Philip Fruytier over schadevergoeding bij verkeerde overheidsbesluiten

Mr. van de week is Philip Fruytier, cassatieadvocaat en partner bij BarentsKrans. Op 9 november 2021 verdedigde hij aan de Radboud Universiteit Nijmegen zijn proefschrift 'De civielrechtelijke inbedding van het besluitenaansprakelijkheidsrecht'.

Delen:

Philip Fruytier over schadevergoeding bij verkeerde overheidsbesluiten - Mr. online
Philip Fruytier (foto: BarentsKrans)

De overheid is soms aansprakelijk voor de schade die een burger lijdt bij een onjuist besluit, maar soms ook niet… Dat klinkt vreemd.
Dat klinkt inderdaad een beetje paradoxaal, want je zou toch zeggen dat de overheid schade moet vergoeden die zij veroorzaakt door haar foutief handelen. Maar de werkelijkheid is genuanceerder. Een in bestuursrechtelijke zin ongeldig besluit hoeft namelijk nog niet in civielrechtelijke zin onrechtmatig te zijn. Bovendien rijzen er tal van vragen van relativiteit en redelijke toerekening. Dat zijn allemaal belangrijke thema’s in mijn boek.

Gaat uw boek meer over het civiele of over het bestuursrecht?
Ik ben van huis uit een eenvoudige civilist. Het boek kijkt daarom vanuit het civiele recht naar het besluitenaansprakelijkheidsrecht. De helft van het boek gaat over de vier kernleerstukken van het civiele recht: onrechtmatigheid, causaliteit, redelijke toerekening en relativiteit. Het boek is dus zeker ook nuttig voor juristen die zich enkel met het civiele recht bezighouden.

U stelt dat het besluitenaansprakelijkheidsrecht niet goed aansluit op het algemene civiele recht. Kunt u dat toelichten?
Het bestuursrecht denkt vanuit ‘besluiten’. In het verlengde daarvan zoekt het huidige besluitenaansprakelijkheidsrecht naar causaliteit tussen een vernietigd besluit en de schade. Die focus is vanuit civielrechtelijk perspectief naar mijn idee verkeerd. Het civiele recht denkt namelijk vanuit onrechtmatig gedrag (doen of nalaten). Dat afwijkend perspectief lijkt maar beperkt, maar heeft in het hele juridische gebouw behoorlijke consequenties, zowel op het gebied van de onrechtmatigheid, het causaal verband, de relativiteit als de redelijke toerekening. Bovendien is men in het besluitenaansprakelijkheidsrecht gaan aanvaarden dat causaal verband tussen het besluit en de schade ontbreekt als er in plaats van het ongeldige besluit een geldig besluit zou zijn genomen dat dezelfde schade zou hebben veroorzaakt. Dat klinkt best redelijk, maar is vanuit civielrechtelijk perspectief niet aansprekend: dat men schade ook met alternatief gedrag zou hebben veroorzaakt, doet aan de causaliteit tussen het daadwerkelijk vertoonde gedrag en de schade nog niet af. Dat alternatieve gedrag raakt volgens mij in werkelijkheid aan een normatief vraagstuk dat zich in het civiele recht oplost via de rechtvaardigingsgrond van de wettelijke bevoegdheid.

Uiteindelijk komt u met een driestapstoets die de leerstukken over relativiteit en redelijke toerekening een eigen positie binnen het civiele recht bieden. Kunt u dat kort uitleggen?
De huidige relativiteitsleer vereist dat de geschonden norm de gelaedeerde beschermt tegen de geleden schade en de wijze waarop die schade is ingetreden. Het is dus een positief vereiste. Daardoor komt aan de redelijke toerekeningsleer volgens mij eigenlijk geen zelfstandige plaats meer toe. Men kan dan namelijk tegen de gelaedeerde zeggen: gefeliciteerd, de norm wil u en uw schade in alle opzichten beschermen, maar u krijgt niets vergoed omdat de schade in een te ver verwijderd verband staat met het onrechtmatig gedrag. Dan wilde de norm dus eigenlijk helemaal niet tegen de schade beschermen, lijkt mij. Mijn driestapstoets lost dat probleem op. Dat laat zich niet in drie regels uitleggen ben ik bang. Maar het belangrijkste is dat ik voorstel afscheid te nemen van die positieve relativiteitstoets en weer conform de wettekst te werken met een negatieve relativiteitseis: laat zich vaststellen dat de norm niet strekt tot bescherming tegen de geleden schade? De redelijke toerekening krijgt als gevolg daarvan ten opzichte van de relativiteit weer een duidelijke eigen positie. In mijn boek leg ik uit hoe die verhouding er volgens mij precies uit zou moeten zien.

Welke nieuwe inzichten heeft uw onderzoek opgeleverd, met name voor de praktijkjurist?
Mijn onderzoek biedt verschillende handvatten voor praktijkjuristen om vragen van causaliteit, relativiteit en redelijke toerekening inzichtelijker op te lossen. Dat geldt natuurlijk temeer voor juristen in de overheidspraktijk.

Wie of wat is uw bron van inspiratie?
Ik wandel graag lang door de stad – niet door de natuur trouwens, daar verandert de omgeving mij te langzaam en ik kan geen beuk van een eik onderscheiden. Tijdens zo’n wandeling doe je in de regel veel meer ideeën op dan als je eindeloos achter je bureau gaat zitten wachten op inspiratie.

Welk boek las u het laatst?
L’Argent van Emile Zola. Dat is in veel opzichten het Franse equivalent van Elsschots Lijmen en Het Been. De mislukte beurshandelaar Saccard zet een investeringsmaatschappij op onder de naam ‘Banque Universelle’ – vrijwel een even bombastische naam als het Wereldtijdschrift van Boorman in Lijmen en Het Been – met de belofte héél groot te worden in spoorwegen in het Midden-Oosten. Heel welgesteld en armlastig Parijs investeert, maar aan het einde van het boek is er nog geen biels gelegd en is de poen verdwenen. Je leest toch liever over een charlatan dan over een braverik hè?

U studeerde ook muziekwetenschap. Welk muziekstuk is van groot belang voor juristen?
Sommigen leggen graag een band tussen muziek en recht. Ik snap de gedachte wel: er gaan achter allebei allerhande ordenende principes schuil en het uiteenzetten van een juridische gedachte of het maken van processtukken hebben wel een soort componerend karakter. Toch beschouw ik muziek en recht wel als gescheiden werelden die iets anders nastreven. Dat doet er niet aan af dat ik iedereen van harte aanbeveel om veel naar concerten en de opera te gaan. Ik kom er altijd blij vandaan.

Wat staat er bovenaan op uw bucketlist?
Ik heb nog nooit een bucketlist gehad. Dat maakt de wensen zo dwingend. Straks zit ik dan iets te doen waar ik vijf jaar geleden interesse voor had, maar nu eigenlijk niet meer. Ik ben altijd gaan doen wat mij op dat moment boeiend leek.

Mag Sander Dekker wel/niet terugkeren als minister voor Rechtsbescherming in een nieuw kabinet?
Ik denk dat minister Dekker elders meer tot zijn recht zou kunnen komen.

Mocht u ooit in een cel belanden, welke beroemdheid zou u dan mogen vergezellen?
Hij is vorig jaar overleden, maar toch: pianist Leon Fleisher. Hij gaf zulke fantastisch inspirerende en geestige masterclasses aan jonge pianisten. Die kan je op Youtube terugkijken. Trouwens, evengoed was de man in persoon niet te harden. Het is dus een beetje een gok.

Meer weten over deze organisatie(s)?

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven