen misverstand laten bestaan over zijn partijdige rol en zich niet anders presenteren.”
Voor advocatenkantoren is fraudeonderzoek een lucratieve business. Veel grote kantoren hebben daarom de afgelopen decennia speciale afdelingen opgericht voor fraude- en complianceonderzoek. Daarbij kwamen advocaten geregeld in opspraak omdat de onderzoeken niet onafhankelijk zouden zijn.
De Brauw
De Brauw kreeg in 2018 bijvoorbeeld een tik op de vingers van de Raad van Discipline voor de manier waarop het intern onderzoek naar de NS was uitgevoerd. De Raad oordeelde dat de advocaat-onderzoekers onvoldoende hoor en wederhoor hebben toegepast, en dat het voortijdig publiceren van het rapport verwijtbaar was.
NautaDutilh kwam in 2014 onder vuur te liggen door een onderzoek in opdracht van Baker Tilly Berk omdat de advocaten te veel op de hand van de opdrachtgever zouden zijn geweest.
En in het najaar van 2020 werd advocaat Aldo Verbruggen (Lumen Lawyers) door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op de vingers getikt omdat zijn onderzoek naar het bedrijf DSS van ondernemer Gerard Sanderink niet onafhankelijk was. Sanderink had Verbruggen ook in de arm genomen in een strafzaak wegens omkoping bij een van zijn andere bedrijven.
In opdracht van minister Grapperhaus (Justitie) doet het WODC onderzoek naar de kwaliteit van onderzoeken door advocaten.