Opleidingen: soft skills en specialisatie domineren

Delen:

Foto: Shutterstock

Ook het komend studiejaar bieden de verschillende opleidingsinstellingen weer een grote diversiteit aan cursussen. Daarbij valt de toenemende groei aan cursussen op het gebied van vaardigheden op, de zogenoemde soft skills. De tijd dat advocaten en andere juristen zich uitsluitend juridisch bijschoolden, ligt inmiddels ver achter ons. “Je bent er
niet alleen met juridische cursussen”, aldus een woordvoerster van de NOvA. Heeft dat ook gevolgen voor het kwaliteitsniveau? Een rondgang langs een aantal aanbieders.

Het zal niemand zijn ontgaan dat er veel ontwikkelingen zijn op het gebied van legal tech. Een term als ‘disruptie’ wordt in dat verband al snel te pas en te onpas gebruikt in samenhang met een digitale ontwikkeling als blockchain. Een aantal advocatenkantoren heeft inmiddels blockchainteams.

Niet zo verwonderlijk dus dat bij OSR Juridische Opleidingen het komend studiejaar een aantal cursussen over het onderwerp op de agenda staat. “Er is de afgelopen tijd al veel over geschreven”, zegt directeur Michiel van Berckel Smit, “maar juridisch is het – zo merken wij − eigenlijk nog vrijwel onontdekt. Ons onderwijs is voor 2018 enerzijds gericht op awareness en anderzijds op de toepassing van de blockchain binnen het werkveld van advocaten en bedrijfsjuristen. Wij schatten in dat het zwaartepunt bij advocaten meer ligt op de combinatie blockchain en smart contracts. Voor bedrijfsjuristen is weer relevanter wat het effect van de blockchain op de bedrijfsprocessen kan zijn.”

TOENAME CONTACTONDERWIJS

Maar hoezeer digitale ontwikkelingen ook in de belangstelling staan, bij PAO Juridische Opleidingen van de Universiteit Leiden ziet men ook een tegenbeweging ontstaan. Althans wat betreft de digitale leermethoden. “Wij geven ongeveer 150 cursussen per jaar en wij zien juist een toename van het contactonderwijs”, zegt directeur Marco van der Ree. “Wij merken dat onze deelnemers het prettig vinden om naar een cursus toe te gaan en het waarderen dat zij even niet achter hun bureau naar een computerscherm hoeven te kijken. Veel van het postacademisch onderwijs wordt in de oude Leidse Sterrewacht en het Academiegebouw gegeven. Mensen waarderen de sfeervolle omgeving. Ook onze docenten worden er niet blij van om voor een webinar de hele tijd naar een rode stip op een camera te moeten kijken… Zij vinden het leuker om interactie met mensen te hebben. Er zijn wel plannen om video-on-demand meer te ontwikkelen, maar ook dat zal een blended vorm krijgen: dus altijd in combinatie met contactonderwijs.”

SPECIALISATIE

Van der Ree ziet wel de effecten van een generatiewisseling: “De jongere generatie brengt een verandering mee in het aanbod. Jonge juristen specialiseren zich tegenwoordig veel eerder. De advocaat die op bijna alle juridische vakgebieden actief is, bestaat nauwelijks meer. In elk rechtsgebied is het aanbod dusdanig breed dat wij ook tegemoetkomen aan degenen die zich verder willen verdiepen of specialiseren.” Hij noemt als voorbeeld de specialisatieopleiding Jihadisme en terrorisme, onder leiding van hoogleraar Afshin Ellian, met gerenommeerde gastsprekers uit binnen- en buitenland. “Met die opleiding zijn we uniek in Nederland. Het is een opleiding die behalve de juridische ook de ideologische en beleidsmatige achtergronden schetst en daardoor een zeer interdisciplinaire benadering van het onderwerp belicht. Wij zijn daar in het najaar van 2017 mee gestart en hopen het succes van de opleiding dit jaar te herhalen. Hetzelfde geldt voor de afgelopen jaar gestarte opleiding Aanbestedingsrecht & schaarse middelen.” Hij noemt ook graag de opleidingen op het gebied van civiel bewijsrecht en civiele cassatie. “De laatste is uniek in Nederland, omdat het alleen is bedoeld voor mensen die zich bezighouden met cassaties. Dat is een heel kleine markt: hooguit 150 juristen in Nederland die dat met enige regelmaat doen.”

Kromme tenen

Van Berckel Smit ziet bij OSR Juridische Opleidingen nog een andere trend. “Wij zien dat er steeds meer belangstelling is voor het ontwikkelen van beroepsvaardigheden, de zogenaamde soft skills, naast de inhoudelijke kennis.” Als voorbeeld noemt Van Berckel Smit de mastertraining Legal Trusted Advisor. “Dat is een training die wij dit najaar geven aan ervaren juristen uit het bedrijfsleven en bij de overheid, maar ook aan advocaten. Inhoudelijk prima juristen, die goed samenwerken met de business, maar zij kunnen ‘de verpakking’ verbeteren om de effectiviteit van hun advies te vergroten. Wij hebben deze cursus aangeboden omdat wij van cursisten te horen kregen dat zij soms niet, soms te laat worden ingeschakeld of dat de impact van hun advies niet naar niveau wordt geschat. De jurist moet de taal van de manager, die lijn-verantwoordelijk voor de business is,  leren begrijpen, zodat hij als het ware een (legal) partner in business wordt.”

Ook biedt OSR weer de cursussen in beroepsvaardigheden in het procesrecht die het al jaren goed doen, zoals Effectief optreden ter zitting bij de bestuursrechter. “Die cursussen worden gegeven door ervaren rechters en procesadvocaten, die zelf ook zeggen dat zij in de praktijk soms kromme tenen krijgen van juristen die zich niet goed presenteren. En dat komt doordat men soms procesrechtelijke kennis ontbeert, of omdat men soms materieelrechtelijk niet op de hoogte is. Je kunt zóveel winnen, als je je goed voorbereid hebt voor de zitting en dat ook nog in de praktijk kunt laten zien.”

Verder besteedt OSR nu al aandacht aan de Wet normering rechtspositie ambtenaren, die vermoedelijk op 1 januari 2020 in werking treedt. Van Berckel Smit: “Overheden − met name hun HR- en personeelsafdelingen – maar ook juristen die overheidsinstellingen bijstaan, moeten hier nu al mee bezig zijn om straks, na de invoering niet achter de feiten aan te lopen.”

PRIVACY

Daarnaast signaleert Van Berckel Smit veel aandacht voor de Algemene verordening gegevensbescherming. “Maar”, zo zegt hij, “dat geldt niet alleen voor OSR, maar voor vrijwel alle aanbieders van opleidingen. Je weet dat er een hausse aankomt, omdat de toezichthouder op een gegeven moment de wet gaat uitvoeren, terwijl er nog nauwelijks jurisprudentie over is.” Zo biedt OSR bijvoorbeeld de cursussen AVG voor de bewindvoerderspraktijk en AVG en privacy voor de hr-praktijk. “Ook implementeren we de AVG in sommige van onze bestaande leergangen zoals de Leergang specialisatie huurrecht.”

Die grotere aandacht voor privacy wordt bevestigd door Van der Ree: “Wij organiseren ook dit jaar weer het Nationale Privacycongres. Vorig jaar hebben wij die dag voor het eerst aangeboden en toen hadden we zo’n 200 deelnemers. Door de grote aandacht voor privacyvraagstukken verwachten we dit jaar naar de 300 deelnemers te gaan. Met zo’n specialistisch onderwerp trek je bijna alle juristen die met privacy bezig zijn.”

KWALITEIT

Beide onderwijsinstellingen constateren een steeds verdergaande verbreding van het aanbod. Ontstaat er op die manier niet een soort wildgroei aan cursussen en lijdt de kwaliteit daar niet onder? Bij de NOvA reageert men verontwaardigd op de vraagstelling. Ruim 160 onderwijsinstellingen bieden via de NOvA een of meerdere cursussen aan. “Wij bepalen niet wat opleidingsinstellingen voor cursussen aanbieden. Dat is marktwerking, een kwestie van vraag en aanbod. Wel moeten opleidingsinstellingen aan bepaalde regels vol doen van de NOvA”, zegt een woordvoerster van de Orde. “Als een opleiding zich heeft aangemeld en wordt erkend, dan voldoet zij dus aan alle voorwaarden die de NOvA stelt en kun je ervan uitgaan dat de kwaliteit voldoende is. Bovendien wordt dat tussentijds ook nog eens getoetst. Instellingen moeten een kwaliteitsplan hebben, evalueren en deskundige docenten leveren. De erkenning vervalt als een instelling niet aan die voorwaarden voldoet. Anderzijds ervaren wij dat advocaten ook heel professioneel omgaan met het onderhouden van hun deskundigheid. Zo’n opleiding kost toch vrij veel geld.”

Bij de NOvA heeft men zo gauw geen gegevens paraat over het aantal niet-erkende  instellingen in de afgelopen jaren. “Het is zeker zo dat wij een trend signaleren dat vaardigheden belangrijker zijn geworden. Je bent er niet alleen met juridische cursussen.” Als voorbeelden noemt de woordvoerster cursussen ondernemersvaardigheden, zoals marketing. “Maar een cursus Excel of barista zal niet door de NOvA worden erkend.”

Inspirerend verhaal

Van der Ree zegt dat Juridisch PAO Leiden vooral eendaagse cursussen biedt, maar dat ze bezig zijn met uitbreiding van specialisatietrajecten (de halfjaartrajecten voor examens). “Elk jaar proberen we er één tot twee aan toe te voegen. We hebben al meerdere jaren arbeidsrecht, een opleiding gerechtelijk deskundige en sinds kort een opleiding aanbestedingsrecht en de al eerder genoemde opleiding jihadisme en terrorisme. Dat zijn trajecten die goed aanslaan.”

Hij vervolgt: “We zijn met arbeidsrecht niet uniek, er zijn zes tot zeven aanbieders die dat traject aanbieden. Sommige andere opleidingen zijn zwaarder: daar moet je voor elke bijeenkomst huiswerk inleveren. In Leiden hebben wij juist speciaal gekozen om huiswerkopdrachten niet te verplichten, maar dan wel aan het eind een mondeling examen te houden. Ter voorbereiding daarop moeten de cursisten een paper inleveren. Een variant daarop is dat zij op locatie een half uur de tijd krijgen om een casus door te nemen, waarna een commissie hen daarover bevraagt. Onze ervaring is dat die minder zware variant op prijs wordt gesteld. Het wordt als minder intensief ervaren tijdens de opleiding.”

Volgens Van Berckel Smit (OSR) is de kwaliteit van een eendaagse cursus “voor een belangrijk deel afhankelijk van de samenstelling van de groep en de kwaliteit van de docent. Ook met onze een- en tweedaagse cursussen bieden wij diverse docenten met een inspirerend verhaal. Je ziet wel dat bij twee- of meerdaagse cursussen of leergangen, eventueel inclusief overnachting, je toch een heel andere interactie binnen een groep krijgt dan bij een eendaagse cursus of een dagdeel.”

Puntenjagers

Wat betekent het grotere aanbod aan cursussen voor de kosten? Van der Ree: “Omdat er een groot aanbod is, proberen wij een scherp tarief neer te zetten. Wij letten daar wel op. Er zijn instituten die zitten twintig tot dertig procent hoger in de prijs en daar proberen wij onder te blijven. De focus ligt op de kwaliteit en de prijs komt op de tweede plaats. Actualiteitencursussen proberen wij vrij scherp neer te zetten. Voor een cursus van vier uur vragen wij maximaal 300 euro. Maar er zijn instituten die voor datzelfde tijdsbestek 400 of 500 euro vragen. Het is ook afhankelijk van het aantal deelnemende docenten.”

Van Berckel Smit: “Kosten spelen een rol. Dat hangt een beetje van de doelgroep af: advocaten werkzaam in de gefinancierde rechtshulp bijvoorbeeld zullen zeker naar de prijs kijken, maar willen ook goed opgeleid worden. Uiteindelijk gaat het om het rendement van leren. Hoe kun je morgen toepassen wat je vandaag geleerd hebt?”

Daarnaast signaleert hij na-ijleffecten van de kredietcrisis. “Sindsdien worden er cursussen aangeboden voor veertig euro per punt. Die zijn meer voor puntenjagers die van acht tot negen nog even naar kantoor gaan, in een half uur naar de cursuslocatie willen rijden, drie uur in een zaaltje zitten, nog snel even een broodje meepakken en om half twee weer op kantoor zitten. Ja, die heb je ook; maar of iemand daar nou op zit te wachten… Je komt niet alleen voor de inhoud, maar ook voor het delen van kennis en ervaring met je collega’s en het uitbreiden van je netwerk. Wij geloven meer in de onderlinge interactie tussen de cursisten en een diverse samenstelling van de cursusgroep. Wij zijn misschien wel wat duurder, maar dan krijg je ook meer waar voor je geld.”

Het fenomeen ‘puntenjager’ is de NOvA niet bekend. De woordvoerster: “Bij de NOvA zijn wij daar in ieder geval niet van op de hoogte. Mogelijk doet zich dat voor bij niet-erkende opleidingen, maar dat valt buiten onze beoordeling. Bij een erkende opleiding wordt van een advocaat verwacht dat hij volwaardig deelneemt aan de cursus, daar wordt ook op gecontroleerd. Wij herkennen ons dan ook niet in het beeld van ‘de jurist die nog snel even de puntjes wil binnenhalen’. Mochten er partijen zijn die dat wél signaleren bij door ons erkende opleidingen, dan horen wij dat graag van die partijen zelf.”

Ook ziet men bij de NOvA geen correlatie tussen goedkopere cursussen en kwaliteit. “Een lagere prijs betekent niet per definitie minder kwaliteit.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven