Openbaar Ministerie zet er nu op in: verschoningsrecht beter respecteren

Het Openbaar Ministerie is in gesprek met verschillende onderdelen van de strafrechtketen over hoe procedures rond het verschoningsrecht kunnen worden verbeterd. Die procedures voldeden niet altijd en het OM heeft ze ook niet altijd goed gevolgd.

Delen:

Openbaar Ministerie zet er nu op in: verschoningsrecht beter respecteren - Mr. online
Foto: Depositphotos

Het gebeurde in de zaak-Castor: het OM zag een vertrouwelijk rapport in van Stibbe, met ruim drieduizend e-mails tussen dit advocatenkantoor en cliënt Box Consultants.

Procedures niet goed gevolgd

“De procedures van het OM hebben altijd als doel gehad om de status van geheimhoudersinformatie te respecteren”, schrijft het Openbaar Ministerie in een persbericht. “Inmiddels is echter gebleken dat die procedures niet op alle fronten voldeden en dat die procedures ook niet in alle gevallen steeds goed zijn gevolgd. Het OM is zich hiervan bewust en wil er alles aan doen om herhalingen te voorkomen.”

Uiteenlopende uitspraken

De oorzaak hiervan, zo vindt het OM zelf, ligt bij de rechtspraak. Er zijn ‘uiteenlopende’ rechterlijke uitspraken geweest over de rol van de officier van justitie in procedures rondom het verschoningsrecht. Daardoor zijn er ‘problemen’ ontstaan in de opsporing en vervolging. Het OM is daarom in gesprek met de advocatuur, Rechtspraak en opsporingsdiensten over een werkwijze die niet alleen juridisch houdbaar, maar ook voor de verschillende partijen praktisch en technisch uitvoerbaar is.

Fundamenteel rechtsbeginsel

Voor het OM lijdt één ding geen twijfel: het verschoningsrecht is een fundamenteel rechtsbeginsel dat moet waarborgen dat een ieder in vrijheid met een geheimhouder, zoals een advocaat, notaris of arts moet kunnen communiceren. Gegevens afkomstig van geheimhouders en die onder het verschoningsrecht vallen mag het OM niet in een strafrechtelijk onderzoek gebruiken. In de praktijk wordt het steeds moeilijker om geheimhoudersinformatie op eenvoudige wijze buiten de deur te houden. Als in strafrechtelijke onderzoeken beslag wordt gelegd op grote hoeveelheden digitale gegevens, kunnen daar ook geheimhoudersgegevens tussen zitten – maar waar precies, dat is onduidelijk. Die moeten er eerst uit worden gefilterd. “In de wet is niet vastgelegd hoe die filtering praktisch moet plaatsvinden en wat hierin de rollen en verantwoordelijkheden van het OM, de rechter-commissaris, de advocaat en de opsporingsdiensten zijn”, aldus het OM.

Filtering

Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch was in een kort geding (de Stibbe-zaak) wel duidelijk: de rechter-commissaris is als onderzoeksrechter verantwoordelijk voor filtering van geheimhoudersgegevens. Hoewel voorheen altijd een officier van justitie deze taak op zich nam, doet deze sinds de uitspraak eerst een vordering aan de rechter-commissaris om die filtering op zich te nemen. Rechter-commissarissen menen echter dat er geen wettelijke grondslag is op basis waarvan zij deze taak zouden moeten oppakken: zij zien juist wel een rol voor de officier van justitie. Ook zouden r-c’s geen capaciteit hebben om dit te doen. Gevolg van deze situatie: in de afgelopen maanden is het OM enkele keren niet-ontvankelijk verklaard in zijn vorderingen door de rechter-commissaris, zodat medewerkers van het OM en de opsporingsdiensten niet goed weten waar ze aan toe zijn. Onderzoeken lopen dan vertraging op of komen stil te liggen. De onduidelijkheid over wie mag filteren (de rechter-commissaris of de officier van justitie) zal uiteindelijk bij de Hoge Raad belanden. Het Bossche hof stelde al prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.

Uitgrijzen

Die deed al eerder uitspraak over ‘uitgrijzen’: het ontoegankelijk maken van geheimhoudersinformatie die het OM in documenten tegenkomt. Dit uitgrijzen wordt gedaan door medewerkers van de opsporingsdienst die niet betrokken zijn bij het strafrechtelijk onderzoek. Maar de software die hierbij ondersteunt, werkt niet altijd naar behoren.

Werkbare afspraken

Samen met de Rechtspraak, de advocatuur en de opsporingsdiensten probeert het OM hierover nu een eenduidige en technisch haalbare werkwijze af te spreken. Zo moet worden vastgelegd waar originele forensische kopieën worden opgeslagen, wie daar wel en geen toegang toe heeft en met welke forensische software geheimhoudersgegevens op welk moment onleesbaar zijn gemaakt. Landelijk portefeuillehouder verschoningsrecht van het OM Michiel Zwinkels hoopt dat er ‘binnen afzienbare tijd’ gezamenlijk goede en werkbare afspraken zijn gemaakt.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven