NRC maakte gebruik van een WOO-verzoek (Wet Open Overheid) om achter de advocatenkosten te komen. Maar de politie Noord-Holland weigert bekend te maken hoeveel geld is uitgegeven aan het inhuren van advocaten om de agente onrechtmatig te ontslaan. “Dat is concurrentiegevoelige informatie.”
NRC-journalist Marcel Haenen meldt dinsdag op Twitter dat het WOO-verzoek de krant alleen nietszeggende en verminkte documenten opleverde.
Geschonden
De agente werd ontslagen omdat zij de ambtseed had geschonden door vertrouwelijke politiegegevens via WhatsApp te delen met de NRC-journalist Haenen, en omdat zij haar relatie met een collega niet had gemeld bij de leidinggevende.
De agente had toestemming gegeven om haar privé-telefoon in te zien in verband met een onderzoek naar ongewenst gedrag door haar leidinggevende, maar de toestemming gold alleen voor WhatsApp-berichten tussen haar en de diensttelefoon van haar leidinggevende. De gegevens die uit andere WhatsApp-gesprekken naar voren zijn gekomen, zoals de gesprekken met de journalist en met een collega, waren volgens de Centrale Raad van Beroep onrechtmatig verkregen.
Het inzien van die gegevens was volgens de raad niet noodzakelijk om inzicht te krijgen in het ongewenst gedrag van haar leidinggevende. Die gegevens mocht de korpschef niet gebruiken voor het ontslag.
Te zwaar
De Centrale Raad van Beroep oordeelde in 2023 dat de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag een te zware straf was. Ook kon de politieagente niet worden ontslagen omdat ze niet geschikt zou zijn voor de functie. Daarvoor moest de korpschef haar eerst de gelegenheid bieden om haar functioneren en gedrag te verbeteren.
De agente heeft inmiddels een financiële vergoeding gekregen, meldt NRC. “Hoeveel geld ze krijgt weigert de politie te zeggen”, zegt journalist Haenen op X: “De agente is het zwijgen opgelegd. Het ontslag volgde na delen van info over seksuele aanranding door haar teamchef aan NRC.”
Bescherming
De politie heeft maandag gereageerd op het WOO-verzoek van de krant. Ze geef daarin aan dat ze geen informatie openbaar kan maken wanneer dit de bescherming van concurrentiegevoelige gegevens schaadt, en dit belang – op grond van artikel 5.1 van de WOO – zwaarder weegt dan het belang van openbaarheid.
De korpschef in Noord-Holland geeft aan dat het gaat om facturen die bij een zoekslag in het kader van de WOO ook zijn aangetroffen. “Die geven een gedetailleerd inzicht in de precieze aantallen uren die de advocaten hebben besteed en in het uurtarief of de gehanteerde kosten voor de werkzaamheden.” De korpschef stelt dat dit soort gegevens volgens de vaste jurisprudentie concurrentiegevoelige informatie is. “Openbaarmaking van deze gegevens zou kunnen leiden tot negatieve gevolgen voor de financiële positie van desbetreffende advocaat.”
De politie besloot om die redenen ook om in veel gevallen het hele document niet openbaar te maken, in plaats van onderdelen hiervan. Ze doet dit zegt ze, omdat in veel gevallen de informatie die overblijft geen betekenis heeft, wat met name zou gelden voor de aangetroffen facturen.