Open normen in het omgevingsrecht onder druk

Open normen zijn, afgaande op de Omgevingswet, de toekomst van het omgevingsrecht. De eerste experimenten hiermee resulteerden echter in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State die de openheid hiervan direct beperkt.

Delen:

(foto: Depositphotos-Olly18)

Reguleren langs de weg van flexibele normen is de laatste jaren steeds populairder geworden, zeker in het omgevingsrecht. De nieuwe Omgevingswet staat dan ook vol met flexibele regels en met mogelijkheden voor decentrale bestuursorganen om ook dergelijke regels vast te stellen. Vooruitlopend op die Omgevingswet kon in het omgevingsrecht de afgelopen jaren al geëxperimenteerd worden met flexibele normen op grond van de Crisis- en herstelwet. Zo konden gemeenteraden ervoor kiezen om een bestemmingsplan verbrede reikwijdte vast te stellen. Dit bestemmingsplan, waarin de gemeentelijke ruimtelijke ordening wordt geregeld, heeft al kenmerken van het omgevingsplan, waardoor het vervangen zal worden. Zo kan in dat bestemmingsplan gebruik worden gemaakt van open normen met beoordelings- of afwegingsruimte, welke ruimte via beleidsregels verder wordt ingevuld. Zulke normen leveren voordelen op voor sommige gebruikers van de leefomgeving. Het biedt namelijk ruimte aan nieuwe ideeën, waarvoor eerst vaak een tijdrovende en kostbare bestemmingsplanwijziging moest worden doorgevoerd. Projecten die het woningaanbod kunnen vergroten bijvoorbeeld, kunnen op deze manier veel sneller worden vergund.

In theorie klinkt dat aantrekkelijk, zeker voor degenen die iets willen in een plangebied. Tegelijkertijd kleven er ook bezwaren aan deze werkwijze. Die bezwaren bestaan vooral ten aanzien van de rechtszekerheid voor andere eigenaren en (toekomstige) gebruikers binnen het plangebied, omdat open normen minder houvast bieden. De experimenten onder het huidige recht toonden dan ook aan dat zulke normen te open kunnen zijn en dat dit in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. Dat bleek onder andere in de zaak Retailpark Belvédère, die speelde tussen verschillende appellanten en de gemeenteraad van Maastricht. Onlangs werd uitspraak gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2021:2388). In de planregels voor dat experimentele bestemmingsplan waren normen opgenomen als ‘voldoende stedenbouwkundige kwaliteit’ en ‘passende maatvoeringsnormen’. Normen die volgens de Afdeling te weinig duidelijkheid boden over wat onder die normen wel en niet is toegestaan. Want welk houvast biedt bijvoorbeeld de eis dat nieuwbouw van voldoende stedenbouwkundige kwaliteit moet zijn?

De Afdeling oordeelde dan ook dat open normen in een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte niet te open mogen zijn. Als een gemeenteraad gebruik wil maken van open normen in een bestemmingsplan verbrede reikwijdte, met een nadere uitwerking van de uitvoeringsregels in beleidsregels, moeten die normen voldoende concreet en objectief zijn. Volgens de Afdeling hangt het van verschillende factoren af wanneer daarvan sprake is. Onder andere de aard en omvang van de bouw- en gebruiksmogelijkheden waar de open norm betrekking op heeft, andere manieren waarop die mogelijkheden in het plan genormeerd zijn en de aard en omvang van het plangebied waar de norm op ziet zijn volgens de Afdeling van invloed op de afweging of een open norm voldoende concreet en objectief is. De in de uitspraak aangevochten en hiervoor genoemde normen voldeden niet aan die criteria omdat ze geen enkele duidelijkheid boden over de inhoud, terwijl een norm als ‘een evenwichtige toedeling van de beschikbare winkeloppervlakte’, die in het aangevochten bestemmingsplan ook was gesteld, wel aan die criteria voldoet. Dit kwam doordat in de planregels verder was uitgewerkt wat de maximale beschikbare winkelvloeroppervlakte is en ook een verdeling voor verschillende branches was opgenomen.

Deze uitspraak verdient hier bespreking omdat die ons iets leert over grenzen aan open normen. De uitspraak heeft betrekking op planregels en daarvan kan op basis van deze uitspraak worden gesteld dat open normen aanvaardbaar zijn, maar dat het rechtszekerheidsbeginsel niet uit het oog mag worden verloren. Extra zorgvuldigheid is dan ook vereist bij het vaststellen van open normen. Te open normen in een appellabel besluit opnemen en de invulling vervolgens helemaal overlaten aan een veel minder gemakkelijk aan te vechten beleidsregel is in ieder geval in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Dat geldt in ieder geval voor bestemmingsplannen met een verbrede reikwijdte, maar naar alle waarschijnlijkheid ook voor het toekomstige omgevingsplan, waarin gemeenteraden eveneens de bevoegdheid krijgen om met open normen te werken.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven