Preambule

Delen:

Vóór 1 oktober 2010 zal een nieuwe staatscommissie adviseren over de noodzaak de Grondwet te herzien. Belangrijkste bijzaak is de vraag of een preambule nodig is en, zo ja, hoe die moet luiden. Velen vinden een preambule bespottelijk, dat zou niet passen bij onze zogenaamde Hollandse nuchterheid. Wij Nederlanders zitten nu eenmaal niet te wachten op van die hoogdravende retoriek.

NRC Handelsblad (zie nrc.nl/uitspraak) heeft zijn lezers gevraagd de ideale preambule te schrijven. Een deskundig panel kende de schoonheidsprijs toe aan de inzending van Wouter Beekman: “Wij, de burgers van Nederland, zijn verantwoordelijk voor onze rijk geschakeerde samenleving, die gebaseerd is op de beginselen van vrijheid, gelijkheid, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en duurzaamheid. Ons land is een open, democratische en pluriforme rechtsstaat, en maakt deel uit van een sterk en bezield Europa.” Ik heb dagen zitten peinzen voordat ik voor mezelf heb kunnen verwoorden wat er toch mis is met deze tekst. Het probleem is niet zozeer wat er wordt gezegd. Dat is nogal kleurloos en braaf, maar dat is verder een kwestie van smaak. Mijn bezwaar geldt vooral hoe het wordt gezegd.

De kunst van retoriek is iets zeggen zonder dat het als retoriek klinkt. Het is hetzelfde als met schouwspel, dochter van de retoriek: toneel is goed wanneer je vergeet dat het toneel is, wanneer het je raakt ook al weet je dat het spel is. Natúúrlijk is een preambule retoriek, maar is het goede retoriek? Kan het de toehoorder of lezer toch raken ook al weet hij dat het retoriek is? In de preambule van Beekman wordt in de aantonende wijs gesteld dat wij, burgers van Nederland, iets ‘zijn’, dat onze samenleving ergens op ‘is gebaseerd’, ons land iets ‘is’ en dat het ‘deel uitmaakt’ van iets anders. En in die aantonende wijs zit wat mij betreft de armoede. Onze generatie Nederlanders is zo bang voor retoriek dat we niet durven uit te komen voor onze idealen, onze dromen, onze verlangens, onze gevoelens. Nee, wij blijven zakelijk, wij constateren en stellen vast. Maar juist door dit masker van zakelijkheid geven wij onze kleinzieligheid te kennen.

Idealen

In Spanje zegt men: “Zeg me wat je denkt dat je bent en ik zal je vertellen wat je mist.” Waarom zou een volk in een preambule willen vaststellen wat en hoe het is? Waarom kunnen we toch niet zeggen wat we graag zouden willen zijn, ook al is het misschien een te hoog gegrepen droom? Wat houdt ons toch af van het uitkomen voor onze idealen, ook al zijn dat doelen die misschien of zelfs waarschijnlijk nooit realiteit zullen worden, maar waarvan we dan in ieder geval gezegd kunnen hebben: laat een ander uitmaken of ik geslaagd ben, maar ik heb daarvoor gestaan, ik heb daarvoor geleefd? Het is niet aan onze generatie Nederlanders om vast te stellen dat onze samenleving vrij is, dat er gelijkheid, verdraagzaamheid en rechtvaardigheid heersen. Laat anderen buiten ons land en generaties na ons daarover oordelen. Maar laat dat geen reden zijn om niet ons hart te luchten en van onze idealen kond te doen, als we die hebben.

Mr. dr. C.B. Schutte is advocaat bij Freshfields Bruckhaus Deringer te Amsterdam.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven