Volgens Van Nispen is de notaris te duur en te onbekend. “Er zijn mensen die niet goed weten hoe belangrijk de notaris kan zijn,” verklaart hij. “Ze hebben er wel van gehoord, maar weten niet dat ze een levenstestament kunnen maken of vastleggen wat er met hun vermogen gebeurt als ze overlijden. Ze gaan er niet vanuit dat de notaris er ook voor hen is.”
Van Nispen zegt dat het kostenaspect niet moet worden onderschat. “Een notariële akte kost zomaar een paar honderd euro. Dat is niet niks. Als mensen denken zonder te kunnen, gaan ze niet. En dat is niet altijd de juiste keuze op de lange termijn. Als je een huis koopt, ontkom je er niet aan. Maar we weten ook dat het om andere redenen belangrijk kan zijn om naar de notaris te gaan.”
Sociale advocatuur
Voorkomen is beter dan genezen, meent het Kamerlid. “Als ik hoor welke geschillen bij rechters en advocaten terechtkomen, denk ik vaak. ‘Was nou naar de notaris gegaan, dan waren we niet in een langslepend juridisch conflict terechtgekomen’.”
Er zijn al notarissen die voor een lager tarief of gratis werken als de cliënt echt geen geld heeft. “Dat hangt nu af van de liefdadigheid van notarissen,” zegt Van Nispen. “Da’s hartstikke mooi, maar dat is geen structurele voorziening.”
Van Nispen denkt aan een systeem dat vergelijkbaar is met de toevoegingen in de sociale advocatuur. Als iemand met een krappe beurs zich meldt bij de notaris, kan die dan een aanvraag indienen bij de Raad voor Rechtsbijstand. Maar iemand kan ook worden doorverwezen door de eerstelijns juridische hulpverleners van bijvoorbeeld het Juridisch Loket of het Huis van het Recht. De notariële dienst wordt dan gefinancierd door de overheid, misschien met een eigen bijdrage. “De notaris krijgt fatsoenlijk betaald, en de rechtzoekende hoeft niet de volle mep op te hoesten.”
Onnodige rechtszaken voorkomen
De KNB ondersteunt het idee van Van Nispen van harte, zegt voorzitter Annerie Ploumen. “Zo haal je drempels weg en je stimuleert de toegang tot het recht. Dat is voor de KNB een belangrijk thema.” Ze benadrukt dat de notaris een preventieve werking heeft binnen het juridisch systeem. “Door het werk van de notaris worden onnodige en dure rechtszaken voorkomen,” stelt ze. “Ook de alleenstaande bijstandsmoeder met twee kinderen kan onder de tram komen en als er dan een testament is, voorkom je nodeloze juridische procedures en kosten.”
De Wet op het Notarisambt (WNA) geeft in artikel 56 de mogelijkheid voor lagere tarieven. “Maar die tarieven zijn nog steeds te hoog,” meent Ploumen. “Als je niks hebt, kun je 800 euro voor een akte niet missen.
Het gaat niet alleen om financiële drempels, zegt Ploumen, maar ook andere drempels moeten worden weggenomen. “De notaris moet ook bereikbaar zijn voor mensen die de taal niet machtig zijn of niet goed kunnen meekomen in de samenleving. Daarom moeten wij als KNB voorlichtingsmiddelen zo ontwikkelen dat ze in informatiedichtheid, beleving, taalgebruik en denkniveau begrijpelijk zijn voor iedereen. We denken dat het heel belangrijk is om kwetsbare groepen te bereiken die geen idee hebben wat de notaris doet.”
Samengestelde gezinnen
Die drempels probeert de KNB in kaart te brengen en vervolgens te slechten. “Daarnaast,” vervolgt Ploumen, “is de aansluiting tussen de persoonlijke wereld en de juridische hulpverlening steeds complexer geworden, onder meer door samengestelde gezinnen en de platformeconomie. Dat vraagt om maatregelen van het notariaat en korte lijntjes.”
Ploumen zegt dat er al veel notarissen zijn die laagdrempelig werken. “Ze geven lezingen of gratis adviezen in het dorpshuis, Maar dat is allemaal op individuele basis, en wij denken dat je het breder moet trekken.” Samen met de Tweede Kamer en de minister wil de KNB kijken hoe dit georganiseerd kan worden. De KNB mikt daarbij op financiering door de rijksoverheid, net als bij advocaten en mediators. “De gefinancierde rechtsbijstand zou ook moeten gelden voor diensten van notarissen,” meent Ploumen.
Bij laagdrempelig notariaat wordt vaak alleen gedacht aan kleine en middelgrote kantoren. Die zijn immers, meer dan grote kantoren, thuis in familierecht. Maar Ploumen vindt dat ook grote kantoren hun steentje moeten bijdragen. “Die doen meestal weinig familierecht, maar de notarissen die daar werken hebben allemaal de basiskennis. En daar gaat het hier om. Grote kantoren hebben mensen in dienst die prima kunnen meedenken met het Juridisch Loket en de rechtswinkel of daaraan uitgeleend kunnen worden. De cliënten om wie het hier gaat komen niet voor een ingewikkelde estate planning. Hun vragen kunnen doorgaans door elke notaris beantwoord worden.”
Grote kantoren
In de advocatuur zijn de grote kantoren altijd kopschuw geweest voor bijdragen aan de sociale rechtshulp. Waarom zou dat in het notariaat anders zijn? Ploumen is optimistisch: “We hebben onlangs een enquête gehouden over het laagdrempelig notariaat en daar kregen we veel positieve reacties op.”
Ze vervolgt: “Als we er als notariaat met zijn allen de schouders eronder zetten, ben je hier geen honderden uren per jaar aan kwijt. Ik doe daarom een appèl op alle notarissen. Trouwens: beginnende collega’s kunnen ook veel leren van meewerken in een rechtswinkel of het Juridisch Loket.”
Betalingsregeling
Notaris Daniëlle van Iperen (Ellens en Lentze notariaat en mediation) ervaart in de praktijk van haar Haagse kantoor wat laagdrempelig notariaat inhoudt. Het komt regelmatig voor dat cliënten geen geld hebben voor een testament of een akte, zegt ze. “Als mensen het niet of moeilijk kunnen betalen, maar toch iets moeten regelen, dan proberen we een betalingsregeling te treffen,” verklaart Van Iperen. “We kijken dan wat haalbaar is voor de cliënt. Soms verlagen we het tarief, maar dat bekijken we per geval. We moeten een goed beeld hebben of iemand het echt niet kan betalen.”
Van Iperen benadrukt dat er ook in het ‘laagdrempelige’ werk veel tijd zit. “Er wordt wel geklaagd dat de notaris duur is, maar wij moeten, om goed te kunnen adviseren, veel vragen stellen en dingen uitzoeken. We hebben als notaris ook een poortwachtersrol. En als je te maken hebt met laaggeletterdheid, dan moet je meer tijd uittrekken. Voor mensen met een migrantenachtergrond moet er vaak een tolk bij komen, wat het ook duurder maakt.”
Om kwetsbare groepen goed te kunnen bedienen, probeert Ellens & Lentze ingewikkeld taalgebruik te vermijden. “Ik ben ooit begonnen in Scheveningen, en daar heb ik wel geleerd dingen in jip-en-janneketaal uit te leggen,” licht Van Iperen toe. “Desnoods maken we er een tekening bij. En als iemand de taal niet goed spreekt, vinden we het geen probleem als een kind meekomt om te vertalen. Het is vooral een kwestie van de tijd nemen. Desnoods bezoeken we iemand thuis omdat mensen zich daar meer op hun gemak voelen.”
Goededoelenstichtingen
Op de vraag of ze zichzelf als een sociaal notaris beschouwt, antwoordt Van Iperen zonder aarzeling bevestigend. “Ja, soms doe ik een testament er gratis bij. Aan cliënten van uitvaartonderneming DELA rekenen we een lager bedrag. Daar werken oud-kandidaat-notarissen die concept-testamenten aan ons aanleveren. Wij kunnen dan voor een heel laag bedrag werken. Dan is er in ieder geval íets geregeld.”
Voor het Leger des Heils en goededoelenstichtingen werkt het kantoor ook tegen een gereduceerd tarief of gratis. “We gaan daar wel kritisch mee om, want we willen niet de reputatie krijgen van de notaris voor een appel en een ei. We moeten zelf ook een boterham kunnen verdienen.”
Over de plannen van Van Nispen heeft ze haar twijfels, vooral omdat de sociale advocatuur als voorbeeld haar niet erg aanlokkelijk lijkt. “Over de sociale advocatuur lees ik vooral negatief nieuws: bezuinigingen en advocaten die het bijltje erbij neergooien. Als het sociaal notariaat op die manier wordt opgezet, denk ik niet dat het succesvol wordt.”
Pro bono
Ze vindt het onwaarschijnlijk dat Zuidaskantoren zich hard gaan maken voor het sociaal notariaat en wil er voor waarschuwen dat de laagdrempelige dienstverlening vooral op het bordje komt van de kleinere familierechtkantoren. “Onze beroepsgroep moet zich ervan bewust worden dat we allemaal een steentje moeten bijdragen. Elk kantoor kan bijvoorbeeld besluiten vijf procent van de zaken pro bono te doen, en misschien zijn er meer dingen te bedenken. Ik ben vóór een sociaal notariaat, maar niet als al die klanten bij mij zitten.”
Ploumen deelt die wens van Van Iperen. ”Het is de bedoeling dat alle kantoren, van groot naar klein, hieraan meedoen.” Ze wijst op de uitkomsten van een enquête waaruit blijkt dat grote kantoren hun bijdrage willen leveren.
De plannen voor een laagdrempelig notariaat worden de komende maanden intern besproken binnen de KNB. Minister Weerwind heeft nog geen standpunt ingenomen. Tijdens een commissievergadering op 6 oktober zei hij te willen wachten op het WODC-rapport ‘De staat van het notariaat’, dat naar verwachting in de eerste helft van 2023 uitkomt.